Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
De politie, onze maat op straat!
Jammer genoeg zijn discriminatie en misdrijven op basis van seksuele geaardheid nog geen verleden tijd. Onlangs nog werd een student uit Gent aangevallen omdat hij homo is en ook een homokoppel uit Schaarbeek werd fysiek aangevallen door hun onderburen. Wij hadden het met Davy van Politie Gent en Kristof van Politie Antwerpen over hun strijd tegen discriminatie en haatmisdrijven.
Wat houdt jullie job concreet in?
Davy: “Ik ben jeugdinspecteur op het commissariaat Gent-West. Ik werk dus met jongeren die feiten hebben gepleegd of die dreigen af te glijden naar de criminaliteit. Daarnaast ben ik referentieambtenaar rond haatmisdrijven, oftewel alles wat te maken heeft met racisme of geweld tegen een groep die in de antidiscriminatiewet beschreven staat. Het is vooral mijn job om het thema onder de aandacht te brengen binnen het korps. Ik leid mijn collega’s op in die thematiek en geef les binnen de diversiteitsopleiding aan de politieschool hier in Gent. Ik zorg er eigenlijk voor dat mijn collega’s hun aangiftes op een correcte manier op papier zetten en dat ze op een juiste manier met slachtoffers omgaan.”
Kristof: “Ik ben diensthoofd diversiteitsbeleid bij Lokale Politie Antwerpen. Wij voeren een inclusief diversiteitsbeleid, wat wil zeggen dat we geen specifiek doelgroepenbeleid hebben. We hebben diversiteit hoog op de agenda staan zowel in onze externe contacten als in onze interne werking. Ik geloof er immers in dat een diversiteitsbeleid extern pas werkt als je zelf intern het goede voorbeeld geeft. Dat doen we door partnerschappen aan te gaan, zeer actief te werken rond lokale rekrutering, maar ook door monitoring. We bieden bovendien een ruim opleidingspakket rond diversiteit aan met themadagen rond bijvoorbeeld LGBT+, jongeren, etnisch profileren, migratiestromen… Ook op het terrein geven wij operationele ondersteuning aan de patrouilles. We hebben een diversiteitsnetwerk, waarin we 45 collega’s hebben verzameld die rond diversiteit werken. Het is een van mijn taken om dat netwerk te coördineren.”
Persoonlijk engagement
Hoe ben je op die job gekomen?
Davy: “Een paar jaar geleden hebben we hier in Gent een aantal gevallen gehad van holebifoob en transfoob geweld. Ik heb zelf een bepaalde gevoeligheid voor het thema en heb toen aan mijn korpschef laten weten dat we daar op een structurele manier iets mee moesten doen. Dat mocht, op voorwaarde dat ik het zelf zou trekken. Op dat moment werd er ook beslist dat er in elk korps een referentieambtenaar moest worden aangesteld; in Gent hebben we daarvoor twee mensen aangeduid.”
Kristof: “In 2006 reed ik nog patrouille in de zone City en ik hoorde dat er een groot evenementt (Navigaytion) zou plaatsvinden aan de Schelde. Vanuit een persoonlijk engagement ben ik toen naar mijn commissaris gegaan en heb gevraagd of we daar niets konden doen vanuit ons korps. We hebben toen besloten om met drie collega’s in uniform aanwezig te zijn op het evenementt, met een mobiel commissariaat. In het begin was dat voor beide kanten wat onwennig, maar de reacties waren over het algemeen erg positief. Ik ben nadien een aanspreekpunt rond diversiteit gebleven en heb het netwerk diversiteit mee uitgebouwd tot wat het nu is.”
Wat is jullie concrete aanpak?
Davy: “Wij hebben een actieplan met verschillende punten waaraan we willen werken. Een daarvan is het zogenaamde dark number, het aantal feiten dat niet worden aangegeven, naar beneden krijgen. Het aantal werkelijke aangiftes is zeer laag tegenover het aantal feiten dat daadwerkelijk gepleegd wordt. Heel veel slachtoffers komen om verschillende redenen niet bij ons terecht. We hebben daarom een apart meldpunt opgericht voor holebifoob en transfoob geweld. Dat is er in eerste instantie voor mensen die de stap naar de politie te groot vinden. Een tweede actiepunt is dat we de kwaliteit van onze processen verbaal vergroten door middel van vormingen. Bij een haatmisdrijf zijn er namelijk een aantal dingen belangrijk die bij een ander feit niet zo belangrijk zijn. Bijvoorbeeld de locatie, dat kan mogelijk het motief bewijzen. Als derde aandachtspunt willen we ons imago aanpakken door aanwezig zijn op evenementen en plaatsen waar veel holebi’s zijn. We willen het signaal geven dat mensen geen schrik moeten hebben om naar de politie te komen.”
