Voor de spiegel met Mounir Samuel, Egyptisch-Nederlandse christen en queer
De Nederlandse politicoloog en journalist Mounir Samuel noemt zichzelf een ‘uitgesproken politiek feminist’. Hij is trans* man, maar verkiest de term queer, want de man-vrouwverhouding is hem te eng. In 2018 was hij een van de interessantste opiniemakers in ons taalgebied, niet in het minst dankzij de publicatie van zijn boek God is groot. Eten, bidden en beminnen met moslims.
Samuel: “In mijn voorwoord vertel ik hoe ik uit de kast kom op de Nederlandse televisie als Mounir en dat een moslima in niqaab zich in mij herkent. Ze stuurt me een zegen en een gebed toe. Dus haar stof zelf is niet de muur, maar onze gedachten van wat er achter die stof zit, want die vrouw was op dat moment verder in haar denken over genderidentiteit dan de meeste schamperende, ongelovige kijkers.”
Racisme door transitie
“Mijn Arabische trekken zijn er veel meer doorgekomen door de transitie. Nu ben ik niet dermate gekleed, maar als ik een djellaba aantrek om naar het middaggebed te gaan, denkt iedereen dat ik Marokkaan ben en zelfs salafistisch.”
“Ik merk het als ik op de tram stap; men controleert of ik wel betaal, of als ik in een duurdere winkel ben zoals een parfumeriezaak, wanneer ik word geschaduwd. Dat is heel bizar: ik wist dat dat gebeurde, maar ik maakte het niet zelf mee. Ook vijandigheid, mensen die zich onveilig voelen bij mij. Vrouwen die niet naast me durven te zitten. Dus het heeft best wel veel gevolgen.”
Spiegel
“Ik zie mijn boek als een spiegel en dan een spiegel in drie delen. Een spiegel voor de islamitische gemeenschappen in Nederland en België. Een spiegel voor de christenen die vrij islamofoob zijn en in sommige gevallen xenofoob. En een derde is de spiegel voor de niet-gelovige die überhaupt bijna geen respect lijkt op te kunnen brengen voor welke religieuze uiting of vorm dan ook.”
“Zo werkt het boek: ik houd iedereen constant een spiegel voor. Dat geldt ook voor mezelf; ik moet ook mijn eigen denken toetsen. Ik moet zelf door een laag islamofobie heen. Ik heb natuurlijk ook echt persoonlijke pijn ondervonden, omdat ik de afgelopen jaren verliefd werd op moslima’s. Die relaties faalden jammerlijk door de druk van de gemeenschap en door het religieuze verbod voor een moslima om met een christelijke man samen te zijn, of vroeger toen ik een lesbische relatie had.”
Wat ik jongeren meestal aanraad, is eerst uit huis te gaan en dan pas uit de kast te komen
“Als je goed kijkt naar de moslims in dit boek, dan is dat precies hetzelfde: zij hebben ook die haat-liefdeverhouding tot hun eigen gemeenschap en tot de samenleving. Aan de ene kant zijn ze echt Nederlander, aan de andere kant kunnen ze nooit helemaal Nederlands zijn. Aan de ene kant zijn ze gek op de gemeenschap, aan de andere kant worden ze gek van de druk en de sociale controle. Aan de ene kant houden ze van God en hun religie en aan de andere kant hebben ze moeite met allerlei uitingen of interpretaties daarvan.”
Homofobe religies?
“Homoseksualiteit, pedoseksualiteit en seks met dieren worden door veel mensen in dezelfde zin genoemd, alsof het drie dezelfde dingen zijn. Zowel in de Bijbel als in de Koran is het woord homoseksueel nooit geschreven, want die term bestond helemaal niet. Maar er zijn wel verwijzingen die je als zodanig zou kunnen lezen, al moet je daarvoor best creatief zijn. Overigens staan er in de Bijbel meer expliciete teksten dan in de Koran.
“Het punt is: in hoeverre wordt de Schrift getoetst en daar zit de bottleneck. Verhalen die op zich niet over seksualiteit gaan, hebben tot heel veel gevolgen geleid voor homoseksualiteit. ‘Het is haram.’ Waarom is het haram? ‘Omdat ik dat gehoord heb.’ Maar die imam weet de bron zelf ook niet. Eigenlijk zijn er in de islam meer aanknopingspunten om te zeggen dat homoseksualiteit niet zondig is, dan dat het zondig zou zijn. Veel moslims die op zoek gaan naar de ware betekenis van die teksten, komen daarop uit, maar het vraagt moed.”
