Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
"Twee dates in één week? Het is geen vrijwilligerswerk" Jasper ontdekt online daten in de coronacrisis
Jasper is middenin de coronacrisis vrijgezel geworden. Stap voor stap ontdekt hij de wereld van het online daten. Met de daarbij horende twijfels, clichés en blunderverhalen. In zijn maandelijkse column ontdek je zijn stapjes mee vanop de eerste rij.
Zoals je de vorige keer kon lezen, was mijn allereerste wandeldate, sinds ik vorig jaar na acht bijzondere jaren opnieuw vrijgezel werd, geen succes. En hoewel ik moeilijkheden blijf ondervinden om iemand vol goede bedoelingen te moeten afwijzen, ga ik toch zonder aarzelen verder met swipen, checken en uiteraard de volgorde van mijn eigen gekozen foto’s nog eens omgooien. Want op dat ene kiekje komen mijn ogen er niet mooi genoeg uit door die felle achtergrond vol met planten. Want dat gaat het verschil maken met wie ik match. Ja, ja.
Geen man overboord
Dat echte heen en weer gooien van profielen staat al een tijdje op een lager pitje. Want na mijn mislukte date was er geen man overboord. Ah nee, want ik had nog twee mannen waarmee het online klikte. Dan moet ik mijn geld maar op hen inzetten. Al is er aan mij geen groot pokeraar verloren gegaan, ik zet laag in. Eigenlijk verkeerd. Want ik wil iemand, die ene persoon, waarop ik al mijn stuivers inzet! Maar goed, misschien is een van die twee the one.
‘Murder, She Wrote’
Hoe kom je eigenlijk te weten dat het met iemand klikt, zonder elkaar ooit al gezien te hebben? Goeie vraag. Want op zich interesseren de levens je niet van al die andere knapen die ook aan hun online liefdesqueeste bezig zijn. En niet te vergeten: de balans vinden tussen iets van jezelf prijsgeven, maar ook niet te veel. Ik ben ‘Dag Allemaal’ niet. Wat hij graag eet, hoe belangrijk zijn familie voor hem is en hoe zijn favoriete popmuziek klinkt… Het zijn onderwerpen die zowel in de online als offline babbels al naar boven kwamen. Maar telkens ik mezelf die vragen hoor stellen, geven ze me een wrang gevoel. Uiteraard moet je interesse tonen in je match, maar van spontaniteit is er geen sprake. Soms lijken die gesprekken vooral kruisverhoren te zijn uit ‘Murder, She Wrote’. Ja, ik ben meer Jessica Fletcher dan brombeer Witse. Om daarna alleen maar te kunnen hopen dat je de antwoorden (en vragen) terugkrijgt die jouw interesse opwekken.
Interne eilandraad
De respons van mijn twee overgebleven matches, oei, als ik dit zo schrijf lijkt het alsof ze mijn interne eilandraad overleefd hebben, zit goed, dus laten we maar afspreken. Ik vind dat wandeldaten zelfs zo laagdrempelig dat ik ze allebei in dezelfde week ontmoet. Op maandag wandel ik langs het water met de ene, op zondag nóg meer vloed want dan ben ik aan de zee met de ander. Onder de kerktoren gaat het niet gebeuren, gays.
Van twee walletjes eten
De eerste seconden van je date blijven onwennig. Ik merk dat ik zo snel mogelijk wil beginnen praten, want een pijnlijke stilte van in het begin kan je wel missen. Langs het water had ik meteen diepgaandere gesprekken en aan onze kust had mijn date zijn mooiste schoenen aangetrokken om door het zand te ploeteren, dat merkte ik meteen. What to wear op wandeldates, ik ben duidelijk niet de enige die ermee worstelt. Waar ik het persoonlijk lastig mee heb, is dat het lijkt alsof ik date aan de lopende band. Eet ik van twee walletjes? Van de ene wandeling naar de andere. Terwijl ik niets verkeerd doe, maar het gevoel dat ik gewoon ‘iemand’ zoek om ‘iemand’ te hebben, steekt plots de kop op. Please like me, of zo iets. Zie mij gewoon graag.
Geen vrijwilligerswerk
Dat gevoel overheerst wanneer mijn vrienden me vragen hoe leuk de dates waren. Ik hoor mezelf zeggen dat ze meegevallen zijn en ik ze heel misschien nog eens moet terugzien. Inderdaad; zo enthousiast klink ik. Het zijn vriendelijke jongens, maar ik zoek iemand extra speciaal. Iedereen op die apps, trouwens. Moet ik ze uit beleefdheid dan nog eens zien? Nee, want daten is geen vrijwilligerswerk. Mijn buikgevoel moet me een harde, luide ‘ja’ geven en geen ‘nee, misschien’. Evident is anders.
Ik stuur nog wat berichten heen en weer met die vrijgezellen – waarom eigenlijk? – maar ondertussen is mijn vinger weer swipe-klaar. Maar mijn euforische, nieuwsgierige en verlangende gevoelens veranderen in twijfels. Leegte en onzekerheid volgen zelfs. Want buiten een gesprek met iemand die de prijs wint voor ‘hoe arrogant kun je zijn van bij bericht drie’ komt er niets meer. Of beter gezegd: niemand. Ik heb dat online daten duidelijk veel te hard geromantiseerd. In de plaats krijg ik foute profielen, ijsbrekers vol schrijffouten en gesprekken die even hard doodbloeden als het nieuwe seizoen van ‘Big Brother’. Het leuke van dat daten is er héél snel af.
Gemoedsrust
Wat twijfel ik aan mezelf. Uit het niets. Doeme, Jasper! Dat wil ik niet. Daarom zet ik Facebook Dating op pauze. Met één klik. Om na enkele dagen, gniffelen is toegestaan, de app weer aan te zetten. Niet voor lang, want standvastig als ik ben zet ik ze toch weer uit… Met als resultaat dat ik meer gemoedsrust heb zonder die app. Is dit nu een ondoordacht pleidooi om geen dating apps te gebruiken? Zeker niet. In mijn geval gaat dit over handelen naar welk soort energie ik er uithaal. Dat horen positieve vibes te zijn, maar enkele teleurstellingen, of je nu een ‘meesterswiper’ bent of een groentje als ik, duwen je snel de andere kant op.
Want ik date omdat ik me na mijn breuk weer beter en sterker voel. Dus uiteraard heb ik in mijn leven geen nood aan stomme gesprekken en uitblijvende matches die knagen aan mijn net weer opgebouwde zelfvertrouwen. Jij trouwens ook niet! We zijn zoveel meer waard. Misschien moet ik me toch eens op Tinder gooien… En als het daar ook misloopt, zal het wel aan die te felle achtergrond liggen. Of misschien heb ik gewoon fletse ogen.
Eigen verslaggeving