"Waar willen we samen naartoe?"
Elke maand kruipt ZIZO-redacteur Erwin Abbeloos voor ons in zijn pen. Hij schrijft over het leven, de LGBTI+ strijd, de actualiteit, ouder worden en af en toe ook over ABBA. Voor de column van deze maand geeft Erwin ons zijn visie op intersectionaliteit en vraagt hij zich af waar we samen naartoe willen.
Afgelopen maand was de Franse auteur Didier Eribon te gast in Bozar en ik was erbij. Een heerlijk wederzien, een beetje “Un retour à Paris”. Aan het tafeltje dat voor de auteur van “Retour à Reims” was klaargezet in de luide inkomsthal gaf ik hem een exemplaar van zijn boek om er een woordje in te laten schrijven. Ik vertelde over de strijd tegen aids die we in de jaren ’90 en ’00 aangingen, over machtsstructuren zoals het medische korps, de labo’s en de politiek waar we veranderingen en hervormingen hebben aangebracht. Over de goede moraal, de haat, de afkeer, de betutteling en de onwetendheid van een zogenaamde weldenkende maatschappij met een mening over onze seksualiteit, over onszelf, over onze familiestructuren, over onze hiv.
‘Mais vous devez témoigner, vous devez écrire et publier !’ exclameert de Franse filosoof en socioloog terwijl hij zijn boek “Retour à Reims” signeert. Eerder op de avond uitte hij zijn ongenoegen over de versnippering van het linkse politieke landschap in Frankrijk en hoe de linkse politiek sinds de jaren ’90 van vorige eeuw de weg van het neoliberalisme gekozen heeft. De gevolgen van deze politiek lezen we niet alleen in zijn boeken maar ook in de boeken van Edouard Louis. De Italiaanse sociologe en politicologe Donatella Della Porta heeft in een opinietekst over progressieve en regressieve politiek in het late neoliberalisme haar visie opgeschreven. La gauche caviar zoals de Fransen de linkse politiek noemen en dat ook tot in de LGBTQI-gemeenschap merkbaar is.
Eribon waarschuwde voor hetzelfde mechanisme dat al een tijdje in onze gemeenschap aan de gang is. Als we binnenin onze identiteiten geen gemeenschappelijk doel meer hebben, als alle discriminatie een opbod is, de een tegen de ander, dan zijn we geen gemeenschap meer. Intersectionaliteit is zo’n modewoord dat alles en tegelijkertijd niets bij elkaar houdt, eerder het hokjesdenken en het slachtofferschap onderhoudt. Soms vraag ik me zelfs af of intersectionaliteit streeft naar eenheid, naar een gezamenlijk iets, er heerst een harde concurrentiestrijd tussen wie nu het meest lijdt.
De LGBTI+ gemeenschap lijkt vandaag zijn ontgroeid van wat zij oorspronkelijk altijd beoogde. In plaats van krachten te bundelen en de neuzen in dezelfde richting te zetten, legt intersectionaliteit de vinger op wat niet gaat en creëert meer uitsluiting en slachtofferschap dan daadwerkelijk discriminatie tegen te gaan. Waar is het niveau van discriminatie voor een lesbische seropositieve moslima vrouw van kleur in een rolstoel? Op wat kan zij zich beroepen om niet gediscrimineerd te zijn? Op wat kan een blanke seropositieve man die van geslacht wil veranderen zich beroepen wanneer binnenin diezelfde gemeenschap ‘de witte man’ gediscrimineerd en gediaboliseerd wordt? Welk deel van mezelf moet ik uitsluiten om binnenin mijn eigen gemeenschap te mogen zijn wie ik ben, of eerder wie ik niet ben want intersectionaliteit dwingt me om nooit mezelf te kunnen zijn.
2024 staat voor de deur, we moeten nu een gezamenlijk project hebben dat extremen doet zwijgen, dat alle mensen, ongeacht kleur of afkomst bij elkaar bindt in een universeel project
Door het opdelen van niveaus van uitsluiting schiet de LGBTI+ gemeenschap zichzelf in de voet. Intersectionaliteit praat graag een schuldgevoel aan maar kan nooit gehanteerd worden in een gezamenlijke strijd, wat die strijd ook mag zijn. Als wij onze krachten niet meer bundelen, als we onze geschiedenis niet meer kennen, als we onze eigen geschiedenis verloochenen of cancelen, als we elkaar uitsluiten en als we zelfs een generatiekloof onderhouden, heeft het hele alfabet dat ons benoemt geen zin meer. We kunnen binnen de eigen gemeenschap niet zeggen dat de ene meer aandacht verdient dan de andere. Net zoals in de politiek verdeeldheid een gemeenschap niet ten goede komt.
2024 staat voor de deur, we moeten nu een gezamenlijk project hebben dat extremen doet zwijgen, dat alle mensen, ongeacht kleur of afkomst bij elkaar bindt in een universeel project. We moeten ons nu de vraag stellen: bouwen we verder op wat de vorige generatie verwezenlijkt heeft of blijft het knippen en plakken volgens een standaard heteronormatief model met her en der wat paillettes dat vooral in de wereld van de kunsten schittert maar afwezig is in inspiratieloze vergaderzalen. Waar willen we samen naartoe?
Eigen verslaggeving