Schizofrene situatie
“Óf je bent moslim en dan ben je zeker geen homo, óf je bent homo en dan ben je zeker geen moslim. Het idee dat je die twee kan verenigen! Dan word je door niet-gelovigen uitgelachen, want ‘jij gelooft in een onderdrukkende religie, wat doe je nou?’ Je wordt door moslims uitgelachen, want homoseksualiteit zou zogezegd haram zijn, zondig. Je hebt de innerlijke strijd en dan heb je nog, on top of everything, de LGBT+ gemeenschap die vaak hartstikke antireligieus is. Zodra je met een hoofddoek in een gaybar komt, reageren mensen heel vijandig, omdat ze denken: jij bent een moslim. Dat ze misschien lesbisch is, komt in ons hoofd niet op.”
“LGBT+ moslims komen in een soort schizofrene situatie terecht, omdat ze niet zouden bestaan, maar ze zijn er wel degelijk en vechten een driedubbele strijd voor hun bestaansrecht.”
Uit de kast
“Wat ik jongeren meestal aanraad, is eerst uit huis te gaan en dan pas uit de kast te komen. Je moet mensen tijd geven met hun emoties om te gaan; het is een schokgolf. Het kan intimiderend worden, soms ook gewelddadig in de hitte van het moment. Het is ook vooral voor jezelf emotioneel te zwaar om ertussen te zitten, tussen die huilende moeder en die schreeuwende vader. Misschien gaat het fantastisch, maar het kan ook misgaan, en waar moet je dan heen?”
Veel mensen noemen zich uitgesproken katholiek, terwijl ze niet eens geloven
“Stel: je bent een Marokkaanse Belg die homoseksueel is. Je rent weg van huis, het hele verhaal. Vervolgens kom je in een gaykroeg, word je nog kutmoslim of kutmarokkaan genoemd ook, word je aangesproken op die aanslag van eergisteren en ga zo maar verder. Binnen de LGBT+ gemeenschap bestaat veel racisme. Het constante veroordelen en het ter verantwoording roepen is een gif. En een lichaam van kleur wordt geseksualiseerd.”
“Dus geven wij veilige steun van buiten? Nee. Je kan niet meer thuis lekker bij je mama op de bank zitten, maar er is ook niemand anders met wie je op de bank kan zitten.”
Samenleving op drift
“Veel mensen noemen zich uitgesproken katholiek, terwijl ze niet eens geloven. Dat zie je ook bij moslims. Dat mag, maar dan krijg je iets heel geks: mensen die zonder rechtstreeks met God in contact te staan, wel vertellen hoe anderen volgens hun religie moeten leven. Moslims die goed onderlegd zijn in hun geloof, hebben geen moeite met mijn kritische vragen, maar anderen worden woedend. Eigenlijk is dat vanuit onmacht omdat ze geen van mijn vragen kunnen beantwoorden.”
“Ik zie dat ook in onze maatschappij in bredere zin. Omdat wij niet meer weten waarvoor we staan, wie we zijn, zijn we zo huiverig tegenover de ander, want die roept vragen op over onszelf. Vandaar zoveel racisme, homofobie, populisme, xenofobie… Dat zijn allemaal gevolgen van een samenleving die op drift is geraakt en mensen die niet meer weten wie ze zijn of waarin nog te geloven.”
“Vandaar ook het hele identiteitsdenken: ieder past in een hokje, bijvoorbeeld ‘ik ben homo’. Het is allemaal zwart-wit geworden en we spreken elkaar ook maar aan op die éne identiteit. Pas als blijkt dat je meer gemeenschappelijk hebt, werkt het verbindend. Nu werkt het alleen verdelend. Je denkt: ‘De slager is moslim en is hetero, dus hij zal me niet aanvaarden.’ Terwijl hij in dezelfde wijk woont, misschien naar dezelfde muziek luistert, wie weet een lesbische dochter heeft en vul maar aan.”
Eigen verslaggeving