Het dubbelleven van bokskampioen Emile Griffith, schipperend tussen boksen en dameshoeden
“Hoe vreemd is dat… Ik dood een man en de meeste mensen begrijpen dat en vergeven me dat. Hou ik daarentegen van een man, dan is dat in de ogen van velen een doodzonde en word ik tot een slecht mens gebombardeerd. Ik ben dan niet in de gevangenis beland, maar ik heb wel bijna mijn hele leven opgesloten gezeten”, aldus Emile Griffith. Griffith was een homoseksuele wereldkampioen boksen die eigenlijk liever dameshoeden ontwierp. De Duitse bestseller-auteur Reinhard Kleist maakte een aangrijpende beeldroman over diens (dubbel)leven.
“Een van de redenen waarom ik dit verhaal wilde doen, was dat ik genoeg had van films en verhalen over LGBTI+-personages die altijd het slachtoffer waren en uiteindelijk stierven”, zegt de Keulse auteur Richard Kleist (50). “In dit verhaal vecht de homo wél terug, en daar begint de tragedie.”
Geen stereotype LGBTI+-personage in dit verhaal, meent hij. “Dat is wat ik zo leuk vond aan hem. Emile heeft nooit plannen gehad, deed gewoon wat hij leuk vond. Eerst was hij een bokser en hield hij van mannen, daarna ontwierp hij vrouwenhoeden, vermoordde hij iemand in de ring en was daarnaast zanger. In welke la je hem ook probeerde te stoppen, hij paste nérgens in.”
In de aangrijpende beeldroman ‘Knock Out’ vertelt Kleist het dubbelleven van Emile Griffith (1938-2013), een bijzonder aardige jongeman die eerder toevallig bokser werd, maar vooral dameshoeden wilde ontwerpen. Een bokser die zich ontpopte tot een wereldkampioen. Tot op die ene dag, 24 maart 1962, toen hij met Benny Paret de ring instapte voor de wereldtitel in de gewichtsklasse weltergewicht (t.e.m. 69 kg). Net ervoor riep Paret hem nog “flikker” toe, terwijl hij diens hoge stem imiteerde. Er knapte iets bij Griffith. Die avond in het New Yorkse Madison Square Garden sloeg Griffith terug. Letterlijk. Een keer. Nog een keer. En dan… een keer te veel.
Was Griffith effectief zo naïef als in je boek? Tegenover sportjournalisten verklaarde hij bijvoorbeeld dat hij graag dameshoeden ontwierp en reageerde hij verbaasd wanneer zijn trainer hem vertelde dat hij zijn seksuele geaardheid beter voor zichzelf moest houden.
Reinhard Kleist: “In alles wat ik over hem zag of las, merkte ik dat hij zacht, maar ook best wel naïef was naar zowat iedereen. Zelfs wanneer hij misbruikt werd, zoals toen enkele familieleden zijn geld stalen. Hij wilde mensen een goed gevoel geven. Ik denk dat dat patroon voortkomt bij veel homo’s. Het gevoel hebben aardig te moeten zijn naar iedereen zodat niemand hen kan kwetsen of hun positie in de maatschappij onderuit kunnen stampen. Ik merkte dat zelfs bij mezelf. Wanneer het toch gebeurde, vroeg ik me af hoe dat in godsnaam kon gebeuren. En waarom? Want ik ben toch een goed persoon? (Zuinig lachje). Onmiddellijk nadien bevind je je terug in de slachtofferrol. Je moet als homo wel over wat zelfvertrouwen beschikken om daarover te geraken en de kracht in jezelf te vinden. Ik heb het gevoel dat Emile achter die façade waarin het leek of hij alles juist deed, weinig vertrouwen in zichzelf had.”
Moeilijke sociale thema’s aankaarten
Je staat bekend voor de research, wat voor je stripbiografieën rond rockers als Johnny Cash of Nick Cave net iets makkelijker is dan bij deze relatief onbekende bokser. Kon je mensen uit zijn omgeving spreken? Is zijn privéleven überhaupt gedocumenteerd?
