Drie queer modeontwerpers over gender, seksualiteit en identiteit
Wie ‘modeontwerper’ zegt, associeert dat waarschijnlijk meteen met een witte, cis homoman à la Karl Lagerfeld, Raf Simons of Dirk Bikkembergs. ZIZO sprak met Pierre-Antoine Vettorello, Raphaële Lenseigne en Naomi Quashie, drie jonge ontwerpers die niet aan dat beeld voldoen.
Alle drie zijn ze toevallig Franse expats in België. Pierre-Antoine is een zwarte homoman. Raphaële Lenseigne is een witte en Naomi Quashie een zwarte vrouw die allebei geen label op hun seksualiteit willen plakken.
Pierre-Antoine Vettorello (hij/zijn)
“Mijn fascinatie voor mode gaat ver terug. Ik herinner mij dat ik het Franse modeprogramma Paris Mode op de videorecorder van mijn ouders opnam”, vertelt textiel- en modeontwerper Pierre-Antoine Vettorello tegen ZIZO. In 2010 studeerde hij af van de Antwerpse Modeacademie. Vandaag heeft hij zijn eigen modemerk, voert hij academisch onderzoek en is hij leraar voor een zomerprogramma mode in Parijs.
Het televisieprogramma was zijn eerste kennismaking met beroemde modeontwerpers als Jean-Paul Gaultier, Alexander McQueen, John Galliano en Azzedine Alaïa. “Voor mij waren ze gay supersterren. Niemand twijfelde aan hun legitimiteit en niemand stelde hen gênante vragen over hun seksuele geaardheid, helemaal het omgekeerde van wat ik op school ervaarde. Mode studeren was geen keuze, eerder een noodzaak om mij vrij uit te kunnen drukken.”
Heteronormatieve, racistische en seksistische industrie
Recent begon Pierre-Antoine aan zijn academisch onderzoek naar het, zoals hij het verwoordt, ‘archaïsche modesysteem’. “Volgens mij is het anders om als zwarte, fem homoman (afkorting van feminine, verwijst naar iemand van wie het gedrag stereotiep met vrouwen wordt geassocieerd, red.) in de mode-industrie te werken dan als witte homoman. Ik groeide op met zogenaamde vrouwelijke waarden, zoals sensitiviteit, empathie, niet luid spreken en niet opscheppen over je prestaties. Ik heb een gemengde afkomst, maar ik beschouw mezelf zwart”, zegt hij.
“Uit mijn ervaring weet ik dat het helpt om een homoman te zijn in de mode-industrie, maar er is nog steeds discriminatie, denk maar aan de hoge posities binnen modemerken. Die worden doorgaans door witte mannen bekleed. Gelukkig verandert dat, nu heb je Olivier Rousteing bij Balmain, Virgil Abloh van Off-White en Rushemy Botter bij Nina Ricci. Maar zij representeren nog steeds de ‘geaccepteerde’ cis zwarte identiteit. Ik zeg niet dat ze hun job niet goed doen, maar zwarte modeontwerpers die fem zijn, krijgen minder hoge posities. Voor zwarte vrouwen is het nog erger, die vind je in Parijs al helemaal niet in die topposities.”
Innerlijke stem
Hij ziet mode als een medium om zijn gevoelens in uit te drukken. In 2009 ontwierp hij een collectie vrouwenkledij waarin hij wapens had verwerkt. “Ik zat met veel kwaadheid omdat ik het slachtoffer van agressie was geweest. Mijn psycholoog zei me dat ik in kussens moest slaan om met die woede om te gaan, dat deed ik, maar dat was niet genoeg. Het vrouwenleger is zelfzeker en machtig en beschermde mij van die kwaadheid. De stoffen en patronen die ik ontwierp, zijn gebaseerd op mijn Afrikaanse achtergrond.”
De eerste stap in zijn creatieve proces is zijn innerlijke stem vinden. “Dat is meestal een onderwerp waar ik onbewust over nadenk, iets dat ik belangrijk vind om te delen en om over te spreken. Ik werk thuis, liefst alleen met goede muziek en een grote pot thee.”
Raphaële Lenseigne (zij/haar)
Door De Morgen werd ze getipt als een van de twintig twintigers die je dit jaar in de gaten moet houden en Vice bekroonde haar als een van hun ‘People of the Year’. “Dat was erg ontroerend”, zegt Raphaële Lenseigne. “Ik voelde me begrepen. Met Adult probeer ik heel abstracte ideeën concreet te maken.”
Die abstracte ideeën gaan over de grenzen van gender. “Ik filosofeer over de labels die we op mensen plakken en hoe we daarmee omgaan”, zegt ze tegen ZIZO. Ze baseert zich op de Franse filosofe Simone de Beauvoir, die stelt dat iemand niet als vrouw wordt geboren, maar vrouw wordt door de maatschappelijke rollen waarin ze wordt geduwd. Hetzelfde geldt voor mannen.
Mode voor iedereen
Daarom is Adult Antwerp een modemerk “voor iedereen”. De schoenen, waarmee het allemaal begon, bestaan van maatje 36 tot 46. Zelf noemt Raphaële de schoenen extravagant. “Ze vallen nogal op. Het zijn geen schoenen die iedereen zou dragen. Maar daar gaat het voor mij niet om. Het merk is voor iedereen die zich erin herkent en dat gaat verder dan de barrière van geslacht.”
“Mode is op vlak van gender zo binair”, zegt ze. “Als je gewoon al kijkt naar de schoenenwinkels die Adult verkopen, zie je dat al. Zij bestellen namelijk enkel de vrouwenschoenmaten.” Ze denkt niet dat de mode-industrie daarin snel zal veranderen, maar een toekomst waarin er geen scheiding tussen de mannen- en vrouwenafdeling meer bestaat, zit er volgens haar wel in.
