Wat zou dat geven, een Straight Pride?
Saskia de Coster is schrijver van de roman Nachtouders. Haar column verschijnt tweewekelijks op woensdag in De Morgen.
Mijn geaardheid interesseert mij niet meer. Meer nog: de geaardheid van anderen interesseert me nog minder. Niet dat ik alsnog de man van mijn leven ben tegengekomen of een aseksueel licht heb gezien.
Zaterdag (10/08) was het Gay Pride in Antwerpen. Knap op poten gezet, mooie opkomst, geen incidenten of rariteiten behalve groen bier want zo ver ging de diversiteit. Haast ieder bedrijf en iedere politieke partij vertegenwoordigd. Een prima, wat futloos feestje dat dan toch losbarstte, dankzij dat Rainbow-bier. Een feestje, geen strijdtoneel in elk geval.
Totaal anders
Geaardheid is niet meer per definitie een vorm van verzet of een alternatieve levensstijl. Zelfs de hoeksteen van de samenleving, het gezin, kan volledig gay ingekleurd zijn. De wetgeving in het geprivilegieerde Vlaanderen, West-Europa, is progressief.
Natuurlijk zijn er nog gevallen van discriminatie, intolerantie, verstoting. Ik kan erover meespreken, desgewenst, hoe mijn ouders in de knoop zitten met mijn seksualiteit en die van mijn zus (nee, twee!). Mijn eigen geval beschouw ik niet als representatief. Geen enkel geval trouwens. Je hebt het altijd bij het rechte eind als je uitgaat van het radicale verschil. Allemaal zijn we totaal anders, allemaal blijven we voor een deel onkenbaar, voor onszelf en anderen.
Homohaat kan je, net als racisme, best tegengaan op het terrein. Hyperindividuele ontmoetingen tussen radicaal andere wezens, daar kan de kracht van de verandering zitten. Een racist die keer op keer ‘per uitzondering’ een fijne mens ontmoet die ‘louter toevallig’ een andere huidskleur heeft, zal zijn beeld misschien noodgedwongen bijstellen.
Ras is een lastig domein. Dat andere, onzichtbare, ondergrondse domein al helemaal. Mijnwerker Freud daalde er als een van de eersten in af, om met zijn koplamp eens goed rond te kijken, het domein van de seksualiteit van de diersoort mens, dat domein waar we of vol bravoure of vol ongemak over praten. Mijn ouders zwegen er naar goede Vlaamse gewoonte over, tot ik en mijn zus in botsing kwamen met de heteronormen. Het zwijgen werd nog oorverdovender.
In de kast
Soms overvalt mij de vraag wie nu in die spreekwoordelijke kast zit. Mensen die categorieën willen overstijgen, zijn queer. Maar eigenlijk zou het beter heten: niet interessant.
Als iemand mij blijft toeschreeuwen hoe heteroseksueel hij of zij wel is, weet ik eigenlijk niet hoe te reageren. “Proficiat, doe zo voort?” Of beter iets in de trant van “Vloeibaar zijn onze verlangens, weiden als wiegende zeeën, die groenen langs stroom en rivier?”
Ik moet mij niet outen wanneer ik met een hetero avontuur uit een ver verleden voor de dag kom, maar laat een heteroman maar eens openlijk vertellen over een homoseksuele ervaring of fantasie. Het is nog altijd veel makkelijker om luid te roepen en te demonstreren hoe heteroseksueel je bent.
Wat zou dat geven, een Straight Pride? Enkel voor de mensen die er niet enkel voor zichzelf uit zijn wat hun geaardheid is maar die ook de hoogdringende behoefte hebben duidelijk te maken dat ze 100 procent zuiver heteroseksueel zijn en het van de daken willen schreeuwen. Het zal me benieuwen wat voor foute boel dat wordt. Extreem geil, wie weet.
Deze column werd op 14 augustus eerst in De Morgen gepubliceerd.
Eigen verslaggeving