"Het is een moedige stap voor queer mensen van kleur om uit de kast te komen"
Gurchaten Sandhu werkt bij de International Labour Organisation (ILO) en is vice-president van UN-Globe, de organisatie die pleit voor de gelijkheid en non-discriminatie van LGBTI-personeel bij de Verenigde Naties (VN). Als een homoseksuele, Brits-Indische, Sikh man, praat Gurchaten over leven op verschillende kruispunten en zijn werk bij de ILO en de VN.
ZIZO ontmoette Gurchaten Sandhu eind oktober 2018 toen hij op de eerste KliQ Works Workplace Conference in Brussel een inspirerende keynote speech gaf. De conferentie wilde inclusieve aanwervingspraktijken bevorderen en gaf hands-on voorbeelden en best practices. Sandhu is een drukbezet man maar enkele maanden later kon ZIZO hem toch voor een interview strikken.
Laten we starten bij het begin. Was het moeilijk om in het reine te komen met het feit dat je homo bent?
Gurchaten Sandhu: "Ik begon te realiseren dat ik me tot mannen aangetrokken voel toen ik twaalf was, maar ik wist niet wat het was. Toen ik daarachter kwam, wist ik dat ik geen homo wou zijn, omdat ik dacht dat dit niet kon omwille van veel verschillende redenen. Bijgevolg ontkende ik te zijn wie ik werkelijk was toen ik opgroeide. Ik zou mezelf altijd beschermen door verschillende vormen van geïmiteerde mannelijkheid te doorlopen, tot het punt waarop het giftig werd. Het werd een deel van mij. Het grootste ding voor mij was dat ik mezelf bleef ontkennen, ook al wist ik dat ik homo was.”
"Aanvaarden wie ik werkelijk was, was een geleidelijk proces. Maar ik was niet in staat om mijn seksualiteit te ontdekken omdat ik voortdurend over mijn schouder moest kijken in angst dat ik betrapt zou worden of dat iemand het zou ontdekken. Het was niet totdat ik was verhuisd naar Genève dat ik mezelf de vrijheid gaf om mijn seksualiteit volledig te verkennen en begon met mezelf te zijn.”
Mijn eerste ervaring met discriminatie was niet vanwege mijn seksualiteit, maar vanwege mijn ras, etniciteit en geloof
Op welke schaal ervaar je discriminatie op deze kruispunten, een homoseksuele Brits-Indische, Sikh man zijnde?
“Mijn eerste ervaring met discriminatie was niet vanwege mijn seksualiteit, maar vanwege mijn ras, etniciteit en geloof. Deze delen van mij zijn zichtbaar en kan ik niet verbergen, in tegenstelling tot mijn seksualiteit. Ik herinner me dat, toen ik kind was, werd gezegd ‘ga terug naar waar je hoort’ of ‘Paki, ga naar huis!’ Een voorval dat ik me duidelijk herinner was toen ik samen met mijn neven en nichten vanuit het park naar huis wandelde en mijn tulband werd afgetrokken. Ik voelde me zo aangevallen en beschaamd. Alsof het mijn schuld was dat ik Indisch was, van kleur... omdat ik een Sikh-jongen met een tulband was. De enige plek waar ik mij veilig voelde was thuis bij mijn ouders. Maar als het over mijn seksualiteit ging, veranderde dit en ik was niet zeker of ik nog veilig zou zijn bij mijn familie en of ze me zouden accepteren zoals ik ben.”
"Wat ik heb gezien in de homogemeenschap, een Indische man van kleur met een tulband zijnde, is veel racisme en stereotypen. Mensen stellen vaak vragen zoals: 'wat zit er onder uw tulband?' of ik wordt gehyperfetisheerd vanwege mijn tulband en lang haar. Er is ook het tegenovergestelde, wanneer je helemaal niet als aantrekkelijk wordt gezien, alleen vanwege de kleur van je huid of omdat ik een tulband draag."