“Op het internet vind je veel over Griffith. Maar mijn belangrijkste bron was het boek ‘Nine… Ten.. And out’ van Ron Ross, een vriend van Emile. Hij hielp me met de gedetailleerde vragen. Helaas stierf hij in april aan Covid-19. Er is ook een erg goede film genaamd ‘Ring of Fire’, waarin veel interviews met vrienden van Emile verwerkt zitten. Een andere geweldige bron was het Schomburg Center for Research in Black Culture in New York, waar ik veel artikelen terugvond.”
Er was een zeer zachte kant aan hem die zoveel contrasteerde met de wereld van het boksen
In de afgelopen tien jaar heb ik als stripjournalist een voorzichtige verschuiving opgemerkt naar auteurs -ook hetero’s- die LGBTQ-personages in strips brengen. Ervaar jij het ook zo? Wat veroorzaakt volgens jou die verschuiving?
“Ik denk dat auteurs en lezers in het algemeen beseffen dat er veel meer diversiteit in het leven is dan hoe het jaren geleden in films en boeken werd afgebeeld. Ze willen dat etaleren, en aantonen dat er een aantal echt interessante personages en achtergrondverhalen te vinden zijn buiten de reguliere heteronormatieve manier van leven.
In Duitsland heb ik het gevoel dat veel meer LGBTI+-auteurs aan hun eigen projecten beginnen en daarmee toch de aandacht weten te trekken. Op het recente stripfestival in Erlangen was er voor het eerst een publieksinterview over homo en lesbische strips en was er enorm veel publiek aanwezig. Mensen realiseren zich steeds vaker dat strips een geweldige manier zijn om om te gaan met moeilijke sociale thema's en een verder publiek aanspreken.”
Is het niet vreemd dat Griffith, terwijl hij bleef boksen, ook zijn dameshoedencollectie wist uit te breiden? En dat zonder de media en het grote publiek er lange tijd van op de hoogte waren?
“Nou, sommige media wisten dat wel degelijk. Er is een cover van een tijdschrift met hem en zijn hoeden, en er was ook een tv-spelshow waarin de kandidaten moesten raden wie tegelijk bokskampioen en hoedenontwerper was. Maar zo populair werd hij nooit als ontwerper, hoor. Ik denk dat het kwam omdat het gewoon te eigenaardig was. Ik probeerde het wel, maar kwam er niet echt achter waarom hij stopte met het ontwerpen van hoeden. Ik neem aan dat het te maken had met zijn slechte reputatie na de dood van Paret.
Maar hij had een aantal prachtige ontwerpen en hij toonde het altijd graag aan mensen. Er was een zeer zachte kant aan hem die zoveel contrasteerde met de wereld van het boksen. Ik denk dat hij dat contrast best wel leuk vond, maar hij wilde ook erkend worden als ontwerper. Dat is echter nooit gebeurd.”
Dementie als lot
Je kiest ervoor om hem zijn eigen verhaal te laten vertellen, met de hulp van een geest. Waarom?
“Het is niet zomaar een spook, het is een visioen van zijn tegenstander Benny Paret, die in de ring stierf in dat dodelijke gevecht in 1962. Nadat Emile in de jaren negentig in elkaar werd geslagen nadat hij een New Yorkse homobar verliet, begon hij tekenen van dementie te vertonen. Ik heb dat moment in zijn leven gebruikt om Paret te laten opduiken en hem hulp te laten bieden. Griffith had toen al vaak laten ontvallen dat hij Paret vaak tegenkwam in zijn spiegel of aan het uiteinde van zijn bed. Het gesprek tussen de twee gaat over alles wat er is gebeurd voor en na het fatale incident. Het leek me de perfecte invalshoek voor deze bio. Ik kies altijd een vorm van vertelling waarbij de verteller een belangrijk onderdeel van het verhaal is.
