Noah Jay, van Jehova tot de ballroom scene: “Je seksualiteit blijft je hele leven evolueren”
Noah Jay groeide op in een strenge familie van Jehova’s getuigen. Toen het niet langer lukte om hun seksuele geaardheid te verbergen, werd die door hun moeder hardhandig aan de deur gezet. De ballroom scene werd een nieuwe thuis, een vangnet tijdens één van de moeilijkste periodes in hun leven.
* Noot van de redactie: Noah is non-binair en gebruikt de voornaamwoorden die/hun.
Eigenlijk wil Noah het niet over zichzelf hebben, klinkt het terwijl die zich neerzet achter een tafeltje in de Pain Quotidien aan het Centraal Station in Antwerpen. Het is een locatie die niet zozeer veelzeggend, maar wel praktisch is. Noah woont sinds enkele jaren in Antwerpen omdat de ballroom scene waar die al jarenlang deel van uitmaakt zich vooral hier afspeelt.
Wie de Netflix-serie 'Pose' al achter de kiezen heeft, weet precies wat we daarmee bedoelen. Voor wie niet helemaal mee is: de ballroom scene ontstond in de Verenigde Staten als een subcultuur voor - voornamelijk, maar niet hoofdzakelijk - LGBT+-personen. Op de zogenaamde balls die georganiseerd worden kunnen deelnemers, uitgedost in spectaculaire outfits en paraderend over een catwalk, prijzen winnen. Het is een veilige haven voor een gemeenschap die doorheen de geschiedenis maar al te vaak te maken kreeg met verstoting en discriminatie.
“Ik wil vooral binnen die ballroom scene nuttig werk verzetten voor de LGBT+-gemeenschap. Ik hoef niet noodzakelijk met mijn hoofd op een foto te staan”, vertelt Noah. “In het verleden gebeurde het al meermaals dat journalisten een sappig verhaal over de ballroom-cultuur wilden schrijven, zonder dat ze ook maar iets geven om de mensen die tot onze gemeenschap behoren. Daar wil ik me voor behoeden.”
Toch wordt voor ZIZO een uitzondering gemaakt. Omdat hun verhaal het verhaal van velen is, en omdat die hoopt dat andere LGBT+-jongeren zich er wat minder verdomd alleen door zouden voelen.
Ik ben op mijn achttiende uit de kring van Jehova’s getuigen gegooid omwille van mijn seksuele geaardheid
“Ik ben op mijn achttiende uit de kring van Jehova’s getuigen gegooid omwille van mijn seksuele geaardheid. Elke week hoorde ik dat het niet oké was om homo te zijn. Maar ik dacht: mijn mama zal me wel begrijpen als ik haar vertel hoe ik echt in elkaar zit. Dat bleek niet zo te zijn. We hebben een enorme ruzie gehad waarbij nog oude trauma’s zijn opgerakeld, zoals hoe ze me als kind jarenlang heeft misbruikt. Toen zei ze plots dat ik moest vertrekken. Een vriend is me met zijn bestelbusje komen halen. Vrienden of familieleden die nog in de kring van Jehova’s getuigen zitten, negeren me nu gewoon op straat. Enkel met mijn vader en met mijn jongste broer heb ik nog contact, omdat ze ook allebei niet meer tot de Jehova’s getuigen behoren.”
Hoe ben je nadien in aanraking gekomen met de ballroom scene?
“Toen ik uit het huis werd gezet, heb ik jarenlang van de ene naar de andere job gehold om toch maar rond te kunnen komen. Dat hou je natuurlijk niet oneindig vol: op mijn 23ste ben ik emotioneel volledig ingestort. Een vriend raadde me toen aan om eens naar een dansschool in Gent te gaan om mijn gedachten te verzetten.
Zo kwam ik, per ongeluk bijna, terecht in een dansgezelschap van volwassenen dat verschillende dansstijlen uit de ballroom-cultuur beoefende. Toen mijn danslerares zag dat er potentieel in mij zat, heeft ze me meegenomen naar een ball in Amsterdam.”
Hoe ging dat eraan toe?
