Eveline Van de Putte over ‘Stormachtig Stil’: “Het gaat mij niet om begrijpen, maar om respect"
In ‘Stormachtig Stil, levensverhalen van roze ouderen’ vertellen oudere holebi’s en transpersonen over hun leven, liefde, de weg naar zelfacceptatie en de angst om (nog steeds) niet geaccepteerd te worden. Het boek verscheen voor de eerste keer in 2013, maar kreeg dit jaar een complete make-over.
Naar aanleiding van de hernieuwde uitgave sprak ZIZO met auteur Eveline Van de Putte over haar motivatie, het belang van dit boek en wat het haar heeft bijgeleerd.
Vanwaar die keuze om een nieuwe editie uit te geven?
“De oude editie was na twee drukken helemaal uitverkocht, maar er bleef vraag naar de verhalen. De uitgever van de eerste editie bestaat ondertussen niet meer, dus ben ik op zoek gegaan naar iemand die geïnteresseerd was. Zo heb ik besloten Uitgeverij de Brouwerij | Brainbooks te vragen bij wie mijn boek ‘Nieuwe namen, levensverhalen van transgender ouderen’, is verschenen. Henriette Faas, de uitgever, ging akkoord op voorwaarde dat het boek een complete make-over zou krijgen, passend bij haar huisstijl en bij ‘Nieuwe Namen’.”
Wat is er nieuw aan deze editie?
“Het uitzicht van het boek is veranderd zodat het beter past bij de andere boeken die ik ondertussen heb gepubliceerd. De lay-out is gewijzigd, de cover vernieuwd en de letters zijn een stuk groter geworden waardoor het ook voor ouderen beter leesbaar is. Daarnaast is er een uitgebreid nawoord aan toegevoegd, wat in het vorige boek ontbrak. Dat is geschreven door Movisie, een kenniscentrum dat zich ontfermt over maatschappelijke thema’s zoals eenzaamheid, armoede en discriminatie. Het is een feitelijk stuk over LGBT+-ouderen en de problematiek die daaraan vasthangt, aangevuld met cijfers en tips voor gemeentes en organisaties op vlak van zorg en welzijn. Daardoor is het boek meer dan een gewone verhalenbundel. Het is niet alleen gericht op de doelgroep en zijn of haar omgeving, maar ook interessant voor professionals en studenten.”
Motivatie
Het boek bestaat uit 27 verhalen, waarom heb je ervoor gekozen om juist deze te vertellen?
“Ten eerste wilde ik LGBT+-ouderen in beeld brengen, en daarbij op zoek gaan naar de diversiteit binnen die groep. Dé holebi-ouderen bestaat niet, al die mensen hebben hun eigen verhaal: de ene komt uit de stad, terwijl de andere opgroeide op het platteland. Er zijn mensen met een religieuze achtergrond en anderen geloven dan weer niet. Die verschillende achtergronden bepalen hoe zijzelf en hun omgeving omgaan met emoties en hoe zijn hun leven hebben ingericht.
Daarnaast identificeren ze zich allemaal op hun eigen manier. De nadruk ligt in dit boek wel op homo’s en lesbiennes, aangevuld met twee verhalen van oudere transpersonen. Ondertussen is er als vervolg het boek ‘Nieuwe Namen’ waar alleen transpersonen op leeftijd aan bod komen. Ik heb geprobeerd om binnen die groep de verschillen aan te tonen, waaronder de culturele diversiteit, maar dat was niet eenvoudig.”
Waarom was die culturele diversiteit een struikelpunt?
“Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar jonge LGBT+-’ers met een biculturele achtergrond vind je nog relatief snel. Ouderen daarentegen zijn minder bereikbaar, ook al weten we dat ze er zijn. Ik heb contact opgenomen met migranten-, en vluchtelingenorganisaties die zich met het onderwerp bezighouden, maar ook zij kenden de oudere LGBT+-‘ers niet.
