Column: "Het oogpunt van de seksuoloog ontbreekt"
Elke maand kruipt ZIZO-redacteur Erwin Abbeloos voor ons in zijn pen. Hij schrijft over het leven, de LGBTI+-strijd, de actualiteit, ouder worden en af en toe ook over ABBA. Voor de column van deze maand geeft Erwin ons zijn mening over seksuele agressie en de onlangs aangepaste sekswet vanuit zijn oogpunt als seksuoloog in opleiding.
In de debatten over seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag ontbreekt het oogpunt van de seksuoloog en diens inzichten die perfect naast de inzichten van de psycholoog kunnen bestaan. De media focussen veelal op het slachtoffer, de hashtags nagelen de dader aan de schandpaal en het slachtoffer begint aan een moeizaam herstelproces. De dader wordt onzichtbaar gemaakt, ontmenselijkt, gecanceld en beschadigd en het is maar de vraag hoe deze herstel kan doen. Ook een dader heeft recht op herstel.
Dat de sekswet aan een grondige update toe was, betwist niemand maar we mogen deze wet niet eenzijdig als streng strafmiddel of als religieuze eeuwige boetedoening laten gelden tegen de dader.
Dat de sekswet aan een grondige update toe was, betwist niemand maar we mogen deze wet niet eenzijdig als streng strafmiddel of als religieuze eeuwige boetedoening laten gelden tegen de dader. Eens de wetgever de onderzoeken en de uitspraken gedaan heeft, moet de dader ook emotioneel een plaats vinden en gehoord worden zodat we allemaal aan één zijde van de wet staan en niet een wij tegen hen verhaal schrijven. Een hersteltraject, met oog op het individu en diens seksuele belevenis, moet ook aangeboden worden aan de dader wanneer de feiten bewezen zijn. We vergeten al te gauw dat ook daders getraumatiseerd zijn, we staan als maatschappij veel te snel klaar om te hashtaggen en te fulmineren.
Als seksuoloog in opleiding mis ik onze afwezigheid in de werkgroepen, de commissies en de debatten maar ook in het individueel hersteltraject van de dader
Als seksuoloog in opleiding mis ik onze afwezigheid in de werkgroepen, de commissies en de debatten maar ook in het individueel hersteltraject van de dader en waarvan we weinig of niets afweten. Met alle respect voor mijn collega’s psychologen en therapeuten kunnen zij nooit de inzichten van een seksuoloog bijbrengen, nochtans niet te verwaarlozen wanneer het over seksueel geweld gaat. We moeten integendeel samen in dergelijke hersteltrajecten zijn om het ook over seksualiteit van de dader te hebben. Meer straffen geven geeft geen garantie tot diepgaand schuldbesef. Begrijpen waarom iemand seksueel gewelddadig is en wat de oorzaak kan zijn, is een andere opgave waarbij de seksuoloog mee helpt te repareren.
We hebben vandaag de neiging om agressiviteit louter te begrijpen en te herleiden tot schade toebrengen aan de andere. Zo labelen we agressie met geweld en vijandigheid en is het begrip herleid tot iets negatiefs terwijl agressie ook deel uitmaakt van een natuurlijk verdedigingsmechanisme. Bij seksuele agressie is uiteraard geen sprake van positieve agressie, eerder spreken we van een stoornis. Iets is uit balans. Om te begrijpen waarom iemand in staat is tot seksueel geweld moet deze agressie benaderd worden vanuit twee negatieve aspecten van agressie: destructieve en fallische agressie. In zijn boeken benoemt en analyseert de Canadese seksuoloog Claude Crépault deze verschillende aspecten rond seksueel geweld, lang voordat hashtags het licht zagen.
De seksuoloog kan deze traumatismen blootleggen en behandelen.