Nu, Emile vraagt hem om vergeving, maar de geest van Paret biedt hem alleen aan dat hij alles mag vergeten. Dat is een zeer tragisch punt in Emile’s leven. Hij wilde altijd al vergeten wat er gebeurde. Uiteindelijk stierf hij ook aan dementie, een lot waaraan trouwens wel meer boksers niet konden en kunnen ontsnappen.”
Hij deed gewoon wat hij wilde doen en hield van wie hij wilde houden
Had Griffith in zijn tijd gelijkgestemde iconen voor wie hij zichzelf kon spiegelen? Liberace, bijvoorbeeld? Of waren er in die tijd openlijk homoseksuele mensen die jonge homo's überhaupt beïnvloedden?
“De manier waarop Emile zichzelf zag, was zeer bijzonder. Hij noemde zichzelf nooit homo - behalve in zijn latere jaren - hoewel hij veel vriendjes had en rondhing in homobars. Hij deed gewoon wat hij wilde doen en hield van wie hij wilde houden. Voor zover ik weet heeft hij nooit een rolmodel gehad.”
“Zo'n slag kan ik niet uitdelen, ik moet opener vechten”, zegt Emile op een gegeven moment wanneer zijn management hem vroeg zijn seksuele geaardheid voor zichzelf te houden terwijl ook doelbewust foto’s van hem werden gelost waarin hij zich met halfnaakte dames flaneerde aan het strand. Homoseksuele topsporters hebben er vaak mee te maken. Ze zouden hun sport (nog) beter kunnen beoefenen als ook hun psyche in balans is. Dus dat wordt weggenomen van topsporters als gezoem. Mee eens?
“Ik ben niet bekend genoeg met trainingsdetails om het daarover eens te zijn. Feit is dat er maar heel weinig professionele sporters uitkomen als homo. Zeker in het voetbal. Ik denk dat het management hen zegt dit niet te doen omdat ze bang zijn dat sponsors zich misschien terugtrekken. Ik denk dat nu het tegenovergestelde zou gebeuren, omdat veel bedrijven graag ergens een regenboogvlag hebben.”
Het laatste gevecht
Op 24 maart 1962 vond de noodlottige match plaats tussen Benny Paret en Emile Griffith in Madison Square Garden. Je bestede twintig pagina's aan dat gevecht. Hoe belangrijk was die match?
“Het is een van de meest beruchte wedstrijden in de bokswereld. En het had een enorme impact in het leven van Emile. Ik wilde het in al zijn wreedheid en tragedie uitbeelden. Als je het einde van de wedstrijd ziet, is het moeilijk om het te associëren met het zachte karakter van Emile. Hij wilde nooit iemand pijn doen, maar hij was een van de meest briljante en succesvolle boksers in de geschiedenis. Ik wilde laten zien wat leidde tot het vreselijke einde van het gevecht. Paret beledigde hem voor het gevecht met ‘maricon’, het Spaanse woord voor flikker. Ik stel me voor dat Emile, die nooit iemand een slecht woord toeriep en altijd omringd was door mensen die hem steunden, zich diep gekwetst moet hebben gevoeld. Dus vocht hij terug, en kwam er die ene vuistslag die er te veel aan was.”
Toen mensen ‘flikker’ en ‘moordenaar’ begonnen te schreeuwen in en rond de boksring, en ze zijn hoge stem imiteerden, was hij van de ene op de andere dag niet meer in evenwicht als bokser en als mens. Kunnen we die aanname doen?
“Het was niet zozeer de spot met zijn hoge stem die hem zo verbrijzelde. Het was het resultaat van de laatste wedstrijd tegen Paret. Plotseling was hij een slecht persoon, een moordenaar. Mensen en media reduceerden hem daartoe. Tragisch, want het enige wat hij ooit wilde was door iedereen erkend en bemind worden. Dat brak zijn hart. Toch was hij op de een of andere manier in staat om door het leven te komen. Zijn beslissing om reclasseringsambtenaar te worden voor gevangenen was een poging om iets terug te doen voor de samenleving, maar ook om zijn ziel te kalmeren.”