De mensen met een biculturele achtergrond die ik heb gevonden, zijn allemaal begin vijftig terwijl de rest 75 jaar en ouder is. Dat nam niet weg dat ik hun verhaal wel belangrijk vond, ook al zijn ze jonger dan de rest. Het blijft een fascinatie om die mensen, met een biculturele achtergrond, een stem te geven.”
Veel mensen leiden een dubbel leven en gaan hun graf in met een groot geheim en onvervulde verlangens
Wat drijft jou om die verhalen op de voorgrond te brengen?
“Ik ben altijd nieuwsgierig in de ander: wat drijft hen in het leven en hoe is hun omgeving daarin een invloed? Uiteindelijk hebben we allemaal dezelfde basis wensen en die zijn eenvoudig: gelukkig zijn en ons veilig voelen.
Het is zo spijtig dat je in de kast moet blijven omdat je bang bent voor afwijzing van je eigen omgeving. Die roze ouderen met een biculturele achtergrond hebben het extra moeilijk: ze zijn een minderheid binnen een minderheid en tegelijkertijd hebben ze een geheim dat ze niet tegen hun eigen groep kunnen zeggen uit angst voor die afwijzing.
Waar kies je dan voor? Samenzijn met mensen die jouw culturele achtergrond delen of alleen zijn in een witte samenleving die jou niet volledig accepteert. Onder andere oudere LGBT+-ers is er niet altijd ruimte voor hun biculturele, roze broeders en zusters. Al zijn ze er welkom, dan is er nog altijd de angst dat een bekende hen bij een roze activiteit ziet buitenkomen. In feite is het voor de biculturele LGBT+’ers zoals het vroeger was voor ons: veel mensen leiden een dubbel leven en gaan hun graf in met een groot geheim en onvervulde verlangens.”
Volgende week
Is er een verhaal dat jou is bijgebleven?
“Er waren mensen die voor het eerst hun verhaal vertelden, zo was er een mevrouw die erg aarzelde of ze wilde meedoen. Het komt uiteindelijk in een boek dat voor iedereen beschikbaar is. We hebben zeker een uur aan de telefoon gesproken, waar ik haar ook duidelijk maakte dat ze niet hoefde mee te werken als ze dat niet wilde.
Opeens nam ze het radicale besluit ‘ik doe het want het is nu of nooit’. Ik ben toen naar haar toe gegaan en vanaf het begin was het duidelijk hoe nerveus ze was. De vrouw vertelde mij bovendien dat ze haar verhaal nog nooit eerder had verteld: het verhaal was er, maar niemand wist het zo uitgebreid.
Zij had ook praktische voorbeelden, zoals: hoe zij vroeger uitgingen in Amsterdam. Ze leende een jas om te vermijden dat ze haar aan de kleding zou herkennen. Op elke hoek van de straat stonden een soort van spionnen van de club die een fluitsignaal gaven als het veilig was om door te lopen naar de geheime locatie waar gevoelsgenoten elkaar ontmoetten. Uiteindelijk kwam haar baas te weten waar ze in het weekend naartoe ging en hij zei: ‘als je nog een keer gaat waar je dit weekend was, hoef je hier nooit meer terug te komen’. Hij zei niet de exacte plaats, of hoe hij het wist, maar de boodschap was duidelijk.
Ik stuurde haar mijn concept achteraf om alles na te kijken, maar ik hoorde niets terug. Toen ik belde om te controleren of het wel was aangekomen, zei ze: ‘ik heb het, maar het raakt me heel erg want het is mijn eigen verhaal’. Ze had haar koffie er al over laten vallen van de zenuwen, maar ze beloofde me dat ik het volgende week zou terugkrijgen. Die ‘volgende week’ duurde een half jaar.
Als iemand zijn verhaal mag vertellen, voelt die persoon zich gehoord en dat geeft kracht.
In dat halfjaar heb ik zeker twintig keren gebeld en kreeg ik altijd hetzelfde antwoord. Op een gegeven moment komt de deadline in zicht en ik wilde haar verhaal er echt wel bij. Toen ik haar voor een laatste keer belde, zei ze ‘morgen gaat het op de post’. Ik moest lachen natuurlijk, want dat was al de zoveelste keer dat ze dit zei, maar twee dagen daarna stak er een dikke enveloppe in mijn brievenbus.
