Het levensverhaal van transgenderpionier Corinne Van Tongerloo: “Ik was een verboden product”
Ze is bijna 82, maar straalt nog steeds. Corinne Van Tongerloo is een vrouw die je enkel kan bewonderen. Onlangs verscheen haar levensverhaal in het boek ‘Casablanca Voorbij’. Corinne werd geboren in het verkeerde lichaam. Het woord ‘transgender’ bestond nog niet in haar tijd. Ze heeft alles zelf moeten uitstippelen.
Hoe voelt het, nu je boek uit is en mensen je verhaal kennen?
“Door mijn boek en de media-aandacht die het heeft opgeleverd, weet iedereen nu hoe de vork in de steel zit: ik ben vrouw, maar ik ben geboren in een verkeerd lichaam. Je kan het niet aan mij zien en bijna niemand wist het voordat het boek verscheen. Vlak nadat ik op tv te gast was, kreeg ik erg leuke reacties van buren en zelfs onbekenden op straat. Bij mij zijn de reacties meestal positief, maar dat geldt zeker niet voor alle trans* personen. Ik heb van nature een vrouwelijke look en voor sommige mensen is dat belangrijk. Je moet er mooi uitzien voordat ze het kunnen accepteren. Bij anderen durven de mensen wel snel te zeggen dat je het toch ziet, of afkeurend te reageren.”
Ik werd geopereerd door een man in een bloot bovenlijf. Hij droeg enkel iets wat leek op een slagersschort
De operatie die jij onderging was in jouw tijd bijna ondenkbaar. Hoe verliep dat?
“Ik ben in 1971 naar Casablanca moeten reizen voor mijn operatie. Het adres van de kliniek werd doorgegeven onder trans* personen. Ik werd geopereerd door een man in een bloot bovenlijf. Hij droeg enkel iets wat leek op een slagersschort. De dag voor de operatie ging ik ook nog eens zwaar ten val. Met mijn arm in het gips, maar met volle overtuiging kwam ik de operatiekamer binnen. Achteraf traden er enkele complicaties op. Het was zwaar, maar ik ben toch dankbaar. Ik was eindelijk volledig vrouw. Ik ken een hormonenzusje – ik noem ze hormonenzusjes en geen transgenders – die meer recent dezelfde problemen had als ik. Dat zou nu toch niet meer mogen. We staan zoveel verder. Als er nu iets fout loopt, word je gelukkig wel beter geholpen. Het is geen taboe meer. Je vliegt het gevang niet meer in.”
Zie je jezelf als rolmodel?
“Jongeren zeggen dat ik deuren voor hen heb geopend. Ik heb daar nooit bij stilgestaan. Ik ben er jaren niet mee bezig geweest, had dat van mij afgezet. Niet dat ik het verloochen: ik weet wie ik ben. Ik ben een speciaal persoon en dat zal ik altijd blijven. Ik geloof dat je hele leven bij je geboorte al voor je is uitgeschreven. Het is goed dat ik nu een rolmodel ben, vind ik. Het is allemaal niet voor niks geweest.”
Vroeger kon je je paspoort niet laten aanpassen. Ik heb dat van mij vervalst
Wat is er nog meer veranderd sindsdien?
“Het is een openbaring dat er nu zoveel over transgender zijn gesproken wordt. Beroemde mensen veranderen van geslacht, de media besteden er aandacht aan en zelfs in soapopera’s en films komt het onderwerp aan bod. We hebben er lang genoeg op moeten wachten. Nu is het bespreekbaar. Als er nu het woord ‘transgender’ gebruikt wordt, weten mensen waar het over gaat. Het is geen monster, maar een persoon. Ook de wetten verbeteren steeds: je kunt nu je paspoort laten aanpassen. Dat kon vroeger niet. Ik heb het vervalst. Ik kon niet anders, ik moest vooruit. Pas in de jaren tachtig heb ik het officieel kunnen laten aanpassen.”
Je staat nu heel positief in het leven, maar hoe zag je jeugd eruit?
“Ik was het minst gelukkig toen ik een kind was. Ik woonde samen met mijn ouders, broers en zussen in het Schipperskwartier in Antwerpen. Ik ben altijd al heel vrouwelijk geweest, vroeg al jong om jurkjes en balletschoentjes voor Sinterklaas. Ik had een zwaar complex, dacht dat ik ziek was. Ik zat niet goed in mijn vel. Dat was duidelijk, maar ik wist zelf ook niet wat er precies aan de hand was."
"Ik was wel een doorzetter: ik had geen diploma en begon te werken toen ik 14 was. Ik was een fervente lezer. Ik las boeken van grote schrijvers in verschillende talen. Dat was mijn universitaire cursus. Toen ik 15 was, ben ik thuis weggegaan. Ik ben sneller rijp geworden omdat ik alleen vooruit moest. Het was een moeilijke periode. Ik woonde boven een bruine kroeg. ’s Avonds durfde ik zelfs niet naar beneden om naar het toilet te gaan. Het zat er vol met zatte, stevige mannen. Ze praatten vaak over ‘die meisjesachtige jongen’. Ik plaste in een potje en gooide het in de dakgoot. Ik had ook een laag loon als piccolo in een hotel, maar ik kreeg veel fooi. Dat kwam door mijn uiterlijk. Dat heeft mij altijd al geholpen. Mijn boek zou daarom eerst ‘Als je mooi bent, gaat alles gemakkelijker’ heten (lacht)."
