Holebiksualiteit in Tunesië: gevangen tussen repressieve wetten en een vijandige bevolking
Sinds de Jasmijnrevolutie heeft Tunesië een grote vooruitgang geboekt in het domein van de individuele vrijheden. Het land werd een voorbeeld voor andere Arabische landen. Maar niet alle vrijheden zijn anno 2020 gewaarborgd in Tunesië, zo staat holebiseksualiteit nog steeds in het strafrecht.
Sinds de revolutie, die begon in december 2010, is er opnieuw vrijheid van meningsuiting in het land. Het land keerde na de revolutie terug naar een burgerlijke staat maar de revolutie betekende vooral ook het einde van de politiedictatuur die het land gedurende tientallen jaren in haar greep hield.
Er kwam een grondwet die traditionele waarden en de hoekstenen van de moderne maatschappij verzoent en de vreedzame overdracht van de macht was een overwinning voor de democratie.
Rozengeur en maneschijn
Ook al werd er al veel bereikt, niet alles is rozengeur en maneschijn in het land, want nog niet alle vrijheden zijn gewaarborgd. Het onttrekken van holebiseksualiteit aan het strafrecht is hiervan een schrijnend voorbeeld.
Holebiseksualiteit blijft een misdrijf dat strafrechtelijk vervolgd wordt en ook lang niet altijd sociaal niet aanvaard wordt. Mensen van hetzelfde geslacht die samenwonen, genieten ook niet dezelfde wettelijke bescherming van de woonst zoals ‘gemengde’ samenwonende koppels. De Tunesische wetgever is bijzonder duidelijk en het strafrecht (dat gebaseerd is op de oude koloniale wetgeving) voorziet tot drie jaar gevangenis voor ‘daden van sodomie’ tussen volwassenen (ook met wederzijdse toestemming).
Smartphone afnemen
Een aantal waarnemers maakt gewag van een verhoogde activiteit van de overheid met betrekking tot de discriminatie en de schending van de rechten van de LGBTI+-community. Zo publiceerde het Amerikaanse State Department in 2018 een rapport over de mensenrechten in Tunesië. Het stelt dat: “de overheid zich baseert op het strafrecht om, louter op basis van voorkomen of gedrag personen op te pakken en te ondervragen over hun seksuele geaardheid.”
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) klaagt aan dat het vaak gebeurt dat de politie een huis van ‘vermeende homo’s’ binnendringt, smartphones in beslag neemt en uitleest, de bewoners onderwerpt aan een rectaal onderzoek en hen dwingt om ‘bekentenissen’ af te leggen over hun seksuele oriëntatie.
Wij zijn volwaardige burgers en we hebben het recht om zo behandeld te worden, zonder uitsluiting en discriminatie - Faysal
De openbare aanklagers maken dan gebruik van deze onder dwang bekomen bekentenissen om vervolging in te stellen op basis van het draconische verbod op seksuele relaties tussen volwassenen van hetzelfde geslacht.
Deze vernederende praktijken zijn een aanfluiting van de bepalingen van de Tunesische grondwet die de gelijkheid en de waardigheid van alle burgers garandeert zonder enige discriminatie op welke gronden dan ook.
Volwaardige burgers
Op haar beurt verklaarde Amna Guellali, directrice van de Tunesische afdeling van HRW: “De autoriteiten hebben niet het minste recht om zich te mengen in het privé- en/of seksleven, noch om individuen te brutaliseren en te vernederen onder voorwendsel van het doen naleven van discriminerende wetten.” En ze voegt er nog aan toe: “Tunesië moet dringend werk maken van het afschaffen van de wetten die sodomie verbieden en ze moet de vrijheid van het privéleven eerbiedigen”.
“Ik ben homo en daar ben ik fier op”, getuigt Faysal. Hij is een Tunesische homo die ik ontmoette. “Ik woon samen met mijn vriend en niemand heeft het recht om zich te mengen in onze keuze. Dit is een persoonlijk recht en ik verwacht dat de anderen mijn overtuiging en seksuele oriëntatie respecteren. Wij zijn volwaardige burgers en we hebben het recht om zo behandeld te worden, zonder uitsluiting en discriminatie. De overheid moet hierover waken en ons beschermen”, voegt hij er nog aan toe.
Vervalst rectaal onderzoek
Steeds meer juristen, professionelen uit de mediawereld, journalisten en mensenrechtenorganisaties hebben zware kritiek op het uitvoeren van een gedwongen rectaal onderzoek om vermeende homoseksuele betrekkingen te ‘bewijzen’. Dit ‘onderzoek van de schande’ is een zware inbreuk op de fysieke integriteit en de persoonlijke vrijheid, twee waarden die nochtans gewaarborgd worden door de Tunesische grondwet.
HRW meldt in september 2015 de arrestatie van Marwen, een 22-jarige student. Enige tijd later veroordeelde de rechtbank van eerste aanleg hem tot een gevangenisstraf van één jaar op beschuldiging van sodomie. Eén van de overtuigingsstukken was net een vervalst rectaal onderzoek.
