Leven in de kast: getuigenis van een non-binaire trans* persoon
Kim (23) voelt zich niet veilig genoeg om als biseksuele non-binaire trans* persoon uit de kast te komen bij hun familie. Het is net als in een hamsterbal leven, waarbij de oude identiteit een buitenste schil vormt om de waarachtige identiteit te beschermen. Binnen de holebi- en transgemeenschap voelt het wel veilig en kan Kim ten volle zichzelf zijn.
“Ik was dertien toen ik van mezelf wist dat ik biseksueel ben. Trans-zijn wist ik pas toen ik negentien was, of er althans een label voor vond. Ik herinner me dat ik me op mijn zestiende geen jongen, maar ook geen meisje voelde. Naarmate ik ouder werd, en mijn stijl almaar vrouwelijker, vond ik het raar dat die gevoelens maar niet verdwenen. Toen leerde ik iemand kennen die zichzelf als niet-binair beschreef en besefte ik pas dat er nog iets anders bestond dan alleen man of vrouw.”
“Voor mij is trans-zijn als volgt: je hebt cultuur, biologie en wat de maatschappij vertelt en ergens wringt dat hele schoentje. Het klopt niet volledig bij mij wat 'vrouw zijn' of 'man zijn' betekent en het fluctueert ook wel wat. Er zijn dagen dat ik mij net iets mannelijker voel en dagen dat ik mij iets vrouwelijker voel, maar ik zit nooit volledig op man of vrouw.”
Coming-out als bi
“Het heeft een jaar geduurd voor ik aan mezelf durfde toegeven dat ik geen tomboy ben, maar wel trans* persoon. Het is net zoals biseksueel zijn. Na verloop van tijd accepteer je het wel, maar ergens blijft er nog een stukje geïnternaliseerd homo-, trans- of bifobie zitten. Ik ben aan het leren over zelfacceptatie, maar ik heb steeds schrik dat het nooit volledig zal komen.”
“Ik ben pas op mijn zestiende uit de kast durven komen als biseksueel bij mijn familie. Ze probeerden het wel te accepteren, maar faalden jammer genoeg. Mijn mama was bijna supertrots. Op een vreemde manier weliswaar, niet in de zin van: Ik accepteer je zoals je bent’, maar eerder een statement als: ‘Kijk hoe accepterend ik ben’. Dat maakte mij heel terughoudend omdat ik niet meer wist hoe oprecht ze mij aanvaarden. Doen ze het voor mij of toch vooral voor zichzelf? Zo vertelden ze bijvoorbeeld tegen iedereen in de buurt dat ik lesbisch was, terwijl ik bi ben.”
De wil om thuis geaccepteerd te voelen
“Dat was behoorlijk frustrerend. Ik was niet zozeer triest, maar wel immens pissed en teleurgesteld. Ik was toen een heel vurig persoon. Ik had bijna het gevoel dat ik bij iedere deur in de parochie moest gaan aankloppen om een rechtzetting te doen. Toen ik negentien was, was ik wel triest. Ik ben trans én bi. Ik wist niet hoe daarmee om te gaan. Hoe ik nu in de wereld moest staan. Hoe ik met mezelf om moest gaan.”
“Ik wil mij thuis geaccepteerd voelen, maar dat gaat niet. Ik leg subtiel ergens een boekje of zeg dat ik een leuke film heb gevonden die over trans-zijn gaat. Vijf minuten laten vind ik het foldertje bij het oud papier en de film wuiven ze weg door te zeggen dat het hen niet boeit. Ik probeer heel hard om een springplank naar het onderwerp te maken. Ze willen het misschien gewoon niet zien? Ik kan dit niet inschatten en dat maakt het moeilijk.”
“Een tijdje is er meer afstand gekomen tussen mijn ouders en mij. Ik merk dat het minder thuis zijn positief is voor de relatie tussen mij en mijn ouders. Ik woon nu in een huis waar vier van de vijf mensen trans zijn. Het is erg bevrijdend als iedereen je begrijpt en je thuiskomt en je je binder kan uitdoen. Je kan bij elkaar polsen. ‘Heb jij ervaring met dit? Hoe ga jij daarmee om?’ Dat is helemaal anders dan toen ik negentien was en letterlijk niemand kende die was zoals ik. Ik voelde me toen immens alleen.”
Hamsterbal als bescherming
“Soms heb ik het gevoel dat ik een hamsterbal als bescherming heb opgesteld. Mijn oude identiteit is dan de bal. Ik heb een barrière gecreëerd en jij ziet die ene kant, maar daarachter schuilt nog veel meer en jij ziet enkel dit ene personage van mij. Er zijn daardoor wel wat gemiste opportuniteiten. Het is een gemiste opportuniteit om uit de kast te komen. Het is een gemiste opportuniteit om mensen iets bij te leren over wat het betekent om non-binair trans te zijn. Het is een gemiste opportuniteit om een oprechte relatie te hebben, want als iemand mij leert kennen dan is een heel deel van onze relatie op een leugen gebaseerd. Dat frustreert mij enorm, want ik lieg niet graag.”
“Ik draag geen binder wanneer ik met mensen van vroeger omga. Ik weet hoe mensen mij daarvoor hebben gezien en ik denk dat het zal opvallen. Ik let ook heel hard op mijn namen. Ik ben bijna paranoïde om andere mensen er dan op te wijzen dat ze mijn dead-name moeten gebruiken. Het is wel frustrerend, maar dat zijn de twee belangrijkste dingen die ervoor zorgen dat ik nog in de kast kan blijven. Ik kan ook nooit fel in discussie gaan. Op een bepaald moment moet ik beslissen om een lijn te trekken en te zwijgen, of anders kom ik in een gevaarlijk territorium. Dan zou ik weleens per ongeluk 'uit de kast kunnen vallen', of dan stellen ze de vraag: ‘waarom trek je je dat zo aan?’”
“Het is niet fijn om vast te zitten in een hamsterbal. Ik wil mij vrij kunnen voelen en overal mezelf kunnen zijn, maar heb het gevoel dat er maar een paar plaatsen zijn waar ik echt uit mijn bal durf komen en vrijuit kan bewegen.”
Praten helpt
Er zijn wel meer mensen als Kim die leven met een geheim. Dit kan verwarrend zijn of je ongelukkig maken. Het kan helpen om erover te praten. Je kan hiervoor anoniem terecht bij de Holebifoon op 0800 99 533 of mail naar [email protected] Via www.holebifoon.be kan je ook chatten.
Met al jouw vragen over het transgenderthema kan je best terecht bij het Transgender Infopunt. Je kan hen bereiken op 0800 96 316 of mail naar [email protected]
Disclaimer: Kim is een pseudoniem. De foto bij dit artikel is niet van de geïnterviewde.
Eigen verslaggeving