Darryl E. Woods over de maatschappelijke relevantie ‘Angels in America’ : “Taboe over hiv nog steeds groot"
De naam Darryl E. Woods doet wellicht niet meteen een belletje rinkelen, maar de acteur en danser met Amerikaanse roots is al enkele jaren een gevestigde waarde in het Belgische danstheater. Vanaf 7 november is hij te zien in het stuk ‘Angels in America’ over de uitbraak van de aidscrisis midden jaren 80 in Amerika. “Het Trump-tijdperk doet me enorm denken aan die periode en da’s beangstigend”, vertelt de 60-jarige acteur.
Dertig jaar geleden ging ‘Angels in America’ van Tony Kushner in première in San Francisco. Intussen is het stuk uitgegroeid tot een moderne klassieker. Er zijn al tientallen versies overal ter wereld opgevoerd en de miniserie met onder andere Meryl Streep ging in 2003 met vijf Golden Globes aan de haal. Een Vlaamse versie liet lang op zich wachten. Tot nu. Tom Dewispelaere en Stijn Van Opstal herwerkten het theatrale tweeluik van meer dan zeven uur tot een avondvullende voorstelling met onder andere Peter Van den Begin, Tiny Bertels, Evelien Bosmans, Tijmen Govaerts en Darryl E. Woods in de hoofdrollen.
Darryl, voor wie nog nooit van ‘Angels in America’ gehoord heeft: waarover gaat het stuk precies?
Darryl E. Woods: “Het verhaal speelt zich af in het Amerika van de midden jaren tachtig. Een heel conservatieve en rechtse periode met Ronald Reagan als president. In die tijd breekt het aidsvirus uit en de homogemeenschap wordt hierdoor hard getroffen. Het stuk volgt hoe een heleboel personages met deze crisis omgaan.”
Jij neemt twee rollen voor je rekening.
“Klopt. Ik kruip in de huid van Belize en Mr. Lies. Die eerste is een verpleger. Een heel zorgzaam persoon die met iedereen begaan is. Hij heeft ook met veel personages een band. Hij is de beste vriend van het hoofdpersonage Prior (Lukas Smolders), maar tegelijkertijd is hij ook de verpleger van de antiheld Roy Cohn (Peter Van Den Begin). Eigenlijk is hij het enige personage zonder problemen. En hij zorgt voor een komische noot af en toe. (lacht) Mr. Lies is dan weer de ingebeelde vriend van Harper (Sanne Samina Hanssen). Wanneer ze te veel valium genomen heeft, komt hij tevoorschijn. Ze vlucht in een ingebeelde wereld om met de realiteit te kunnen omgaan.”
Ik woonde in New York toen de aidscrisis uitbrak. Ik heb die periode dus vanop de eerste rij meegemaakt
Het stuk duurt ongeveer vier uur, dat is heavy.
“Klopt, maar er is zoveel te vertellen. Het is een rollercoaster van emoties. Neemt niet weg dat de repetities inderdaad wel intensief zijn. Uitgaan zat er de voorbije tijd niet in, m’n volledige focus ligt op het stuk. Ik probeer gezond te eten, veel te slapen en niet ziek te worden. Ik smijt me volledig in het stuk.”
Hoe zijn Tom en Stijn eigenlijk bij jou terechtgekomen?
“Ze kenden me van het danstheater dat ik gedaan heb met Sidi Larbi Cherkaoui en Alain Platel. Ik had nog nooit eerder met hen samengewerkt, dus ik was aangenaam verrast toen ze me belden. “Wij zijn twee blanke heteroseksuele regisseurs en we hebben je hulp nodig”, zeiden ze. (lacht) Ze zochten ook iemand om de zwarte homogemeenschap te representeren omdat ze een inclusief stuk van wilden maken. Daarnaast waren ze ook benieuwd naar mijn ervaringen, want ik woonde in New York toen de aidscrisis uitbrak. Ik heb die periode dus vanop de eerste rij meegemaakt.”
Dat moet niet makkelijk geweest zijn.
“Klopt. Ik was toen lid van het Dance Theatre in Harlem, een grotendeels zwart dansgezelschap, en heb veel mensen in m’n omgeving ziek zien worden. Vrienden verdwenen plots een tijdje en toen ze terugkwamen waren ze nog een schim van zichzelf. Ziek, bleek, vlekken op het gezicht, niet meer goed kunnen spreken door een droge mond. Het was confronterend om hen te zien aftakelen. Maar ons dansgezelschap was één grote familie. We vonden enorm veel steun bij elkaar.”
Was je bang om ook zelf ziek te worden?
“Voortdurend. Elke keer als ik verkouden was of me niet goed voelde, dacht ik: shit, ik ga toch geen hiv hebben. Ik heb me ook nooit laten testen in Amerika. Ik was te bang voor het resultaat. De sfeer in de ziekenhuizen was ook heel vijandig. Ik had geen vaste dokter en geen ziekteverzekering dus als ik ziek werd, ging ik naar de spoeddienst. ‘Oei, je moet vaak hoesten’, zei een verpleegster toen ik er langsging. En ze zette meteen een mondmasker op. Er was zoveel onwetendheid en het medisch personeel was echt bang om via de lucht besmet te worden. Ik voelde me er dus niet veilig.
Pas toen ik eind jaren 80 naar Europa gekomen ben, heb ik me voor het eerst laten testen. Met een bang hart, maar alles was gelukkig ok. Helaas heb ik wat later dan toch het virus opgelopen tijdens een tournee in Berlijn. Toen ik de diagnose kreeg, was dat een enorme schok. Het is gedaan met mij, dacht ik. Intussen is de ziekte ondetecteerbaar en heb ik er mee leren leven. Ik schaam me er ook niet voor en ben er vrij open over tegen de buitenwereld.”
Eind jaren 80 heb ik in België de liefde gevonden en dan ben ik hier blijven plakken. Ik was blij om het negatieve politieke klimaat van Amerika achter me te laten
Terwijl je rondom je vrienden zag sterven, kwam er vanuit politieke hoek amper reactie.
“Voor de Reagan-administratie was er geen crisis. Aids was in hun ogen enkel iets voor homoseksuelen. Ze waren ons liever kwijt dan rijk. Wij bestonden niet. De kloof tussen arm en rijk was ook ontzettend groot. En binnen de holebigemeenschap had je dan nog eens een grote scheiding tussen wit en zwart. Ik ging zelf niet op de barricades staan om voor m’n rechten op te komen, I make love not war. (lacht) Maar ik was wel erg begaan met alles wat er toen gebeurde. Tijdens een tournee door Europa eind jaren 80 heb ik in België de liefde gevonden en dan ben ik hier blijven plakken. Ik was blij om het negatieve politieke klimaat van Amerika achter me te laten.”
Intussen zijn we dertig jaar verder. Waarom is het belangrijk dat het verhaal van ‘Angels in America’ nog steeds verteld wordt?
“Het is misschien minder aanwezig, maar onderhuids heerst er nog steeds een taboe over aids en hiv. Er circuleert nog veel foute informatie, zelfs binnen de holebigemeenschap. Er heerst veel angst om besmet te raken. Onterecht vaak. Hierdoor krijgt die groep nog steeds met discriminatie te maken. Ook vandaag nog. Ik heb dat ook nog meegemaakt. “We kunnen de koffietas van Darryl beter twee keer uitwassen”, kreeg ik te horen in het bijzijn van vrienden. Omdat mensen dachten dat ze zo besmet zouden raken. Ik was toen echt gechoqueerd. Er zijn vandaag ook nog altijd gaybashings, dus het thema blijft echt heel relevant.”
Door de verrechtsing van het politieke klimaat lijkt het ook alsof de onverdraagzaamheid de laatste jaren weer groter wordt.
“Zeker in Amerika is dat zo. De Trump-administratie vertoont veel gelijkenissen met die van Reagan toen. De sfeer is opnieuw kil en dat is beangstigend. Vrijheden voor de LGBTQ-gemeenschap die verworven werden dankzij president Obama worden opnieuw teruggeschroefd. Het lijkt soms op een flashback naar de jaren 80. In de Supreme Court zijn ze bijvoorbeeld aan het discussiëren of de Civil Rights Act van 1964 ook van toepassing is op onder andere trans personen.
Maar ook in België is de situatie niet rooskleurig. Iedereen denkt dat we in ons land verdraagzaam zijn, maar er is veel verborgen racisme en discriminatie. Toen ik de miniserie ‘Angels in America’ voor de eerste keer zag, was ik in elk geval zwaar onder de indruk. Geïnspireerd ook. Ik hoop dat de mensen hetzelfde gevoel hebben wanneer ze ons stuk zien.“
‘Angels in America’ gaat op 7 november in première in de Bourlaschouwburg in Antwerpen. Daarna tourt de voorstelling doorheen Vlaanderen en Nederland. Alle data en locaties. Op de projectpagina All About Angels vind je een verzameling terug van nieuwsberichten rond de verschillende thema’s in de voorstelling.
Tentoonstelling, cinema en groot feest
Er worden de komende maanden ook allerlei nevenactiviteiten op poten gezet:
- In de inkomhal van de Bourlaschouwburg kan je een bescheiden tentoonstelling zien: een eerbetoon aan de generatie activisten uit de holebigemeenschap van de jaren 80 en 90 die hiv/aids op de politieke agenda gezet hebben.
- Op 4 november om 20u wordt in De Cinema ‘120 battements par minute’ vertoond, met een inleidend gesprek door Toneelhuis en een gast. Ook in december, januari en februari wordt een film vertoond.
- Op donderdag 14 november gaan masterstudenten Theater, Film en Literatuur op De Verdieping in gesprek met de regisseurs.
- Op zaterdag 16 november vindt van 17u tot 18u30 een foyergesprek plaats met Marie Laga, hiv-experte aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen en Peter Van Breusegem, oprichter van The Foundation (een buddy-systeem voor aids- en hiv-patïenten). Theatermaker Neal Leemput modereert het gesprek.
- Op zaterdag 1 februari vindt van 17u tot 18u30 een foyergesprek plaats met holebipioniers en long time survivors, samen met mensen uit de hedendaagse LGBTQI+-gemeenschap.
- Elke avond na afloop van de voorstelling kan je in De Foyer terecht voor een exclusieve afterparty, gehost door dj’s via het Roze Huis.
- Op 1 februari – na de laatste voorstelling in de Bourla – volgt een groot feest tot in de vroege uurtjes voor 25 jaar Het Roze Huis in Antwerpen.
Eigen verslaggeving