Toen ik uit de kast kwam moest ik werken aan het niveau van giftige mannelijkheid in me dat ik had geërfd van zowel de Punjabi als de Britse cultuur waarin ik ben opgegroeid
"Je leeft in het midden van deze twee parallelle universums en wordt constant van het ene naar het andere geduwd. Je wordt gehyperseksualiseerd aan de ene kant en aan de andere kant wordt je gewoon gezien als lelijk of walgelijk, als gevolg van racisme. Er is een soort van een standaard van hoe homoseksuele mannen er moeten uitzien en je moet erbij horen en dat doe ik niet.”
"Ik denk dat het belangrijk is om te beseffen dat we allemaal vooroordelen hebben, ook ikzelf. Heb ik ook gediscrimineerd? Toen ik uit de kast kwam, had ik dit niveau van giftige mannelijkheid in me dat ik had geërfd van zowel de Punjabi als de Britse cultuur waarin ik ben opgegroeid. Ik moest hieraan werken én aan mijn eigen vooroordelen. Voordat we naar andere mensen wijzen, moeten we nadenken over onszelf.”
Vloeibare identiteiten
“Het geweldige ding aan het feit dat ik een verdediger ben van LGBTI-rechten is dat het me heeft geholpen met mijn eigen reis in het leren over de verschillende delen van mijn identiteit. Het is zeer bevrijdend. Ik heb mijn eigen vooroordelen kunnen erkennen en waar ze vandaan komen. Ik zag ook in hoe die geïmiteerde mannelijkheid zo ingebakken zat in mezelf. Ik moest daar eerst aan werken, evenals aan mijn eigen onbewuste bevooroordeeldheid. Ik denk dat dat een van de moeilijkste delen van mijn reis was en nog steeds is."
Mijn identiteiten zijn fluïde en kruisen elkaar. Ze leven en zijn niet statisch
"Ik worstelde ook met mijn eigen culturele identiteit: ben ik Brits of ben ik Indisch? Welnu, dankzij dit concept van spectrums en continuïteiten die ik heb geleerd, kan ik beide zijn. Op sommige dagen ben ik hier meer van en op sommige dagen ben ik daar minder van. Het is wie ik ben. En het is oké. Mijn identiteiten zijn fluïde en kruisen elkaar. Ze leven en zijn niet statisch. Ik wil niet gevangen zitten in een hokje.”
Wat is de positieve invloed van het leven op deze verschillende kruispunten? Geeft het je een andere visie op bepaalde dingen?
"Dat doet het zeker. Ik voel me nu zeer bevoorrecht om deze kruisende identiteiten te hebben van waaruit ik kan spreken. Ik kan mijn twaalf jaar oude zelf zien zeggen: 'Nee, die kunnen niet samenleven.' Toen ik opgroeide, wilde ik altijd wit zijn, toen wilde ik hetero zijn, dan wilde ik niet gelovig zijn. Ik wilde geen lange haren hebben en een tulband dragen. Dat waren allemaal onderdelen die ik mezelf probeerde te ontzeggen, maar nu kunnen ze, tot op zekere hoogte, in harmonie leven.”
Dappere stap
Je begon je stage bij de International Labour Organisation in Genève in 2006, maar was pas jaren later open over je seksuele geaardheid. Was je in eerste instantie van plan om uit de kast te komen tijdens je stage?
"Binnen een paar weken na het starten van mijn stage waarschuwde een collega me om niet uit de kast te komen en dat door het bekendmaken van mijn seksuele geaardheid ik het risico kon lopen om geen contract te krijgen. Dat was het enge deel omdat het invloed kon hebben op mijn carrière binnen de VN. Ik was ook enigszins verrast omdat de perceptie van de VN er een is van een inclusieve werkplek, wanneer in feite dit niet de realiteit was.”
"Ik denk dat mijn innerlijke homofobie en angst ook een belangrijke rol hebben gespeeld. Ik hoorde ook vaak veel homofobe opmerkingen. Samen stapelde dit zich op bij de angst van zelfonthulling en zelfidentificatie. Ik was erg bang. Ik moest constant liegen tegen collega's over het geslacht van mijn partners en met wie ik tijd doorbracht in mijn privéleven. Uit de kast komen in een grote organisatie als de VN is niet gemakkelijk, vooral voor mensen van kleur. Het is een moedige stap voor queer mensen van kleur om uit de kast te komen en het moet niet als vanzelfsprekend worden beschouwd.”
