Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
Pluralisme is geen gezellig samenzijn rond het kampvuur
In Nederland is Antoine Bodar een bescheiden televisiepersoonlijkheid. Hij maakt er als katholiek priester documentaires over de geschiedenis van het christendom en is een veelgevraagde gast in interview- en discussieprogramma’s. Bodar heeft zijn homoseksuele gerichtheid nooit onder stoelen of banken gestoken. Dat zou ook moeilijk geweest zijn. Toen hij voor het (celibatair) priesterschap koos, had hij al twee homoseksuele relaties achter de rug. Bovendien nam hij over homoseksualiteit, voor en na zijn roeping, nooit een blad voor de mond. Begin dit jaar verscheen een geactualiseerde editie van Ongeordende Liefde, een verslag van een reeks gesprekken die de Nederlandse journalist Wim Houtman met hem voerde.
Het is verfrissende lectuur, al was het maar omdat Bodar het principe huldigt dat ‘wie de roede spaart, zijn kind haat’. Dat spreekwoordelijke kind zijn er eigenlijk twee: de katholieke kerk, die soms te weinig begrip toont voor de homoseksuele medemens, én de holebigemeenschap, die het volgens Bodar vaak al te bont maakt. Met name de homobeweging moet het regelmatig ontgelden. Die noemt hij sektarisch en onverdraagzaam ten aanzien van ‘wie er toch een slag anders over denkt’. De Canal Pride op de Amsterdamse grachten schildert hij als ‘verschrikkelijk’ af: ‘Dat luidruchtige, dat uitgedoste, dat exhibitionisme, en iedereen die iets wil voorstellen in dit land moet per se meevaren. Mag het allemaal ook wat minder?’ . Ook over geslachtsverandering laat Bodar zich messcherp uit.
Verkeerde keelgat
Voor veel holebi’s zullen sommige van zijn uitspraken ongetwijfeld in het verkeerde keelgat schieten. Ze zullen algauw gewag maken van 'homo- of transfobie'. Vaak vinden ze daarbij een bondgenoot in de holebibeweging zelf. Dat is problematisch, want is Bodar niet evengoed een deeltje van onze “gemeenschap”? Mag er geen ruimte zijn voor harde, interne kritiek? En dient de holebibeweging zich in deze debatten niet eerder op te stellen als een neutrale moderator in plaats van gelijk partij te kiezen en de bandbreedte van het debat te vernauwen op basis van een subjectief begrip als 'transfobie'?
Çavaria, de Vlaamse koepelorganisatie die zegt de belangen van holebi’s (en transgenders) te verdedigen, tooit zichzelf graag met het label ‘pluralistisch’. In de statuten van 2017 klinkt het zo: ‘ [De vereniging] is pluralistisch. Ze staat voor diversiteit en heeft geen bindingen met politieke groeperingen of partijen, noch met levensbeschouwelijke organisaties. Ze eerbiedigt de democratisch-politieke en de levensbeschouwelijke overtuiging of levenswijze van haar leden-deelgenoten en van eenieder die op haar een beroep doet.’ Dat klinkt fair. Toch zit er een addertje onder het gras. Het pluralisme wordt immers passief ingevuld. Men ‘eerbiedigt’ de verscheidenheid aan overtuigingen. Lees: men gedoogt ze, maar men zit er eigenlijk niet op te wachten. Ze krijgen niet alle hetzelfde podium toebedeeld als de ene cultuurrelativistische ideologie die heden ten dage zo dominant is in de holebibeweging. Kritische reflecties en intern debat worden niet actief gestimuleerd. Vandaag is het dan ook kwaad zoeken naar homoseksuelen die in de contramine durven te gaan. Het conformisme viert hoogtij.
Kritische vragen
Gelukkig zijn er uitzonderingen. Zo klinken er in de media sporadisch geluiden op van holebi’s die kritische vragen durven te stellen bij de jaarlijkse Gay Pride. Opvallend genoeg zitten daar ook aardig wat jonge mensen bij, zoals theatermaker Louis Janssens en de journalisten Peter Casteels (Knack) en Riadh Bahri (VRT). Die geluiden vind ik meestal niet in Zizo. Ja, enkele edities geleden werd een pittige quote gepubliceerd uit een interview dat Koen Crucke gaf in een ander medium, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door een artikel verderop waarin drie bladzijden lang een lofzang werd geheven op de Pride in Barcelona. De mainstream pers is vaak niet veel beter. Zo liet Knack vorig jaar wel zes jongeren aan het woord die mochten uitleggen waarom ze meeliepen in de Pride, maar er kwam geen balancerend artikel waarin holebi jongeren die met volle overtuiging hun kat sturen hun hart mochten luchten.
Pluralisme is een sympathiek begrip om mee uit te pakken, maar het in de praktijk brengen blijkt wat lastiger. Het impliceert immers dat uiteenlopende meningen aan bod komen en dat die hard, soms pijnlijk hard, kunnen botsen. Zelden is pluralisme een gezellig samenzijn rond het kampvuur. Als we het een beetje ernstig nemen is het meer dan eens een bikkelharde woordenstrijd met het mes op tafel. Durft de holebibeweging het aan mensen als Bodar op gelijke voet te behandelen? Of kiest ze voor de veilige ‘pensée unique’?
Haar daden zullen getuigen.
Michaël Maerten is auteur van ‘De Schaduw van het Feest: een kritische bezinning op de Gay pride’ (Brave New Books, 2018).
ZIZO wil een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over LGBT+ thema’s. Daarom publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van hun/haar/zijn vereniging en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.
Eigen verslaggeving