Evi Geysels over de holebifobie die ze op school ervaart: “‘Lesbo’, roepen ze soms”
Negen op de tien Belgen vindt dat holebi’s vrij moeten zijn om hun leven te leiden zoals zij dat willen. Eén op de tien vindt nog altijd van niet. Dat blijkt uit het Call It Hate-project. Maar wat zijn de verhalen achter de cijfers? NRJ-radiopresentatrice en leerkracht Evi Geysels (39) over de holebifobie waarmee ze op school te maken krijgt. “‘Het is hier geen lesboschool’, zei hij.”
We hebben met Evi Geysels afgesproken op een regenachtige maandag in haar appartement in Antwerpen. Aan de muren hangen post-it’s met liefkozende boodschappen van haar vriendin. De dag na ons gesprek zullen ze samen voor drie weken naar het zuiden van Afrika trekken. De valies staat in het midden van de woonkamer, het vertrek wordt luid aangekondigd.
Dat ze met haar vriendin naar een plek in de wereld reist waar holebi’s en trans personen niet bepaald uitbundig omarmd wordt, maakt haar wat nerveus. “Daar zijn we gewoon twee goede vriendinnen die samen een reis maken.”
Hoe openlijk de liefde hier kan zegevieren, zo moeilijk behapbaar is het thema nog op de school waar Geysels lesgeeft. Ze krijgt er regelmatig te maken met holebifobe uitspraken van leerlingen. In die mate zelfs, dat ze ervoor koos om tot januari even niet meer voor de klas te staan.
Hoe open ben je in het dagelijkse leven eigenlijk over je seksuele geaardheid?
Evi Geysels: “Op sociale media kom ik er niet echt mee naar buiten, maar ik scherm dat deel van mijn leven ook zeker niet bewust af. Ook in mijn werk voor de radio vond ik het nooit noodzakelijk om er vingerdik op te leggen dat ik lesbisch was, omdat ik de aandacht op mijn persoon wou vestigen.”
Toen ik nog niet erg lang uit de kast was, heb ik meegedaan aan een reality-programma. Eigenlijk wou ik daarmee aan iedereen laten weten dat ik op vrouwen viel. In die tijd kon je niet gewoon een Facebookstatus online pleuren om dat kenbaar te maken.
Op het moment dat het programma gemaakt werd, zat ik nog maar net in het onderwijs. Mijn deelname heeft op school voor heel wat commotie gezorgd. Toen ik terug in de klas toekwam, stond er op het bord: ‘Geysels is lesbi’ geschreven. Dat was heel heftig. Zulke uitspraken zijn een aanslag op je persoonlijkheid, hè. Ik maak dat soort dingen, zestien jaar later, trouwens nog steeds mee.”
Het zijn meestal leerlingen die ik niet persoonlijk ken die me met mijn seksuele geaardheid pesten
Over de wantoestanden waarmee je als leerkracht in aanraking komt, ging je onlangs nog vertellen in de Eén-talkshow Vandaag met Danira Boukhriss.
“Ik geef les op een multiculturele school in Antwerpen. Je zou denken dat ik daar one of the guys ben, omdat ik -in het oog van de samenleving althans- ook anders ben. Maar toch stuit mijn seksuele geaardheid nog steeds op veel weerstand. Het zijn meestal leerlingen die ik niet persoonlijk ken die me ermee pesten. Dan hangen ze bijvoorbeeld uit het raam om ‘hé lesbo’ naar mij te roepen. Ik maak het mezelf dan altijd extra lastig door naar die klas te lopen en de leerlingen te confronteren met hun uitspraak. Meestal zijn ze dan wel stil en tonen ze wat meer begrip. Maar het is zó vermoeiend om dat elke keer opnieuw te doen.”
Hoe vaak doen zulke situaties zich voor?
“Het voorbije schooljaar was dat opmerkelijk vaak, soms werd ik wel wekelijks aangesproken op mijn seksuele geaardheid. Voor mij was dit schooljaar echt de druppel. Daarom ben ik er tot januari even tussenuit. Het lesgeven op zich is al moeilijk, als ze dan nog eens zo persoonlijk op je beginnen vitten, wordt het onmogelijk. Dat is wat ik bij Danira probeerde aan te kaarten: het respect bij jongeren is weg.