Zijn beslissing om reclasseringsambtenaar te worden voor gevangenen was een poging om iets terug te doen voor de samenleving
Uiteindelijk trouwde Griffith met een vrouw. Eentje die precies wist dat Griffith homo was. Ook vreemd: Griffiths vriend was ook aanwezig bij dat huwelijk.
“Ik denk dat het een soort gearrangeerd huwelijk was, maar Mercedes en Emile waren echt vrienden. Er is een heel leuk interview met haar in die documentaire, waarin ze citeerde hoe aardig hij was, en hoe goed hij kon dansen. Ik denk dat liefde niet alleen gebaseerd kan zijn op seksuele aantrekkingskracht. Er zijn veel verschillende manieren en ik denk dat ze echt van elkaar hielden. Maar wellicht niet op de manier hoe Mercedes het zich voornam. Het huwelijk duurde overigens niet lang. Nadien trok zij zich terug op St. Thomas. Maar ze bleef hem nog steeds graag zien, dat is duidelijk. “
Wat heb je eigenlijk met boksen? Dit is je tweede verhaal over een bokser.
“Bij boksen zijn er zoveel fantastische verhalen te vertellen. Ik denk dat het komt omdat het altijd een sport is geweest van underdogs die zich een weg naar de top vochten. Dat is waar geweldige verhalen worden geboren.
Plus: het kan een heel esthetische sport zijn. Ik keek veel naar bokswedstrijden en zat zelfs in het publiek met mijn schetsboek. Ik zuig niet alleen de energie van die gevechten en de gespannen bewegingen van de boksers op, maar ook wat er aan de zijkant van de ring gebeurt. Dat lijkt soms op Martin Scorsese-films in het echte leven.”
Wat ik zo leuk vind aan je boek is dat je niet alleen katern over een Griffith toevoegt, maar ook een groot dossier over holebifobie in de topsport, geschreven door de Europese etnoloog Dr. Tatjana Eggeling, expert in het omgaan met holebiseksualiteit en holebifobie in de sport. Je voegde er zelfs best een ellenlange lijst aan toe van bekende internationale holebi boksers. En ergens verwijs je ook naar de organisatie All Out. Waarom was dat zo belangrijk voor jou? Ik kan me voorstellen dat sommige uitgevers dit soort bestanden zelfs als onnodig beschouwen?
“Integendeel. Alle uitgevers vertaalden het nawoord, corrigeerden en vulden het aan met extra info. Dat stemt me blij, want het is belangrijk. Er zijn vertalingen in het Engels, Frans en Turks - zij waren trouwens de eersten die het wilden vertalen. Enkele andere vertalingen worden aangekondigd. Ik ben heel blij dat het verhaal van Emile steeds bekender wordt in de wereld.
Dit is wat ik met het boek wilde doen. Ik wilde de wereld vertellen dat er meer is dan zwart en wit. Ik hoop dat het boek ook in andere landen zal verschijnen, zoals Polen, dat net een volledig holebifobe president heeft herkozen. Ik denk dat veel mensen daar en elders meer moeten weten over LGBTI+-problemen. Holebi’s en trans personen in dergelijke landen of in een onderdrukkende sociale omgeving kunnen best wel wat steun gebruiken. Mogelijk halen ze ook steun uit boeken als dit. Toen ik voor het eerst een film met LGBTI+-inhoud zag - dat was ‘Coming Out’ van Heiner Carow -, had het een enorme impact op mij, ook al was dat dan een dramatische film. Plots voelde ik me niet meer zo alleen.”
‘Knock Out’ verscheen bij Scratch, 160 p., inclusief een tien pagina’s tellend dossier. Het is verkrijgbaar bij de LGBTI+-boekhandel Kartonnen Dozen. The docu ‘Ring of Fire’ is integraal te zien op Youtube. Daarin ook een (eind)scène waarin Emile Griffith de zoon van Paret ontmoet op het kerkhof.
Eigen verslaggeving