"Toen ik 17 werd, wist ik dat het nu of nooit was. Ik ben dan met een vriend naar een balletschool gegaan. Ballet was een ontdekking, fantastisch gewoon. Al die jongens en meisjes die samen hard trainden: het was een nieuwe wereld die voor mij openging. Ik verlangde ernaar een meisje te zijn, maar ik moest altijd een stap terugzetten. Nu werd ik danser. We werkten als gekken, maar het was een zalige tijd. Ik zou dat mijn hele leven hebben kunnen doen, ook al wilde ik vrouw zijn. Dat was geen taboe daar. Een mooie, verfijnde jongen oogt goed op het toneel. Niemand had daar iets op tegen.”
Wanneer besefte je ten volle dat je een vrouw bent?"
“Toen ik 16 jaar was, zag ik een krantenartikel met als kop ‘Man becomes woman by surgical operation’. Ik ging op mijn bed zitten en bleef wenen: er was iemand zoals ik. Eerst dacht ik dat ik homo was, maar dat wilde ik niet zijn. Nu vielen de puzzelstukjes in elkaar. Ik ben een vrouw die geboren is in het verkeerde lichaam. Ik kon er met niemand over praten. Zowel mijn vader als de maatschappij onderdrukten mij. Buiten de medische wereld kende nog niemand het begrip ‘transgender’. Ik stond er alleen voor.”
Ik gooide al mijn jongenskleren weg, ging mooie schoenen kopen
Hoe verliep de combinatie van je transitie en je carrière?
“Ballet kweekte veel discipline, wat me enorm veel geholpen heeft in moeilijke tijden. Ons lichaam is een ongelooflijk geheel dat moet worden onderhouden. Die les neem ik nog steeds ter harte, al doe ik geen ballet meer op mijn leeftijd.
Na het ballet heb ik een tijd lang in de travestiewereld gewerkt. Ik heb eens een auditie voor de Carrousel in Parijs gedaan. Dat was een travestietheater, een heel mooi cabaret. De act waarmee ik auditie deed werd niet aangenomen, jammer genoeg. Anders was ik veel sneller geopereerd, want de grote baas leende geld uit voor de operaties. Zo bleven de goede artiesten bij hem. In 1962 heb ik die wereld achter mij gelaten. Op het podium mocht ik vrouw zijn, maar na de optredens was ik verplicht om weer jongenskleren aan te trekken om geen schandaal te veroorzaken. De tijd was gekomen om mijn eigen leven te leiden."
"Ik belandde uiteindelijk in een verdeeld Berlijn, waar ik in nachtclubs werkte. Aan de ene kant van Berlijn heerste het communisme en hadden mensen een verschrikkelijk leven, aan de andere kant was het net New York. Er waren de mooiste winkels en prachtige nachtclubs. Daar begon ik mijn nieuwe leven dan. De stad zat in een politieke catastrofe, maar ik merkte er weinig van omdat ik zo met mezelf bezig was. Als mensen mij vroegen hoe het daar was, zei ik dat elke dag een beetje Kerstmis was. Ik gooide al mijn jongenskleren weg, ging mooie schoenen kopen. Ik woonde met al mijn vriendinnen in een huis. We moesten nog veel bereiken en steunden elkaar. Berlijn is mijn mooiste souvenir. Als ik een tijdmachine had, zou ik terugkeren naar die glamoureuze tijd. Dat bestaat nu niet meer.”
Mensen zouden eens moeten nadenken hoe het voor hen zou zijn om in die situatie te zitten. Het is een strijd
Heb je ergens spijt van?
“Alles wat ik heb meegemaakt, heeft ervoor gezorgd dat ik ben wie ik ben. Ik heb geen kinderwens gehad. Al mijn zussen hadden kinderen en ik was omringd met neefjes en nichtjes. Ik weet niet of ik een goede moeder zou geweest zijn. Daar denk ik soms wel eens aan.
Ik vind het niet erg dat ik anders geboren ben. Het was een boeiende reis. Het is spijtig dat de mogelijkheden van nu er niet waren in mijn tijd. Nu mag een jongen in een jurkje naar school gaan. Ik krijg er tranen van in mijn ogen. Mijn toekomstige zusjes kunnen nu allemaal zichzelf zijn. De samenleving had tijd nodig om dat te begrijpen, mensen kunnen niet zomaar een knop omdraaien. Dat gaat langzaam. Aan mensen die er sceptisch tegenover staan, zou ik willen uitleggen hoe wij in elkaar zitten. Ik zou aantonen dat we geen zieke mensen zijn, maar gewoon mensen die in een verkeerd lichaam zijn geboren. Mensen zouden eens moeten nadenken hoe het voor hen zou zijn om in die situatie te zitten. Het is een strijd. Mensen moeten openstaan voor informatie. Het is nu zo gemakkelijk om die te vinden.”
Heb je nog dromen?
“Ik hoop dat mijn lichaam het nog lang volhoudt, zodat ik nog elke dag van alles kan genieten. Vroeger sprong ik uit mijn bed en deed ik mijn oefeningen. Nu ben ik heel fragiel. Ik moet mijn lichaam rustig laten wakker worden. Ik heb een foto van mijn moeder, zus en twee broers. Elke ochtend geef ik hen een zoen en dan zeg ik: ‘schatjes, ik ben er nog. La vie est belle’."
"Als ik op mijn leven terugkijk, denk ik dat ik het goed gedaan heb. Ik ben al bijna 82 en kan het nog steeds vertellen. Ik heb moeten vechten, maar ik heb fantastische mensen leren kennen en geweldige dingen meegemaakt. Dat kunnen ze mij nooit meer afpakken.”
Dit artikel verscheen ook in ZiZo 142 en op Charlie Magazine. Je kan een gratis exemplaar van ZiZo meenemen in onze afhaalpunten. Of neem een abonnement, dan krijg je het nummer toegestuurd.
Eigen verslaggeving