Ik besprak een intern LGBTI-onderzoek met een collega die verklaarde dat er geen LGBTI-collega's waren op de afdeling waar we werkten. Ik antwoordde: ‘Jawel. Ik!’
Wat was een keerpunt?
"Hoewel ik dacht dat ik geaccepteerd had dat ik homo ben en uit was tegenover goede vrienden, worstelde ik nog steeds met diepe niveaus van interne homofobie. Ik moest dit afhandelen omdat het invloed had op mijn relatie met mijn toenmalige partner en op mijn productiviteit op het werk. Na veel nadenken besloot ik om in 2011 een psycholoog te bezoeken en met therapie te beginnen. Mijn therapeut was geweldig en met haar werken was gewoon fantastisch. Ze hielp me omgaan met mijn interne homofobie en werkte samen met mij naar een punt waar ik alle delen van mezelf kon accepteren. Het heeft me echt vooruit geholpen.”
“In 2013 begon ik langzaam bij collega's op het werk uit de kast te komen. Ik ben begonnen met mijn manager, die extreem behulpzaam geweest is. Een paar maanden later besprak ik een intern LGBTI-onderzoek met een collega die verklaarde dat er geen LGBTI-collega's waren op de afdeling waar we werkten. Ik antwoordde: ‘Jawel. Ik!’”
In 2014 werd je lid van het UN-Globe-bestuur. Waarom heb je besloten om dit te doen?
"Ik denk dat het idee was om terug te willen geven, om ervoor te zorgen dat niemand anders daar nog een keer door moet. Dat was de sleutel. Het feit dat we de situatie voor het LGBTI-personeel in het VN-systeem beter kunnen maken, was erg belangrijk voor me.”
Vooroordelen wegwerken
Hoe belangrijk is het werk van UN-Globe in het algemeen?
"Het werk van UN-Globe is essentieel om van de VN een meer diverse en inclusieve werkplek te maken. Zonder UN-Globe zou het proces een stuk langzamer zijn geweest. We hebben niet enkel het beleid veranderd, maar we hebben ook culturele veranderingen teweeggebracht."
"Wat er vaak gebeurt in de VN is dat, bijvoorbeeld, mensen uit culturen komen waar wordt verteld dat LGBTI’ers niet gelijk zijn of ze denken dat ze nog nooit een LGBTI-persoon hebben ontmoet. We werken aan het wegnemen van eventuele negatieve vooroordelen op de VN-werkplek. Enkel omdat het de VN is, wordt het als extra speciaal beschouwd. Op een bepaalde manier is het dat wel, maar net zoals elke andere organisatie, hebben we onze uitdagingen.”
We proberen vooroordelen te doorbreken en een omgeving te creëren die accepterend is
Voor wie is dit werk het belangrijkst?
“Het is belangrijk voor LGBTI-personeel, en zeker voor degenen die werkzaam zijn in culturen of landen waar de VN is gebaseerd en homoseksualiteit gecriminaliseerd is of als er anti-crossdressing wetten zijn. We proberen vooroordelen te doorbreken en een omgeving te creëren die accepterend is.”
"Er is nog veel werk aan de winkel voor LGBTI-medewerkers, van internationaal tot nationaal niveau. We moeten dit doen door op alle niveaus van de VN te werken, van het management tot het internationale en nationale personeel; van de directeuren tot de chauffeurs. Het is niet alleen homoseksueel en lesbisch personeel, maar ook biseksueel en trans. En ja, we moeten meer doen voor intersekse personen. Ik denk dat dit een van onze belangrijkste prioriteiten zal worden.”
"We helpen bondgenoten ook. Als wij als stafgroep kunnen helpen om onze collega's het best voor te bereiden om te begrijpen wat seksuele geaardheid, genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken zijn. Onze collega’s kunnen een sleutelrol spelen voor LGBTI-begunstigden. Het is een golfbeweging die helemaal naar buiten uitbreidt.”
---
Disclaimer: dit interview is alleen gebaseerd op de mening van de geïnterviewde. Het weerspiegelt niet de mening van UN-Globenoch de mening van de International Labour Organisation.
Eigen verslaggeving