Come In Out: Hoe bewijs je dat je holebi bent?
“Can you prove you’re straight?” Met die slogan lanceerden twaalf jongeren de expositie Come In Out die door heel Vlaanderen trekt en van start ging in Gent. Ze willen de aandacht vestigen op de verschillende drempels waar LGBT+-asielzoekers mee te maken krijgen.
In de laatste tien jaar vroeg vier procent van alle asielzoekers in België internationale bescherming aan op basis van hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Om in ons land hiervoor asiel te krijgen, moet je je seksuele oriëntatie of genderidentiteit tijdens de asielprocedure bewijzen.
Dat gebeurt tijdens een zogenaamd geloofwaardigheidsonderzoek waarin de asielzoekers moeten aantonen dat ze effectief LGBT+ zijn en om die reden vervolgd werden in hun thuisland. Ondanks hun kwetsbare situatie worden deze mensen in dit onderzoek vaak geconfronteerd met vooroordelen, absurde vragen en tegenstrijdige verwachtingen.
Stereotiepe verwachtingen
“Onderzoek toont aan dat beoordelaars en rechters hun beslissing over het al dan niet geloven van een LGBT+-persoon baseren op stereotypes. Wie buiten hun holebi- en transnormatieve beeld valt, is een vogel voor de kat. Hoog tijd dus om bij een geloofwaardigheidsonderzoek niet te vertrekken van deze verwachtingen, maar van het individuele verhaal van een LGBT+-vluchteling. Om dat te verkrijgen, moeten we evolueren van wantrouwen naar dialoog en van stereotiepe verwachtingen naar inzicht over de complexiteit van seksualiteit en genderidentiteit”, stelt Come In Out. ·
- De beoordelaars hechten veel belang aan seksuele activiteit als uiting van holebiseksualiteit. Wanneer iemand die asiel aanvraagt daar weinig aandacht aan schenkt, leidt dat vaak tot een weigering uit de overtuiging dat men in het land van herkomst kan leven 'met een discrete houding'. Hierbij vergeten ze dat iemand geen seks hoeft te hebben om te weten wat hun seksuele oriëntatie is.
- Enerzijds wordt het niet als geloofwaardig beschouwd als iemand niet actief op zoek gegaan is naar partners. Anderzijds wordt het ook als niet geloofwaardig beschouwd als er te veel risico genomen werd om een relatie te hebben.
- Seksuele oriëntatie wordt gezien als een stabiel gegeven en er is geen erkenning voor het volledige spectrum en de fluïditeit ervan.
- Eens in België, wordt verwacht dat de asielzoeker de LGBT+-scene ontdekt en bijvoorbeeld een aantal namen van LGBT+-bars kan opsommen. Hier houdt men geen rekening met mogelijk racisme, financiële beperkingen of het feit dat niet elke holebi- of trans persoon wenst deel uit te maken van deze scene.
- Het niet kunnen voorleggen van bewijsmateriaal - in de vorm van foto’s, brieven en emails van (ex-)partners - is problematisch. Anderzijds wordt dat bewijsmateriaal ook vaak als onbetrouwbaar of nietszeggend bestempeld wanneer het er wel is.
Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) erkent het probleem in De Standaard, maar verdedigt hun aanpak wel. “We moeten het verhaal van asielzoekers nu eenmaal checken. In het geval van holebi’s zijn we genoodzaakt intieme vragen over seksualiteit of genderidentiteit te stellen. We doen dat in de best mogelijke omstandigheden. Daarnaast krijgen onze mensen ook opleidingen van çavaria”, zegt woordvoerster Gabrielle Baes.
Geconfronteerd met eigen vooroordelen
Johannes is 23, studeert Urban Studies in Brussel. Hij is een van de twaalf CHanGEmakers die naar het buitenland (Oeganda, Marokko of Libanon) trok.
Waarom deed jij mee aan CHanGEmakers?
“Een vriendin van mij nam vorig jaar deel. Ze vertelde me over de projecten en de reis, en dat klonk echt iets voor mij. Ik studeer veel en kom weinig achter mijn boeken vandaan. Dit project was de ideale gelegenheid om daar verandering in te brengen. De thematiek sluit perfect bij mij als persoon aan en er heerst een mentaliteit die ik helemaal ondersteun. Het is een complex thema, met veel lagen, maar heel relevant en absoluut nodig om te bespreken.”
Jij bent naar Oeganda gereisd, hoe was dat?
“Als ik over die reis vertel, verval ik altijd in clichés. Maar het is echt waar: het was een once in a lifetime experience. Het was een ongelofelijke kans en voorrecht om die mensen te ontmoeten. Activisten zoals Bibe Kalalu en zijn angels (foto) nemen veel risico’s en geven veel op om zich in te zetten voor kwetsbare groepen zoals vrouwen, LGBT+-personen of vluchtelingen.”
Wat blijft je het meest bij van de reis?
“Als je naar Oeganda gaat, zoek je op voorhand veel informatie op. Ik ben zelf homo, dus je leest veel over die wetten tegen homoseksualiteit en ga je een beetje met een bang hart naar daar. Maar eens daar merk je wel hoeveel verschillen er zijn tussen de wetten en de houding van mensen. Er zijn veel mensen die willen helpen en zich voor de queer community inzetten. Daarnaast zijn de meeste Oegandezen echt niet zo radicaal als de wet.
Er is zeker een mogelijkheid om de situatie in Oeganda te verbeteren. Je mag je niet laten vangen door wat er op papier staat. Als je kijkt naar wat mensen denken, krijg je een veel realistischer en positiever beeld. Een beetje confronterend voor mezelf, want ik ging ervan uit dat iedereen er heel negatief ten opzichte van LGBT+-personen zouden zijn. Ik werd er geconfronteerd met mijn eigen vooroordelen.”
Organisaties moeten zich ook beseffen dat inclusief werken meer betekent dan een hokje afvinken als er een homo of een moslim in hun team zit.
Jullie trekken nu door Vlaanderen. Naar welk evenement kijk je het meest uit?
"Er staan nog twee belangrijke evenementen op het programma: Queer Talks in Gent op 27 november, en ReDefine in Brussel op 7 december. Tijdens Queer Talks komen experts praten over de complexiteit van LGBT+-migratie. Op ons slotmoment in Brussel geven we op een artistieke manier een nieuwe interpretatie van mensen die op het kruispunt leven van LGBT+-persoon zijn en een migratieachtergrond hebben.”
De procedure waarin LGBT+ migranten moeten bewijzen dat ze homo zijn stond centraal in jullie eerste campagne. Wat kan de Vlaming daaraan doen?
Vaak worden asielzoekers tijdens of na hun asielprocedure geconfronteerd met het homonationalisme (het opeisen van LGBT+-rechten als superieure westerse waarde, red.), dat stigma’s en vooroordelen kleeft op LGBT+-vluchtelingen. Wij, de Vlamingen, kunnen dat in vraag stellen en niet zomaar meegaan in dat politieke discours. Daarnaast moeten organisaties er zich ook bewust van worden dat inclusief werken meer betekent dan een hokje af te vinken als er een homo of een moslim in hun team zit. Ze moeten risico’s durven nemen en mensen die op een kruispunt zitten, zoals een LGBT+-vluchteling, er ook bij te betrekken. Ik denk dat dat een grote stap is die we kunnen en moeten maken.”
Come In Out is een campagne van CHanGE, een project van UCOS vzw. Meer informatie en de volledige lijst van evenementen vind je op hun website.
Eigen verslaggeving, persdossier