De laatste lijn van Adult heet ‘Beyond the belt’ en bestaat uit leren tasjes in de vorm van een penis of een vagina. De tasjes kun je op je riem schuiven, maar ook als haarspeld gebruiken. “Het idee is dat je kunt kiezen welk geslachtsdeel je wilt hebben en dat je tussen de twee kan wisselen”, legt ze uit. “Ik probeer de geslachtsdelen niet te deseksualiseren. Seks is geweldig en genitalia zijn seksueel, daar mag je de focus niet van wegnemen.”
Grenzen van gender vervagen
Eigenlijk schrijf je haar naam met twee L’en, want zo staat ze geregistreerd. “Toen ik tiener was, wisselde ik naar één L, omdat mijn naam zo meer uniseks werd”, zegt ze. “Het is iets dat me toen al bezighield. Ik ben een vrouw, maar er zit ook een man in mij. Hij bestaat, ik voel hem ook.” Die man in haar wekt ze tot leven met haar kunstproject ‘Shapes of Rafa’, waar ze de grenzen van gender vervaagt door bijvoorbeeld een zelfgemaakte penis uit papier-maché te dragen.
Haar seksualiteit kan ze ook niet binnen een hokje plaatsen dat vandaag bestaat. “Ik heb relaties met mensen. Ik heb nooit een type gehad en voel me niet exclusief tot mannen of vrouwen aangetrokken.”
Raphaële groeide op in een traditioneel, katholiek gezin. “Over seks en seksualiteit praten we niet, mijn ouders willen de details niet weten. Ze weten dat Rafa bestaat, maar het maakt hen comfortabel. Voor mij hoeft die conversatie ook niet, het is langs beide kanten respectvol om het onbesproken te laten.”
Naomi Quashie (zij/haar)
Een modeontwerper in de traditionele zin wil Naomi Quashie zichzelf niet noemen. “Van opleiding ben ik beeldhouwer en ik werk als visual artist. Voor ballroom ontwerp ik kostuums.” Drie jaar geleden leerde ze ballroom kennen door de documentaire Paris is Burning, een jaar later verhuisde ze van Frankrijk naar Brussel, waar ze de ballroomworkshops van het collectief For All Queens! ontdekte.
Ballroom is een subcultuur die in de jaren twintig in New York ontstond als veilige plek voor zwarte en POC LGBTI+-personen, die in het dagelijkse leven met discriminatie geconfronteerd worden. Tijdens de balls lopen deelnemers mee in verschillende categorieën, gaande van lip-syncs, dans tot in zelfontworpen kostuums paraderen. De winnaar van de categorie neemt een trofee mee naar huis.
Vervlochten identiteit
Ik zag Naomi vorig jaar op het Afro Punk Ball van For All Queens! in Brussel. Ik herinner me haar entree in de majestueuze Spiegelzaal van gemeenschapscentrum De Markten nog levendig. Ze droeg een kostuum gemaakt van stukken synthetisch haar en een hoofddeksel met lange, oranje vlechten. Met haar kaarsrechte rug, haar statige blik en gracieuze tred palmde ze alle aanwezigen in. Ondanks het lovende gejuich van de overvolle zaal verrekte ze geen spiertje in haar gezicht.
“Dat was mijn eerste ball ooit”, zegt ze daar vandaag over. “Ik had geen geld om een haute-coutureoutfit te kopen en ik kende niemand die ik kon vragen om voor mij een kostuum te maken, dat neemt veel tijd in beslag. Daarom maakte ik het kostuum zelf en dat kostte me twee maanden, omdat ik bijvoorbeeld al het haar (dat ze in de Afrikaanse Matongéwijk in Brussel kocht, red.) moest vlechten.”
Haar werk als kunstenares, of dat nu als visual artist of als kostuumontwerper is, gaat over identiteit. De vlechten maken daar deel van uit. “Ik ga op zoek naar mijn plaats als zwarte, mixed race vrouw in een westerse maatschappij. Thuis kreeg ik weinig informatie over mijn afkomst, vooral niet van mijn zwarte vader. Mijn moeder is wit en zij leerde hoe ze mijn haar moest vlechten. Dat was het eerste dat me dichterbij mijn blackness bracht”, zegt ze. “Haarzorg is een groot deel van de zwarte cultuur. Verschillende vrouwen vlechten bijvoorbeeld het haar van één vrouw. Die momenten brengen de gemeenschap dichter bij elkaar.”
Aangewakkerd vuur
“In principe zou ik ook gewone kledij kunnen ontwerpen, maar ik beleef net zoveel plezier aan de kostuums die ik voor ballroom maakt”, zegt Naomi. “Toen ik zo’n jaar of negen was, tekende ik al vrouwen in extravagantie, fantasierijke kledij. Achteraf gezien was dat al ballroomkledij.”
Ballroom wakkert haar artistieke vuur aan. “Het is een goede denktank. Ik kan er observeren en mijn werk tonen, maar ik kom er vooral in contact met getalenteerde, prachtige, intelligente en activistische mensen. Toen ik de gemeenschap ontdekte, worstelde ik met mijn mentaal welzijn. Dankzij For All Queens! heb ik mezelf teruggevonden op een manier dat geen enkele organisatie dat voor mij heeft kunnen doen. Wat Zelda Fitzgerald (de drijvende kracht achter For All Queens!, red.) voor de zwarte en POC-gemeenschap doet, is van onschatbare waarde.”
Volg Pierre-Antoine Vettorello op zijn website.
Volg Adult Antwerp en Raphaële Lenseigne op Instagram.
Volg Naomi Quashie op Instagram.
Eigen verslaggeving