“In de club waar we terechtkwamen, zijn mijn ogen echt geopend. Er liepen mensen rond waarvan ik op het eerste gezicht niet kon zeggen of ze een jongen of meisje waren. Er werd een soort muziek gespeeld waarvan ik nog nooit had gehoord. Ik was gecharmeerd en gechoqueerd tegelijk.
Op het podium paradeerden mensen als modellen, een beetje zoals ik stiekem voor de spiegel deed. En met die optredens kon je prijzen winnen. Ik was meteen verkocht. Toen ik terug naar België ging, wist ik dat ik ooit zelf wou meedoen met zo’n ball.
Op dat ball heb ik ook beseft dat ik een house nodig had om echt iets te kunnen betekenen in die gemeenschap. Dat is een soort van zelfgekozen familie die geleid wordt door een moeder- of vaderfiguur. Ondertussen neem ik zelf ook een zorgende rol op voor een aantal queer-jongeren.”
Wat probeer je die jongeren zoal bij te brengen?
“Ik gaf hen onlangs huiswerk: ze moesten van mij allemaal het verschil tussen PEP en PrEP-medicatie uitleggen, tussen hiv en aids. Die onderwerpen zijn nog steeds heel actueel in onze gemeenschap. In onze scene zitten mensen die op straat werden gegooid omwille van hun seksuele geaardheid, of die geëxcommuniceerd werden uit hun geloofsgemeenschap. Voor hen is het heel belangrijk om te weten waaraan ze beginnen als ze seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht.”
Praten over seks is soms zelfs binnen de holebigemeenschap nog een taboe, vooral door de hele hiv-thematiek die errond hangt
Had je vroeger zelf iemand die je kon uitleggen hoe seks met iemand van hetzelfde geslacht in zijn werk ging?
“Absoluut niet. Uit pure onwetendheid heb ik acht jaar lang soms onveilige seks gehad. Gelukkig heb ik er geen ziektes aan overgehouden, maar dat had helemaal anders kunnen lopen.
Toen ik op straat belandde, zou ik ook veel gehad hebben aan iemand die me uitlegde wat ik kon doen om mezelf te beschermen. Dat probeer ik nu voor die jongeren te doen. Uiteindelijk wil ik kunnen zeggen: mijn werk zit er hier op, zodat zij mijn zorgende rol nadien kunnen overnemen.
Praten over seks is soms zelfs binnen de holebigemeenschap nog een taboe, vooral door de hele hiv-thematiek die errond hangt. Daarom worden sommige balls ook in een specifiek thema gestoken, om het gesprek op gang te trekken.”
Wat heb je over jezelf geleerd door deel uit te maken van de ballroom-gemeenschap?
“Dat ik niet noodzakelijk homo ben, ik identificeer me nu eerder als biseksueel. En dat ik non-binair ben. Goedele Liekens schreef vroeger in haar tijdschriften misschien dat je homo’s kon onderverdelen in bears en otters en zo, maar in de realiteit is er toch veel meer dan dat. Je seksualiteit kan bovendien blijven evolueren doorheen je leven, het is een continuüm. Vroeger werd ik snel een twink genoemd, nu hebben mensen het steeds vaker over daddy. (lacht)
Door de scene ben ik ook in contact gekomen met PrEP-medicatie. In bed is dat toch een hele verademing. Vroeger bleef ik, zelfs wanneer ik een condoom had gebruikt, angstig dat ik misschien een ziekte had opgelopen.”
Vanaf wanneer begon je je seksualiteit te ontdekken?
“Vrij vroeg: al op mijn dertiende begon ik online stiekem met mannen af te spreken. Mijn eerste seksuele ervaring was met een man die vertelde dat hij 32 was, al vermoed ik dat hij in realiteit een stuk ouder was. Thuis maakten ze zich geen zorgen over mijn escapades: ik vertelde hen gewoon dat ik wat langer in de bibliotheek zat. Mijn cijfers op school waren altijd goed, dus niemand heeft dat ooit in vraag gesteld.” (lacht)
Waarschijnlijk waren er bij Jehova wel mensen die net als ik niet hetero waren, maar daar durfden we in elk geval niet over te praten
Had je, toen je nog bij die kring van Jehova’s getuigen hoorde, weet van andere mensen die ook LGBT+ waren?