Ze had op een ouderwetse typemachine, het verhaal overgetypt en er extra stukjes verhaal bijgezet. In de enveloppe zat verder een handgeschreven brief waarin ze vertelde dat ze zoveel tijd nodig had omdat alles weer naar boven kwam, maar dat ze die nieuwe versie had gemaakt voor haar familie want ‘beter laat dan nooit en dit gaat over mijn leven’. Het leek wel alsof die aarzelende vrouw zichzelf had teruggevonden.
Dat is naar mijn mening de kracht van een verhaal vertellen. Hoe oud of jong je ook bent, als iemand zijn verhaal mag vertellen, voelt die persoon zich gehoord en dat geeft kracht. Daarom zie ik dit werk ook als een gunst en geen vanzelfsprekendheid. Iemand vertelt zoveel over zichzelf die bovendien niet de gemakkelijkste dingen zijn om bloot te leggen. Het gaat over ‘verboden liefde’, zelfacceptatie, worstelingen, de afstand die ze namen van dierbaren omdat zij hen niet aanvaardden en de angst die ze hebben dat ze opnieuw de kast in moeten in woonzorgcentra.”
Wat doet dat met jou?
“Dat raakt mij echt wel, ik vind het vreselijk dat mensen nog altijd die angst voelen om veroordeeld te worden voor de liefde die zij voelen. Voor wie dat dan ook mag zijn. Dat maakt mij ook strijdbaar en is bijvoorbeeld de reden dat ik nog altijd doorga met Tour d’Amour*. Dan denk ik bij mezelf ‘het moet toch eens afgelopen zijn, anno 2020’, maar jammer genoeg is dat niet het geval.
Ik heb de afgelopen twee maanden nog twintig woonzorgcentra bezocht. Als ik dan aan hen vroeg hoe het gesteld is met diversiteit, het beleid errond en in hoeverre ze weten wie er onder die roze ouderen valt, dan krijg ik negen op de tien hetzelfde antwoord: het is geen item. Dan komen dezelfde vragen weer naar boven: zijn ze er niet of voelen ze zich niet veilig genoeg om het te vertellen en wat is de oorzaak daarvan?
Er zijn ouderen die er geen probleem van maken, maar tegelijkertijd zijn er ook die het nog altijd zien als iets abnormaals. Je merkt dat er ouderen zijn die bang zijn voor de reactie van anderen als ze bijvoorbeeld een foto van hun kleindochter met haar vrouw op de kast zien staan. Die angst is er nog altijd, en dan kan je wel inbeelden hoe moeilijk het is voor LGBT+-ouderen om in zo’n centrum te vertellen wie ze écht zijn. Ik kan alleen maar hopen dat ik met mijn werk werkelijk een bijdrage lever aan die conversatie door aan het personeel te tonen dat het dichter bij hen staat dan ze denken.”
Kunst en levenslessen
Waarom denk je dat kunst, in het verlengde literatuur, een goede manier is om die taboes te doorbreken?
“Met kunst en verhalen bouw je een kleine tussenstop. Het is anders dan op een directe manier vragen: wat denk jij daarvan? Er staat een verhaal, een beeld, een metafoor tussen ons waar we ons beide aan kunnen spiegelen en wat ons aan het denken zet. Achteraf ontstaat er automatisch een gesprek over dat verhaal en hoe wij met deze situaties zouden omgaan, je zet je in iemand anders zijn schoenen.
Iedereen neemt er iets uit mee, ook al wilt die persoon dat niet. Al leg je 99 procent van het verhaal naast je neer, er blijft altijd iets hangen waaraan je terugdenkt. Bij de ene groeit er een boom uit, terwijl het bij de andere nauwelijks kiemt, maar toch.”
Als ik iemand van zeventig hoor vertellen dat ze net de medische transitie achter de rug heeft en ze eindelijk gelukkig is, wie ben ik dan om daarover te oordelen?