Meestal zijn het jongens de me aanspreken op mijn seksuele geaardheid, dat is heel opvallend. Die vinden dat raar, of zijn soms niet aan het idee gewend binnen hun cultuur. Daar wordt het achter gesloten deuren gehouden, of wordt er toch heel doelbewust de andere kant opgekeken. Daarom vind ik het ook zo belangrijk om mijn seksuele geaardheid niet te verstoppen, zodat ik hopelijk toch enkele jongeren kan inspireren om anders over het onderwerp te gaan nadenken.
Vorig jaar zat er een jongen bij me in de klas die heel katholiek was opgevoed. Toen hij op een bepaald moment te weten kwam dat ik lesbisch was, is hij de lessen beginnen boycotten. Hij zei: ‘Ik hoef helemaal niet naar jou te luisteren. Wat denk je dat dit is: een lesboschool?’ Het werd zelfs zo erg dat zijn ouders me bij hen thuis uitnodigden om van mijn seksuele geaardheid gereinigd te worden. Ongelofelijk. De school heeft die jongen gelukkig wel een preventieve schorsing gegeven.
Soms denk ik: ik zou hun uitspraken ook gewoon kunnen negeren. Maar ik vind het ook wel mijn taak om ertegen in te gaan. Want als ik hen geen respect bijbreng voor mensen met een andere geaardheid, wie gaat het dan wel doen?”
Na mijn optreden in Vandaag heb ik ontzettend veel reacties gekregen van leerkrachten die zich in mijn verhaal herkenden
Dat zijn toch situaties die je mee naar huis neemt? Waarom ga je niet gewoon op een andere school lesgeven?
“Pas op: ik ben ook wel geliefd op die school hoor. Er zijn leerlingen die me berichtjes sturen met de vraag wanneer ik terugkom, die me persoonlijk feliciteren wanneer ik jarig ben of me bedanken omdat ik hen heb geleerd om voor zichzelf op te komen. En ik weet zelf ook wel dat ik een goede leerkracht ben; ik heb oog voor jongeren, ik zit met hen in. Ik werk er ook met jongeren die al zoveel weerwerk krijgen van de samenleving, ik wil hen niet gewoon opgeven.”
Wat kunnen scholen doen om dat soort situaties draaglijker te maken voor leerkrachten die holebi zijn?
“Misschien helpt het om het onderwerp holebiseksualiteit wat vaker aan bod te laten komen in de lessen, zodat het bespreekbaar wordt. Of laat desnoods sprekers naar de klassen komen die hun ervaringen kunnen delen.
In een ideale wereld schaart de directie zich natuurlijk achter elke leerkracht, en maakt ze een duidelijk statement naar de leerlingen dat holebi-zijn niet vreemd is. Ze zouden strenger optreden tegen holebifobe uitlatingen aan het adres van leerkrachten of leerlingen. Laten we er gewoon normaal mee omgaan en ophouden met ons als anders te behandelen. Ik kijk uit naar de dag waarop je even makkelijk kan zeggen dat je op vrouwen valt als zeggen dat je frietjes lust.
Na mijn optreden in Vandaag heb ik ontzettend veel reacties gekregen van leerkrachten die zich in mijn verhaal herkenden. Want mijn statement was universeler dan holebi-leerkracht zijn: Het respect van jongeren is vandaag echt helemaal zoek. Dat merk je ook aan hoe ze met elkaar praten. Ik geef les in een heel multiculturele school, en toch is er zelfs onderling ontzettend veel racisme.
Ik had gehoopt op reactie uit politieke hoek, maar die is er niet gekomen. Terwijl we op de scholen echt met een probleem zitten. En ook de directie van de school waarop ik lesgeef heeft niet op mijn getuigenis gereageerd. Dat heeft me misschien nog het meeste teleurgesteld.”
