Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
column
Ik was bang dat niemand vrienden met een homo wilde zijn
Zodra ik het dorp binnenrijd komt de zon door. De druppels van de bui waar ik zojuist doorheen gereden ben veranderen in miniregenbogen op de voorruit. Het is alweer twee weken geleden dat hij, de jongen die ik vroeger hockeytraining gaf, me een berichtje stuurde.
De dag na het berichtje werd ik gebeld. Niet door de jongen, maar door zijn moeder. Om te vertellen hoe gelukkig ze voor hem was. Zijn vader belde me een half uur later, niet wetende dat zijn vrouw al had gebeld. De moeder nodigde mij uit voor het avondeten, ‘om het te vieren’. Ik vond dat wat overdreven, en zei dat ook.
Ik kom de straat ingereden. De jongen staat al buiten. Hij grijpt me vast. Steviger heeft iemand me in tijden niet vastgehouden, denk ik nog. Ik hoor zijn ademhaling vertragen. Hij zucht en probeert tegelijkertijd iets te zeggen. “Ik ben zo blij dat je er bent.”
Wijn en knoflook
We lopen samen richting het huis. De geur van knoflook kietelt mijn neus. Vader en moeder staan te wachten bij de deur. Zijn moeder kust mijn wangen. Zijn vader geeft me een ferme handdruk. Zijn zusje komt enigszins verwilderd de trap afgerend. Het licht van de kaarsen op de gedekte tafel vult de kamer.
“Wat wil je drinken? Wijn?”, vraagt de moeder. Voor ik antwoord kan geven schenkt ze een glas in. We toosten op de jongen. Hij moet erom lachen en kijkt me aan. Zijn blik is open en warm, vrij en gelukkig.
“En, hoe is het nu? Is er veel veranderd?”, vraag ik plagerig.
“Helemaal niets. Het voelt zó goed dat ik mezelf kan zijn. Ik heb het mijn beste vrienden zelfs verteld. Die hadden het verwacht.”
“Verwacht?”
“Mijn beste vriendin zei dat ik het nooit over meisjes had. Toen het knapste meisje van onze school verkering vroeg, wilde ik niet. En veel jongensvrienden heb ik ook niet.”
“Ook mijn beste vriend wist het eerder dan ikzelf”, vertel ik. Je omgeving ziet het vaak al als jij nog worstelt. Voordat je uit de kast komt, is er vaak de angst mensen teleur te stellen. De jongen knikt. Zo had ik bedacht dat mijn ouders het erg zouden vinden minder kleinkinderen te krijgen.
Douchen na de wedstrijd
“Ik was bang dat niemand vrienden met een homo wilde zijn”, zegt de jongen. “En dat mijn teamgenoten niet meer met me zouden durven douchen na de wedstrijd.” Hij moet er zelf een beetje om lachen. Als ik vraag waarom, vindt hij die gedachte suf. “Je kan jezelf zo gek maken.”
We drinken koffie. Zijn vader maakt homograpjes en heeft nog een cadeautje voor ons. Een roze haarband voor op het hockeyveld. “Dan hoef je het je teamgenoten in ieder geval niet meer uit te leggen.”
Ik kus de familie gedag. We omhelzen elkaar iets langer dan toen ik aankwam. “Kom je binnenkort weer langs?”, vraagt hij net voordat ik de auto instap. “Misschien volgende week, vriend.”
Deze column is een vervolg op 'Uit de kast'.
Pepijn schrijft ieder weekend een column voor de Gaykrant, voortaan verschijnen zijn columns ook geregeld op ZiZo.
Bron:
Eigen verslaggeving
Lees meer over:
Gerelateerd nieuws: