“De rabbijn zei: je kan perfect religieus én homo zijn”
Matt Moss (38) groeide op als enige homo in een kleine Joodse gemeenschap in Massachusetts, maar de liefde deed hem uiteindelijk in Antwerpen stranden. “Ik heb lang gedacht dat er geen plek was voor mij binnen religie.”
“Dit virus maakt me doodsbang”, vertelt Matt vanuit zijn woonkamer in Antwerpen. Onder andere omstandigheden hadden we elkaar ongetwijfeld op café getroffen, maar daar besliste dat vermaledijde virus anders over. We behelpen ons dan maar met Skype en een wispelturige internetverbinding. “Het is al weken geleden dat ik nog naar de supermarkt ben geweest, we laten alles gewoon aan de voordeur leveren. Ik weet niet wanneer ik zo’n angstig persoon geworden ben, vroeger was ik nochtans onbevreesd.”
Met ‘vroeger’ doelt hij op zijn jeugd in Amerika. “Ik groeide op in een kleine Joodse gemeenschap in Massachusetts. Mijn vader was een dokter, mijn moeder een verpleegster. Het was een nogal beschermende omgeving; elke keer wanneer ik een kleine val maakte, vond mijn moeder dat we naar het ziekenhuis moesten. (lacht) Thuis waren we gelovig, maar niet erg praktiserend. Ik ging drie keer per week naar de Hebreeuwse school en heb mijn bar mitswa gedaan, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik vastgeketend of ingeperkt werd door mijn geloof.”
“Mijn ouders waren niet ontzettend strikt met me: ze lieten me bijvoorbeeld vrij in het ontdekken van mijn liefde voor muziek. Ik mocht cd’s en posters verzamelen op mijn kamer, maar ze hebben me ook snel duidelijk gemaakt dat mijn interesses door de buitenwereld misschien niet even geaccepteerd zouden worden.”
“Als opgroeiende homo was ik toegewijde fan van Madonna, maar daar waren mijn ouders toch wat minder happig op. Toen ik wat later geobsedeerd raakte door RuPaul, viel dat al helemaal in slechte aarde; een jong kind dat enthousiast stond te juichen voor een zwarte dragqueen, dat hoorde niet. Dus probeerden ze me naar veiligere diva’s te loodsen, zoals Janet Jackson. Ze hebben ook twee keer geprobeerd om me naar een sportkamp te sturen, maar dat was evenmin een succes. Het theaterkamp waar ik later naartoe mocht: dàt was mijn ding.” (lacht)
Het gesprek met mijn vader was een beetje ongemakkelijk, maar hij vertelde me meteen dat hij me onvoorwaardelijk bleef liefhebben en steunen.
Wanneer begon je voor het eerst met de gedachte te spelen dat je weleens niet hetero zou kunnen zijn?
“Ik herinner me in elk geval dat ik al erg jong verliefd werd op een jongen waarmee ik op school zat. Later heb ik ontdekt dat hij ook homo was, maar toen durfden we dat niet uit te spreken. Ik kwam uit de kast bij mijn moeder toen ik nog maar twaalf jaar oud was. Nadien hebben we het er een hele tijd niet meer over gehad, waardoor ik me enkele jaren later opnieuw bij haar moest outen. Na een avond samen op restaurant, heb ik haar gewoon gezegd: by the way, ik ben nog steeds homo. (lacht) Ze heeft daar gelukkig nooit een probleem van gemaakt, net als mijn vader trouwens. Het gesprek met hem was een beetje ongemakkelijk, maar hij vertelde me meteen dat hij me onvoorwaardelijk bleef liefhebben en steunen.”
In welk klimaat moest je uit de kast komen?
“Het was geen gemakkelijke tijd om je te outen als homo, dat staat vast. Het waren de jaren negentig, en overal hoorde ik verhalen van kinderen die uit hun huis werden gegooid omwille van hun seksuele geaardheid en van mensen die stierven aan aids. Wat me in die tijd enorm geholpen heeft, is de kleine lokale community voor holebi’s waar ik deel van uitmaakte. Ontdekken dat er een gemeenschap bestond die als een vangnet kon dienen, dat was een grote troost. In Boston was er zelfs een Youth Pride Parade, waar honderden jonge homo’s samenkwamen om hun plek in de samenleving op te eisen.”
Reacties
Hoe reageerde je geloofsgemeenschap op die jeugdige dosis lef?
“Toen ik op mijn vijftiende volledig uit de kast was, had ik het gevoel dat er geen plek meer voor mij was binnen mijn religie. Ik stopte volledig met naar de synagoge te gaan. Veel van de kinderen waarmee ik opgroeide, vroegen zich ongetwijfeld af waar ik was, maar je mag niet vergeten: in Amerika waren er toen heel wat religieuze fundamentalisten die verkondigden dat het een zonde was om homo te zijn. Dat een andere geaardheid je doodvonnis zou betekenen.”
“Toen ik mijn geloofsgemeenschap de rug had toegekeerd, stond er niet veel later een rabbijn voor de deur. Zij heeft het op zich genomen om me terug naar de synagoge te krijgen, en is verschillende keren met me komen praten. Ze drukte me op het hart dat er wel degelijk een plek was voor mij binnen de geloofsgemeenschap, dat het mogelijk was om zowel Joods als homo te zijn.”
Dat lijkt me verrassend om te horen.
“Ja, dat was het ook. Uiteindelijk is ze er ook in geslaagd om me terug naar de synagoge te krijgen. Ik werd de token gay en ging samen met haar voor duizenden Joodse kinderen spreken over wat het betekende om homo te zijn. Dat was eigenlijk heel dapper, als ik erop terugblik, want in die tijd kende ik niémand anders die ook homo was. Het heeft nog vele jaren geduurd voor ik iemand ontmoette die ook homo én Joods was.”
Toen Matt de twintig al even voorbij was, verhuisde hij naar New York, om er zijn carrière als producer achterna te jagen. “Dat is het beste wat me ooit is overkomen”, vertelt hij. “Er ging plots een hele wereld voor me open en het voelde aan alsof alles mogelijk was. Het wemelde er toen nog van de clubs en er liepen nog volop drugsdealers en prostituees over straat. Ik ben echt een mens geworden in die stad, en later heb ik er ook mijn Belgische man ontmoet.”
Is de queergemeenschap nog steeds belangrijk voor je?
“Gemeenschapsvorming is niet meer zo belangrijk voor mij, nee. Naarmate ik ouder werd, heb ik me daar wat uit teruggetrokken. Veel New Yorkers zijn zo: in het begin gaat er een nieuwe wereld voor je open, maar na een tijd ga je toch steeds meer als een eenzaat leven. Leven in New York is vermoeiend: het is benauwend dichtbevolkt en er komen waanzinnig veel toeristen naartoe. Toen ik ouder werd, wou ik gewoon een kleine vriendengroep en een lief. Activisme leent zich beter aan jongere generaties, die op zowat elk vlak actiever zijn.”
Relaties
Maar voor je je helemaal terugtrok uit het overrompelende New York, ontmoette je er ook je Vlaamse man nog. Hoe ging dat?
“We hebben elkaar ontmoet ik een gay bar. (lacht) Hij bezocht de stad als toerist en had een camera bij zich, waarop ik hem vertelde dat ik een prachtig uitzicht had op de stad vanuit mijn appartement. Die avond zijn we samen dronken geworden, en nadien hebben we een tijdje een langeafstandsrelatie gehad. Dat werkte goed, maar omdat ik er zeker van was dat ik bij hem wou blijven, ben ik hem uiteindelijk dan toch maar naar België gevolgd. Een deel van mij had het gevoel dat ik aan verandering toe was; New York begon me te vervelen. Ik ben naar Antwerpen verhuisd op de dag dat Donald Trump verkozen werd tot president en ik ben ongelofelijk blij dat ik deze gezondheidscrisis nu niet met hem aan het roer hoef mee te maken.”
Had je voordien al relaties gehad met andere mannen?
“Ik had mijn aandeel mannen al wel gehad, ja. (lacht) Van relaties die enkele jaren stand hielden tot liefdes die al na een dag weer vervlogen waren. Ik denk dat het goed is dat ik die ervaringen heb meegekregen, want ze geven de mogelijkheid om te vergelijken. Ik denk niet dat ik mijn huidige man naar België was gevolgd als ik niet al enkele relaties achter de rug had.”
Ondertussen ligt er natuurlijk een oceaan tussen jou en je familie. Hoe verloopt het contact nu?
“Ik probeer mijn moeder en vader wekelijks te FaceTimen en we sturen elkaar ook haast elke dag berichten. Natuurlijk is het jammer dat ik zo ver van mijn familie woon - zeker nu het virus de ronde doet - maar ik had ook het gevoel dat ik wat onder de vleugels van mijn gezin moest uitkomen. Mijn familie is, zoals dat in veel Joodse gezinnen het geval is, heel betrokken in mijn leven. Als ik een doktersafspraak heb, is de hele familie daarvan op de hoogte. Ik hou van mijn familie, maar ik denk dat wat fysieke ruimte onze band sterker en gezonder heeft gemaakt.”
----------------------------
Heb je naar aanleiding van dit bericht nood een aan een gesprek? Contact opnemen met de Lumi kan via www.lumi.be of 0800 99 533.
"Hoe kan Lumi je nog beter steunen in deze moeilijke periode? Laat je stem horen door Lumi's coronabevraging in te vullen. De vragenlijst heeft 15 vragen en invullen duurt minder dan 10 minuten."
Eigen verslaggeving