Minidocumentaire 'Homo Universalis': Leerkracht en homo, wat nu?!
In de minidocumentaire ‘Homo Universalis: leerkracht en homo, wat nu?!’ onderzoeken Sofie Moors en Steff Nellis hoe homoseksuele leerkrachten omgaan met hun seksuele geaardheid voor de klas. Pleiten ze voor open communicatie of blijven ze in de kast?
Eind december 2019 werden twee jongemannen aangevallen in Gent. Vlaanderen reageert geschokt dat er vandaag nog zoveel onverdraagzaamheid is ten aanzien van de LGBT+-gemeenschap. “Wij komen dagelijks in contact met verbale en non-verbale vormen van agressie omwille van onze seksuele geaardheid.”, klinkt het bij LGBT+-jongeren. Onverdraagzaamheid blijft ook anno 2020 een probleem. Ook in het onderwijs blijkt het voor leerkrachten niet altijd vanzelfsprekend om uit de kast te komen.
Sofie Moors en Steff Nellis werken tijdens hun opleiding in de School of Education aan de Universiteit van Antwerpen aan een project rond homoseksualiteit in het onderwijs. Waar meestal de homoseksuele leerling centraal staat, belichten zij de homoseksuele leerkracht. “Er bestaat veel materiaal dat leerlingen kan begeleiden die kampen met hun seksuele geaardheid. Maar informatie over hoe je als leerkracht kan omgaan met je eigen seksualiteit is erg beperkt.” legt Moors uit: “Wij vinden het daarom interessant om de rollen om te draaien. Vormt een homoseksuele geaardheid een barrière als je in het onderwijs stapt?”
Verder onderzoek nodig
De focus van de documentaire ligt op homomannen. “Dat is een bewust gekozen inperking in ons onderzoeksproject.” stelt Nellis: “We wilden ons voor deze reeks interviews kunnen richten op een specifieke doelgroep. Toch is deze documentaire geen exacte of statistische wetenschap. We kunnen geen significante onderzoeksresultaten voorleggen maar proberen wel een schets te maken van een tendens die verder onderzocht kan worden.” Moors en Nellis pleiten dan ook voor verder onderzoek naar onder andere niet-heteroseksuele vrouwen, trans personen of andere groepen binnen de LGBTQ+-gemeenschap in de verschillende onderwijstypes en -koepels.
Voor de minidocumentaire trokken de studenten naar scholen in de grootstad Antwerpen en het kleinstedelijke Hasselt. De zeven geïnterviewde mannen staan in verschillende instellingen van kleuter- tot hoger onderwijs. Hoewel de onderzoeksresultaten niet sluitend of representatief zijn, durven ze toch enkele opvallendheden in kaart brengen: “Allereerst valt het op dat nergens sprake is van een eenduidig beleid rond homoseksualiteit. Wel heerst er vaak een verhoogde gevoeligheid voor het thema”, vertelt Moors: “We stelden onszelf ook de vraag of de moeilijkheidsgraad van een coming out locatiegebonden is. De door ons bevraagde leerkrachten denken dat het schoolklimaat een grotere invloed heeft dan de locatie. Dat blijkt onder andere uit collega’s die voor een hoog dan wel laag veiligheidsgevoel zorgen. Als ‘lotgenoten’ en ‘bondgenoten’ beïnvloeden collega’s het welbevinden van homoseksuele leerkrachten positief. Ze kunnen echter evenzeer zorgen voor ergernissen of frustraties en zelfs kwetsen door te lachen met homoseksualiteit.”
Moeilijker voor beginnende leerkrachten
“Wat buiten kijf staat is dat het aantal jaar ervaring significant is voor de coming out”, zegt Nellis: “Beginnende leerkrachten lijken minder snel openlijk over hun seksuele geaardheid te praten dan ervaringsdeskundigen die reeds enkele jaren vertrouwd zijn met de praktijk van het lesgeven en de school als werkplek. Een andere parameter die van belang lijkt, is de leeftijd van leerlingen. Zowel kleuters en jonge kinderen als jongvolwassenen blijken een meer toegankelijk doelpubliek dan tieners tussen de leeftijd van tien tot zestien. Het valt ook op dat er onenigheid is over de aanpak met betrekking tot het bespreken van homoseksualiteit: sommige leerkrachten zweren bij expliciete klasgesprekken, open communicatie en themadagen terwijl andere liever meer impliciet te werk gaan door homoseksualiteit terloops in de lesinhoud te stoppen.”
Een van de meest opvallende bevindingen van de bevraging heeft betrekking tot het rolmodel dat je als homoseksuele leerkracht kan zijn voor een leerling die kampt met zijn seksuele geaardheid. Die mogelijkheid wordt niet ontkend maar de leerkrachten plaatsen er wel serieuze vraagtekens bij. Daan Joos spreekt van een dubbel gevoel: “Tuurlijk wil ik een voorbeeldfunctie opnemen, maar is dat ook mijn plicht, louter omwille van mijn seksuele geaardheid?” Joos Van Goethem sluit daarbij aan en stelt dat je als homoseksuele leerkracht eerder de groep rond de homoseksuele leerling kan beïnvloeden: “Door een rolmodel te zijn voor de heteronormatieve schoolomgeving, normaliseer je LGBT+-thema’s zonder ze expliciet te problematiseren.”
Voorlichting blijft noodzakelijk
"De video geeft een realistisch beeld van hoe divers LGBT+-leerkrachten zijn. Niet iedereen wil een rolmodel zijn en dat hoeft ook niet. Wat me wel opviel is dat quasi alle leerkrachten hun coming out pas deden als er expliciet naar gevraagd werd. Het feit dat ze bewust nagedacht hebben of ze er al dan niet over willen praten, bewijst dat er nog een stigma is over seksuele oriëntatie in het onderwijs. Het is iets waar je als hetero en cis leerkracht nooit over moet nadenken. Dit duidt op de noodzaak aan blijvende voorlichting en als voor een schoolbeleid over gender en seksuele diversiteit, zowel voor leerlingen en leerkrachten", zegt Kaj Poelman, beleidsmedewerker Onderwijs bij çavaria.
Persbericht, eigen verslaggeving