De destructieve kant van agressie legt de link met vijandigheid dat kan leiden tot wraak. Als agressie en geweld voortvloeien uit haat, is het belangrijk om te begrijpen dat het gaat om een intentie pijn te doen, de andere te beschadigen, te laten lijden. Deze vorm van agressie is een wraakgevoel dat voortvloeit uit een beschadigd narcisisme, door verlaten geweest te zijn door een belangrijk persoon of door het ontbreken van pyscho-affectie. Het destructief gedrag creëert een verbeelde of een reële vijandigheid; het uiteindelijke doel van de dader is een traumatisme om te zetten in een overwinning op dat traumatisme. De dader voelt zich minderwaardig, ziet zichzelf niet meer graag en er ontstaat een narcistische woede die moeilijk te beheersen valt. Deze manier van agressie tonen dient slechts één doel: de andere vernederen, de andere uitschakelen. De seksuoloog kan deze traumatismen blootleggen en behandelen.
Het doel is steeds hetzelfde: door viriele kracht of macht, al dan niet gefantaseerd, een situatie of een persoon domineren.
Fallische agressiviteit linkt agressie aan gefantaseerde of gemeende houdingen die een stoere en viriele kracht of macht uiten om zo een gendergerelateerde dominantie te laten gelden. Het gebruik van ‘gendergerelateerde dominantie’ of ‘gendergerelateerd geweld’ lijkt me in onze hedendaagse maatschappij gepaster en inclusiever dan het woord ‘geslacht’; een fallische dominante houding beperkt zich immers niet tot een verhouding man/vrouw – man/man of vrouw/vrouw maar is gelinkt aan menselijke handelingen of eigenschappen die dominantie invullen, ongeacht het geslacht of seksualiteit. Vaak wordt gedacht dat enkel vrouwen lijden onder dit soort geweld, maar ook mannen en trans personen kunnen slachtoffer worden van verkrachting, partnergeweld of genitale verminking. Omgekeerd kunnen ook vrouwen en trans personen als daders optreden.
Mits begeleiding van een seksuoloog, kan een dader de destructieve agressie beter begrijpen en meer nog dan louter schuldbesef als ritueel, tot inzicht en een échte verandering komen en begrijpen wat grensoverschrijdend gedrag is.
Gendergerelateerde dominantie verwijst naar geweld dat zich richt tegen iemand omwille van diens geslacht, genderidentiteit of genderexpressie. Daaronder vallen seksueel geweld (zoals verkrachting, aanranding en seksuele intimidatie), partnergeweld, mensenhandel en slavernij, gedwongen huwelijken, genitale verminking en transfoob geweld. Meestal gaat deze agressie gepaard met pure fysieke kracht die o.a. sterk gesymboliseerd wordt door de penis. De penis symboliseert kracht (of juist niet wanneer de penis zijn functie niet kan vervullen). Maar verder dan de penis alleen, kan een agressieve fallische houding zich bij iedereen uiten in allerlei gestes, kleding, macht, machtposities, de keuze van bepaalde types auto’s, iemand met de gsm filmen in een conflictsituatie maar evenzeer bij spiking (een verdovend middel in iemands drankje doen nvdr.). Het doel is steeds hetzelfde: door viriele kracht of macht, al dan niet gefantaseerd, een situatie of een persoon domineren.
Fallische agressiviteit hoeft op zich geen haat dragen of intentie hebben om pijn te doen. Bij seksueel geweld en verkrachting handelt voornamelijk de destructieve kant van agressie. Maar in combinatie met fallische agressiviteit kan de dader, mits begeleiding van een seksuoloog, de destructieve agressie beter begrijpen en meer nog dan louter schuldbesef als ritueel, tot inzicht en een échte verandering komen en begrijpen wat grensoverschrijdend gedrag is.
in geval van seksueel geweld is het onontbeerlijk om ook de seksuoloog te betrekken bij het herstelproces van de dader.
De meeste mensen beschikken over natuurlijke remmers die ons beschermen om de negatieve kant van agressie te laten uiten. Als het bij seksuele agressie gaat over negatieve agressie met het gevolg de andere mentaal of fysiek pijn te doen, is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis of een mentale stoornis. Daarom is het in geval van seksueel geweld onontbeerlijk om ook de seksuoloog te betrekken bij het herstelproces van de dader.
Eigen verslaggeving