Door aanwezig te zijn op evenementen en naar de mensen toe te gaan, proberen we het vertrouwen in de politie op te bouwen
Kristof: “Dat is bij ons ook zo. Wij werken vooral proactief, door aanwezig te zijn op evenementen en naar de mensen toe te gaan. Zo proberen we het vertrouwen in de politie op te bouwen. We laten zien dat slachtoffers niet bang hoeven te zijn om langs te komen. Ze zullen niet worden uitgelachen omwille van hun geaardheid of wat dan ook. Ook daarom zijn we lid geworden van organisaties als çavaria. We willen mensen laten aanvoelen dat wij eigenlijk ook gewoon maar mensen zijn. Als we de slogan 'Proud to be your friend' gebruiken, menen we dat ook echt!”
Rode draad
Is er toch een andere aanpak in de verschillende politiezones?
Davy: “Zeker. Wij zijn de enige met een eigen regenboogmeldpunt waar mensen terecht kunnen om feiten te melden. De drempel is dan veel lager en dat is toch al effectief gebleken voor ons. Dat meldpunt is uniek voor Vlaanderen en Brussel. Elke stad werkt ook anders, zeker bij deze thematiek. Holebifoob en transfoob geweld is bijvoorbeeld vooral een stedelijk probleem. Veel hangt af van de uitgaansgelegenheden. We moeten alles afstemmen op de specifieke noden en wensen van de stad."
Kristof: “Absoluut. Antwerpen is een heel andere stad dan Gent en dat vraagt om een andere aanpak. Wij zijn een hele grote politiezone met veel diversiteit. Onze rode draad moet dus inclusiviteit zijn, mét oog voor verschil. Hoewel we in Antwerpen bijvoorbeeld geen meldpunt hebben, gebruiken we wel algemene invalspunten zoals de blauwe lijn, waarnaar mensen kunnen bellen voor niet-dringende politiehulp. Als de drempel te hoog is om naar 101 te bellen, kunnen mensen dus ook altijd bij de blauwe lijn terecht met hun problemen. Als dan blijkt dat het toch dringend is, kunnen we onmiddellijk overgaan tot een snelle tussenkomst.”
Spitsen jullie je daarin ook praktisch toe op wat er momenteel gaande is?
Davy: “Ja, zeker. We besteden eigenlijk heel veel aandacht aan een thematiek met lage effectieve cijfers, omdat we weten dat er meer problemen dan aangiftes zijn. Het is niet evident dat er toch zoveel politieke en politie aandacht aan wordt gegeven.”
Kristof: “Wij werken heel praktijkgericht, proactief en bemiddelend. Als er een incident plaatsvindt, is het eigenlijk al te laat. Wij reageren zodra we ook maar iets horen vertellen, zodat we mogelijke problemen in de kiem kunnen smoren. Dat is eigenlijk ons doel: problemen aanpakken voor ze zich echt hebben gevormd.”
“Daarnaast zijn we aanwezig op LGBT+ evenementen, om de vinger aan de pols te kunnen houden. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld een opvallende campagne voorgesteld op Mister Gay Belgium in de aanloop naar Antwerp Pride. Intern communiceren we over die evenementen en hebben we bijvoorbeeld een checklist die politiemensen moet helpen om haatmisdrijven te herkennen en om processen verbaal op te stellen.”
Tendensen
Waar baseren jullie je dan op?
Davy: “Wij doen bevragingen, onder meer in de horeca. Zo weten we waar de problemen juist zitten. In de zomer richten wij patrouilles op die speciaal zichtbaar zijn voor holebi’s. Op die manier creëren we een boodschap naar de maatschappij.”
Kristof: “Allereerst baseren wij ons op de wetgeving. België is daarin echt een voortrekker. Wij proberen zoveel mogelijk aanwezig te zijn, want dan hoor je heel veel relevante informatie waaien. Daardoor kunnen we snel inspelen op tendensen. Als we bijvoorbeeld merken dat er een conflict ontstaat, sturen we proactief bemiddelaars op pad. We hebben die methode al gebruikt bij burenruzies of in de horeca.”
Baseren jullie je ook op cijfermateriaal?