“Waarschijnlijk waren er wel mensen die net als ik niet hetero waren, maar daar durfden we in elk geval niet over te praten. Dat was gewoon te gevaarlijk. Je was nooit zeker dat je openhartigheid niet voor consequenties zou zorgen.”
Je schreef in een eerdere getuigenis voor ZIZO dat je in die periode heel donkere gedachten had.
“Nadat ik ontdekte dat ik niet hetero was, heb ik mezelf jarenlang voorgelogen. Ik ging elke week naar de lezingen van de Jehova’s getuigen en hoopte dat die gevoelens vanzelf wel weer zouden verdwijnen. Maar iedereen die al gepoogd heeft om dat soort gevoelens te onderdrukken, weet dat dat niet lukt. Die tweestrijd escaleerde in jarenlange zelfmoordgedachten. Van mijn dertiende tot mijn achttiende hebben die zware gevoelens altijd deel uitgemaakt van mijn leven. Toen ik die gedachten toch eens ter sprake wou brengen bij mijn ouders, werd ik ervoor gestraft. Zij vonden dat ik het leven dat me gegeven werd niet apprecieerde.
Ik heb gelukkig nooit acties ondernomen, omdat ik ergens altijd wel wist: als ik hier buiten sta, doe ik toch mijn eigen ding. Maar er zijn heel wat mensen uit de kring van Jehova’s getuigen die zelfmoord hebben gepleegd. Niemand vertelde op die begrafenissen waarom die dingen precies gebeurden. Er was nooit het vermoeden dat er weleens meer aan de hand zou kunnen zijn.”
Hoe raap je je terug bij elkaar na zo’n donkere periode?
“Dansen heeft me enorm geholpen om mijn gedachten te verzetten. Toen ik aan de deur werd gezet, had ik ook niet veel tijd om te stil te staan bij wat me was overkomen. Ik moest overleven en geld verdienen. Ik versleet in die tijd hier en daar weleens een vriendje, maar verder was ik altijd aan het werk.
Maar ik ben ook snel naar een psycholoog gestapt die me kon helpen om verder te leven ondanks wat ik had meegemaakt. Dat was echt nodig: door zo lang afgeschermd te leven van de rest van de wereld, vielen mijn normen en waarden helemaal uit elkaar toen ik plots geëxcommuniceerd werd.”
In de ballroom scene ontdekte ik dat ik niet noodzakelijk homo ben, ik identificeer me nu eerder als biseksueel
Ben je nu nog gelovig?
“Ik ben niet gelovig, maar sommige religieuze reflexen zitten er wel nog in. Vooral tijdens Kerstmis en mijn verjaardag word ik nog geconfronteerd met mijn verleden. Dat waren twee dagen die vroeger niet gevierd werden. Elke keer als iemand me op die dagen een cadeau geeft, schrik ik nog. Er is altijd dat sluimerende schuldgevoel.”
Is de schaamte over je seksuele geaardheid ondertussen volledig verdwenen?
“Die steekt met vlagen nog de kop op. Onlangs had ik een Tinder-date met een vrouw. Daar heb ik met volle teugen van genoten. Ja: ook seksueel. Wanneer ik met een man afspreek, is er toch nog altijd dat klein stemmetje van de Jehova’s getuigen in mijn achterhoofd dat zegt dat er iets niet klopt. Ik denk dat dat altijd wel zo zal blijven.
In de ballroom scene praat ik nog niet zo open over mijn verleden, maar daar wil ik wel mee beginnen. Dat is in elk geval één van de redenen waarom ik nu mijn verhaal vertel: in de hoop dat anderen dat ook zullen doen.”
Meer info over non-binariteit vind je op de website van Lumi.
Wie nood heeft aan een goed gesprek kan steeds terecht bij de Zelfmoordlijn of Lumi. Contact opnemen met Lumi kan via www.lumi.be of 0800 99 533. De Zelfmoordlijn 1813 is bereikbaar via het telefoonnummer 1813 en de website www.zelfmoord1813.be.
Eigen verslaggeving