Het was een gevoel van ultieme vernedering en schaamte om naakt te zijn en aangetast te worden in mijn diepste intimiteit terwijl anderen toekeken - Amir
De mensenrechtenorganisatie haalt ook nog een politieoptreden in Kairouan aan: zes studenten werden bij een inval in hun studentenhome aangehouden en onderworpen aan een rectaal onderzoek. Op basis daarvan veroordeelde de rechtbank van eerste aanleg van Kairouan hen tot een gevangenisstraf van drie jaar wegens sodomie en aansluitend tot drie jaar verbanning uit hun thuisstad. Het Hof van Beroep herleidde de straf tot een opsluiting van twee jaar en drie maanden. Maar de studenten hadden ondertussen al geruime tijd in de gevangenis doorgebracht, zij hadden nu een strafblad en ook het sociale aspect is niet te onderschatten: ze keerden als ‘veroordeelde homo’ terug in een holebifobe maatschappij.
Onrechtvaardig
Fadi, een 40-jarige ingenieur doet me wenend zijn verhaal: “Dit is het ergste dat mij ooit overkwam. Ik was nadien zowel fysiek als mentaal een wrak. De slagen die ik moest incasseren bij de arrestatie, de vreselijke omstandigheden van de opsluiting, die wonden helen langzaam. Maar de herinnering aan de vernedering en het misprijzen door politieagenten is blijvend. Het deed me beseffen dat ik in een land leef waar geen rechtvaardigheid voor holebi’s bestaat.”
Andere getuigen bevestigen dit: De 26-jarige Amir vertelt: “Het was een gevoel van ultieme vernedering en schaamte om naakt te zijn en aangetast te worden in mijn diepste intimiteit terwijl anderen toekeken.” En tenslotte vertelt Faouzi: “Het was onvoorstelbaar vernederend. Op dat moment wou ik dat de aarde zich opende en mij opslokte.”
Zweem van hoop
De problemen zijn legio en voor veel Tunesiërs is het LGBTI+-thema eerder een bron van spot dan een van begrip en steun.
Toch staat er hier en daar een moedige voorvechter op die, gewapend met de postrevolutionaire grondwet en het Verdrag van de Rechten van de Mens, ijvert voor de afschaffing van artikel 230 uit het strafwetboek, de mensonterende rectale onderzoeken en de strafmaat van drie jaar gevangenisstraf voor sodomie.
In 2015 werd SHAMS opgericht, een vereniging die zich onder meer inzet voor de afschaffing van de segregatiewetten die de seksuele minderheden viseren en ijvert voor een waardig leven voor elk individu ongeacht zijn seksuele oriëntatie.
Recente overwinning
De overheid spaarde geld noch moeite om SHAMS buiten de wet te plaatsen. In 2016 vaardigde ze een besluit in die zin uit. Het begin van een lange juridische strijd, de strijd van de moedigen… Het verweer van SHAMS mondde uiteindelijk uit in een vonnis van het Hof van Beroep waarin bevestigd werd dat de vereniging haar activiteiten mocht verderzetten.
Toch gaf de overheid zich niet gewonnen, ze stapte naar het Hof van Cassatie. Dat hof bevestigde op 20 februari 2020 het eerdere vonnis van het Hof van Beroep. Wat een overwinning voor de Tunesiche LGBTI+-gemeenschap. Dit arrest is een triomf voor zij die vechten voor de naleving van de mensenrechten in Tunesië en een bewijs van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
De overwinning die SHAMS boekte is niet alleen een mijlpaal en een bron van hoop voor de lokale LGBTI+-gemeenschap, maar plaatst ook de overheid in een minder comfortabele positie voor haar repressief beleid.
Lange weg te gaan
SHAMS en de LGBTI+-gemeenschap wonnen een veldslag, maar niet de oorlog. Er is nog een lange weg te gaan en er zullen nog vele inspanningen moeten geleverd worden door LGBTI+-activisten vooraleer Tunesië een land zal zijn waar de LGBTI+-personen aanvaard worden en zich thuis voelen.
Ander hoopgevend nieuws is er van het wetgevende front: vorig jaar werd een wetsvoorstel aan het Tunesische parlement voorgelegd waarmee de discriminatie van seksuele minderheden ongedaan zou gemaakt worden. Het is afwachten of dit voorstel ook wet wordt maar ook dit is een beweging in de goede richting.
Eind februari van dit jaar publiceerde Amnesty International een uitgebreid rapport dat een scherpe aanklacht is tegen de bestaande situatie
Naast SHAMS is ook DAMJ actief, een Tunesische NGO die opkomt voor minderheden en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, zoals uiteraard de LGBTI+-populatie. Zij maken melding van 115 aanhoudingen en 38 veroordelingen in 2018 op basis van de sodomiewetgeving.
Dat twee lokale organisaties zich inzetten is natuurlijk lovenswaardig maar zij hebben alleen een zeer beperkte nationale impact. Maar ook Amnesty International volgt de situatie op de voet op. Eind februari van dit jaar publiceerden zij een uitgebreid rapport dat een scherpe aanklacht is tegen de bestaande situatie. Uiteraard is de steun en de actie van een mensenrechtenorganisatie met een mondiale invloed en weerklank van groot belang om druk te zetten op een onwillig regime.
Ook als is de weg nog lang, het lijkt er op dat een beweging in de goede richting is ingezet en dat de LGBTI+-community mag hopen op een betere toekomst met als start het schrappen van holebiseksualiteit in het strafwetboek.
------------------------------
Heb je naar aanleiding van dit bericht nood een aan een gesprek? Contact opnemen met de Lumi kan via www.lumi.be of 0800 99 533.
Eigen verslaggeving