Davy: “Haatmisdrijven worden pas gemeten sinds de invoering van de wetgeving COL13. Er zijn dus pas cijfers sinds 2013, dat is nog niet zo heel lang. We zien altijd een verhoging in de cijfers wanneer er net ergens iets is gebeurd. Als er iets in de media verschijnt, of als we zelf een actie voeren, dan komt het meldpunt in de aandacht en dan zien we een aantal extra meldingen binnenkomen. Soms van dingen die al lang geleden gebeurd zijn, maar uit die cijfers leren we wel heel veel.”
Kristof: “Inderdaad. Wij hebben in 2016 een ‘Meld het’-campagne gevoerd. Uit een meting bleek toen dat er een stijging van 51 procent was in het aantal meldingen van discriminatie en haatmisdrijven. Beleidsmatig neem ik dat dan mee als we onze acties afstemmen. Wij meten alle feiten van discriminatie, omdat dat een barometer is van wat er in het veld allemaal gebeurt.”
Het eerste contact is bijzonder belangrijk. Je moet je echt geholpen voelen, we moeten geloofwaardig overkomen
Waarop wordt er bijzonder ingezet in jullie politiezone?
Davy: “We proberen aan politiemensen zelf zoveel mogelijk informatie over de thematiek te geven tijdens opleidingen. Daarna zoomen we in op dat proces verbaal, maar dan heel praktijkgericht. Welke vragen kan je een slachtoffer stellen? Hoe moet je zo iemand bejegenen? Hoe ga je op zoek naar een dader? Hoe ga je juist om met een dader? We proberen onze mensen bruikbare info te geven, zodat zij alles in handen hebben om het goed te doen. Het eerste contact is bijzonder belangrijk. Je moet je echt geholpen voelen, we moeten geloofwaardig overkomen.”
Kristof: “In Antwerpen start alles met een correcte opleiding over discriminatie en haatmisdrijven. Al onze medewerkers moeten klaar zijn om op een juiste manier een aangifte te noteren. Daarnaast geef ik ook opleidingen buiten Antwerpen in samenwerking met UNIA. We beseffen maar al te goed dat zulke feiten niet stoppen aan de stadsgrenzen. Ik probeer zo veel mogelijk collega’s mee te krijgen in dit verhaal. Ook internationaal geef ik vormingen aan politiepersoneel. Telkens realiseer ik me dat we het in België niet slecht doen. Al vind ik in het buitenland soms inspirerende praktijken die ik kan gebruiken in Antwerpen. Het is echt ontzettend fijn om te doen en om waardering te krijgen voor je werk.”
Ouderwets taalgebruik
Welke droom zou je graag nog verwezenlijkt zien worden?
Davy: “Het zou mooi zijn als iedereen zich aan de regels zou houden, want dan waren wij niet nodig. Maar mijn echte droom is eigenlijk dat mensen weten dat ze bij de politie terecht kunnen, welke seksuele geaardheid of origine ze ook hebben. Niet alleen als er iets mis is, maar ook bijvoorbeeld om te komen werken.”
Kristof: “Een inclusieve stad, zonder hokjesdenken, zonder discriminatie, zonder polarisatie, met een divers politiekorps en misschien zonder een speciaal team binnen de politie dat zich moet bezighouden met diversiteit? Voorlopig zijn we daar nog lang niet aan toe, vrees ik. Ik put in ieder geval veel energie uit het feit dat er veel collega’s actief bezig zijn met diversiteit. Zo hebben we de netwerkleden, maar dagelijks zie ik ook patrouilles die uitstekend werk leveren. Spijtig genoeg halen deze professionele tussenkomsten weinig of niet de media.”
Wat is je persoonlijke ambitie nog bij de politie?
Davy: “De politie is nog vreselijk ouderwets in haar taalgebruik. Er wordt vaak nog een taal gehanteerd van de jaren 30 uit de vorige eeuw, zeker in geschreven communicatie. Daardoor blijft de kloof tussen de bestuurlijke overheid en de burger groot. Ik zou dan ook heel graag voor een moderner taalgebruik willen strijden. Woorden als ‘manspersoon’ zou ik echt wel willen schrappen, dat is mijn persoonlijke strijd.” (lacht)
Kristof: “Het is eigenlijk mijn droom om wat we voor de LGBT+ gemeenschap doen, ook te doen voor andere groepen in Antwerpen. Zo zijn er zeker mooie kansen binnen de zwart-Afrikaanse gemeenschap of de moslimgemeenschap. Ik wil dat we als korps maximaal in de gemeenschappen staan en dat er vertrouwen in de politie is. Alleen zo kunnen we onze slogan 'Proud to be your friend' echt waarmaken.”
Eigen verslaggeving