Heb je het gevoel dat je tegenwoordig ook voorzichtiger moet zijn wanneer je met je vriendin over straat loopt?
“Buiten de schoolmuren doe ik waar ik zin in heb. Soms heb ik het er wel moeilijk mee dat mijn vriendin en ik echt moeten incalculeren wanneer het wel en niet oké is om elkaar aan te raken of een kus te geven. Erg spontaan is dat niet.”
Ben je er ooit door in de problemen geraakt?
“Dat gelukkig nog niet. Ik denk en vrees dat twee homomannen het op dat vlak toch nog moeilijker hebben.”
Hoe ben je eigenlijk zelf uit de kast gekomen?
“Toen ik achttien was, had ik mijn eerste vriendin. Af en toe belde ze me op op de huistelefoon. Mijn vader heeft eens rechtuit gevraagd of dat mijn lief was waarmee ik altijd aan de telefoon hing. Ja, heb ik gezegd.”
Mijn mama is wel eens huilend op mijn bed komen zitten toen ik haar net had verteld dat ik op vrouwen viel. Ze vreesde dat het leven heel moeilijk zou worden voor mij
Dat klinkt bijna alsof je het helemaal niet zo moeilijk vond om uit de kast te komen.
“Oh jawel, ik heb lang met mezelf geworsteld. Jarenlang wist ik wel dat ik anders was, en toch heb ik me al die tijd proberen te conformeren aan wat de samenleving verwachtte. Ik had weleens een vriendje. Als vriendinnen zeiden dat ze zó verliefd waren, dacht ik: waar hebben die het over?”
“In het zesde middelbaar heb ik nog een laatste keer een relatie met een jongen gehad, maar toen wist ik al vrij zeker dat dat het niet was. Zeker omdat al die gasten van die leeftijd seks wilden. (lacht)
Negatieve reacties heb ik nooit gehad op mijn coming out. Al is mijn mama wel eens huilend op mijn bed komen zitten toen ik haar net had verteld dat ik op vrouwen viel. Ze vreesde dat het leven heel moeilijk zou worden voor mij.”
Enerzijds werk je in de media waar holebi-zijn heel aanvaard is. En anderzijds werk je op een school waar dat lang niet zo is. Is het moeilijk om de hele tijd te schakelen tussen die twee werelden?
“In de media maakt het inderdaad écht niet uit hoe je je leven invult, mensen zijn er doorgaans heel ruimdenkend. Bij de collega’s op school heb ik wel het gevoel dat er soms nog wat vreemd gekeken wordt op het feit dat ik lesbisch ben. Voor hen ben ik vaak nog de speciale. Ik val op vrouwen, ik werk in de media. Daardoor val je op.
Een collega van me had eens een toneelstuk in elkaar gestoken. Het werd een ontzettend traditionele voorstelling waarbij de man met een pint in de zetel zat en de vrouw maar voor hem moest springen. Woedend was ik daardoor. Toen het stuk was afgelopen, ben ik op hem afgestapt om te zeggen dat hij toch wat moderner zou mogen denken. Hij reageerde: ‘Ik ben conservatief en zal dat altijd blijven, wat jij denkt interesseert me niet.’ Voor dat soort mensen hoop ik echt dat hun kinderen niet holebi zijn.”
Als je zo vaak weerwerk krijgt, is het dan niet moeilijk om hoopvol te blijven dat het op het vlak van holebi-acceptatie wel de juiste kant uit gaat?
“Goh, ik merk dat er op bepaalde terreinen toch een en ander aan het bewegen is. Op televisie zijn er al een pak meer holebi-relaties te zien dan vroeger. Jongeren kijken naar reeksen als WTFock, waarin een homoseksuele relatie op de voorgrond werd geplaatst. Vroeger zag ik nooit een lesbisch koppel hun kindje afhalen op school, vandaag is dat toch al anders. Dat sterkt mijn geloof dat we in de juiste richting aan het bewegen zijn. Zelfs als dat proces soms wat te traag aanvoelt naar mijn zin.”
Eigen verslaggeving