Wat heb jij daaruit geleerd?
“Niets is vanzelfsprekend. Achter de vrijheden die wij nu hebben, zit geschiedenis en er is voor gevochten. Dat geldt niet alleen voor de LGBT+-gemeenschap, maar evengoed de vrouwenemancipatie. Het is helemaal nog niet lang geleden dat vrouwen geen stemrecht hadden of geen toestemming hadden om te werken. De generaties voor ons hebben ervoor gestreden om die rechten en vrijheden te verwerven. Mijn werk vertelt niet alleen die geschiedenis, maar is ook een eerbetoon aan deze ouderen
Met de verhalen van transpersonen, merkte ik dat er nog altijd veel onkunde en onbegrip is rond het onderwerp. Mensen die niet trans zijn of niet lijden aan genderdysforie, begrijpen niet waarom sommige mensen kiezen voor die ingewikkelde en ingrijpende operaties. Ook ik snap niet altijd alles, maar daaruit leerde ik dat het niet om mij gaat op zo’n moment. Integendeel, dat is het laatste wat er toe doet. Het gaat mij niet om begrijpen, maar om respect. Als ik iemand van zeventig hoor vertellen dat ze net de medische transitie achter de rug heeft en ze eindelijk gelukkig is, wie ben ik dan om daarover te oordelen? Op zo’n moment kan ik alleen maar delen in het geluk van die persoon!
Heel dit proces heeft mij getoond hoe veerkrachtig mensen zijn. Vaak genoeg konden zij hun eigen gevoelens niet plaatsen en het enige wat ze wisten was ‘ik ben anders’. Ze speelde toneel om zich aan te passen aan de wensen van de omgeving, maar het is moeilijk om dat vol te houden. Dat zij, ondanks alles, zichzelf toch hebben bevrijd wijst op een oerkracht die leeft in mensen en daar kan ik alleen maar naar opkijken!”
Waarom koos je ervoor om louter Nederlandse mensen aan het woord te laten en bijvoorbeeld geen mensen uit België?
“Sterker nog, dat wilde ik juist graag. Met de allereerste editie van ‘Stormachtig Stil’ kwam het besef wat te laat en was het écht een gemiste kans. Toen ik begon aan ‘Nieuwe Namen’ had ik het plan om de ene helft Nederlandse getuigenissen te tonen en de andere helft Belgische. Zo zou het boek een breder draagvlak hebben en meer mensen bereiken. Dat is helaas niet gelukt.
Een boek schrijven over zo’n precair thema is niet eenvoudig en kost ook geld. Ik heb toen gezegd tegen de Belgische collega’s dat ik het graag samen wilde doen, en ik kreeg ook een enthousiaste reactie terug. Het was de bedoeling dat we de kosten deelden, maar dat gaf problemen vanwege de geldstroom aan de Belgische kant. Ik vind het nog altijd spijtig. Als er volgende week iemand aanklopt en zegt ‘we hebben het geld’ en we willen meedoen aan een nieuw boek, dan zeg ik zonder twijfel ja.”
Wat is jouw streefdoel voor de toekomst?
“Met mijn werk wil ik de mensen met hun verhaal een eer geven die ze verdienen door ze in beeld te laten komen. Mensen die je normaal gezien niet zou horen, laten zien en hun ervaringen delen. Hierdoor hoop ik bij te dragen aan de acceptatie van groepen die vaak amper gekend zijn en waarover vooroordelen zijn in de maatschappij. We zijn allemaal mensen met een verhaal en juist het stukje dat uniek is aan elk van ons maakt het leven zo kleurrijk. Sta daar voor open en wees er niet bang voor.”
* Tour d’Amour is een voorstelling om de verhalen van LGBT+-ouderen onder de aandacht te brengen.
Zowel 'Niewe Namen' als de vernieuwde uitgave van 'Stormachtig Stil' zijn beschikbaar bij Kartonnen Dozen.
Eigen verslaggeving