“Ik dacht dat ik een keuze moest maken tussen hetero of gay zijn omdat monoseksualiteit de norm is”
In het kader van de Werkgroep Bi+ van çavaria spreekt ZIZO met bi+-personen. Deze keer: Wolke Vandenberghe (31, zij/die) is een biseksuele trans femme en is actief in de ballroomgemeenschap. “Ik ben aangetrokken tot verschillende genders zonder differentiatie. Sommigen noemen dat panseksueel, maar ik voel me goed bij mijn label.”
Op haar 23ste vertrok Wolke op Erasmusuitwisseling naar Istanboel, waar ze in een open-minded vriendengroep terecht kwam en haar eerste vriend kreeg. Ze was doodsbang, want voordien had ze enkel heteronormatieve relaties met vrouwen gehad. “Maar ik wist toen al dat mijn aantrekking niet tot één gender beperkt bleef”, vertelt ze me via een videogesprek op WhatsApp. “Ik heb lang gedacht dat ik een keuze moest maken tussen hetero en gay zijn.”
In het kleingeestige Wevelgem, de West-Vlaamse gemeente waar Wolke opgroeide, heersen stigma’s rond LGBTI+. Daarom koos ze voor de veiligste optie: zichzelf als hetero voordoen en haar gevoelens voor andere genders onderdrukken. Zo succesvol volbracht ze die zelfopgelegde opgave niet altijd. “Als ik te veel had gedronken, kuste ik eens met een man. Achteraf kon ik dan zeggen dat ik mij dat niet meer herinnerde en dat ik het had gedaan omdat ik dronken was.”
Monoseksualiteit als norm
Dat het haar meer dan twintig jaar kostte om haar seksualiteit te kunnen omarmen, heeft volgens Wolke grotendeels te maken met monoseksualiteit die als maatschappelijke norm wordt opgelegd in de westerse samenleving. “Monoseksualiteit is de idee dat je maar op één soort gender verliefd kan worden of er seksuele gevoelens voor kan hebben”, legt ze uit. “Op Instagram las ik een citaat waar ik me in herkende: ‘In theory I’m bisexual, but in practice I’m frightened (in theorie ben ik biseksueel, maar in de praktijk ben ik doodsbang, red.).’ Die angst heeft enerzijds met geïnternaliseerde homohaat te maken, maar anderzijds vooral met monoseksualiteit als norm. Daar heb ik nog altijd problemen mee, hoewel het meer en meer tot mij begint door te dringen dat ik mij daar niet aan hoef te conformeren.”
Dat besef hakte er twee jaar geleden voor het eerst pas echt in op een feestje van de lesbische pop-up bar Mothers and Daughters in Brussel: “Op dezelfde avond was ik sensueel aan het dansen met een mooie man, waarmee ik bijna zoende, en wat later had ik een intiem en flirterig gesprek met een vrouw. Ik vond het fantastisch dat dat kon op zo’n korte tijdspanne! Toen heb ik de klik kunnen maken dat ik niet moet kiezen en niet aan de norm moet voldoen.”
Die norm stopt volgens Wolke niet in de bredere samenleving, ook in de LGBTI+-gemeenschap lijkt monoseksualiteit de regel te zijn. Dat gaat hand in hand met vooroordelen over mensen die niet-monoseksueel zijn. “Mensen willen niet daten met een biseksueel persoon omdat ze bang zijn dat je gaat weglopen met iemand van een ander gender”, zegt ze. Ze vertelt dat ze ooit eens op date was met iemand en dat toen haar date naar het toilet ging, ze aan de praat was geraakt met iemand van een ander gender. Toen haar afspraakje terugkwam, voelde ze de spanning in de lucht hangen. “Ik voelde die persoon denken: ‘Oei, is zij nu met die andere persoon aan het flirten?’ Sommige dates worden blijkbaar jaloers en denken dat ze voor iedereen moeten oppassen waarmee ik een gesprek voer.”
Soms gaat het zelfs verder dan jaloezie en gaan mensen er volgens Wolke automatisch van uit dat ze ontrouw is omdat ze biseksueel is. “Heel gek, want ik ben zo loyaal als een hond”, zegt ze lachend. “Toch speelt dat idee dat ik mensen ga bedriegen en daar nood aan heb sterk mee. Het klopt dat ik relaties met meerdere personen wil, maar ik zou dat nooit in het geheim doen! Ik hecht veel belang aan vertrouwen.” Als ik Wolke vraag of het ook te maken kan hebben met het vooroordeel dat bi+-personen hebzuchtig zouden zijn, barst ze in schaterlachen uit. “Dat is inderdaad een vooroordeel, maar op mij is dat ook van toepassing, hoor. I’m a slut.”
“Er mist altijd een element in representatie”
Vandaag voelt Wolke zich comfortabel bij haar label als biseksuele trans femme, maar lange tijd kon ze haar vinger er niet op leggen wat haar seksualiteit nu juist was. Ze wist dat je hetero of gay kon zijn, maar met geen van de twee termen kon ze zich identificeren. Een optie tussenin was haar onbekend. Haar ouders gaven haar boeken als ‘Kartonnen Dozen’ van Tom Lanoye cadeau, die over een homoseksuele jeugdliefde gaat, maar in die personages kon ze zich niet vinden. “Pas toen ik ‘The L Word’ (een Amerikaanse dramaserie over lesbiennes, red.) zag, werd ik mij ervan bewust dat biseksualiteit ook bestaat omdat de personages Alice Pieszecki en Jenny Schecter dat zijn.”
“Helaas deed er geen trans vrouw mee aan de serie. Ik herkende mezelf wel in het personage van Jenny, maar dat kon ik niemand vertellen. Ik deed toen nog heel erg mijn best om man te zijn.” De intersectie waar Wolke zich op bevindt maakt het moeilijk voor haar om zich te vereenzelvigen met podcastmakers, series, films of boeken. Altijd mist er wel een element: ofwel het niet-monoseksueel zijn, ofwel het niet-cisgender zijn.
De Nigeriaanse auteur Akwaeke Emezi van de boeken ‘Freshwater’ en ‘The Death of Vivek Oji’ doet het volgens Wolke wel goed. “In hun boeken komen wel trans, biseksuele en lesbische personages voor, dus qua representatie zit dat goed”, legt ze uit. “De verhaallijnen gaan ook niet over de grote coming-out, wat maar al te vaak het onderwerp is van LGBTI+-literatuur. Emezi is non-binair en dat maakt ook een groot verschil omdat die weet waar die het over heeft.” Ook geeft ze YouTuber Kat Blaque en de personages Jules uit de Amerikaanse HBO-serie ‘Euphoria’ en Violet uit de serie ‘Her Story’ als voorbeelden. Zij zijn alle drie trans vrouwen en bi- of panseksueel.
“Binnen de LGBTI+-gemeenschap blijven bi+-personen doorgaans ook onzichtbaar”, zegt Wolke. “RainbowHouse Brussel heeft dit jaar en vorig jaar een evenement georganiseerd dat Bi Visibility Day heet en dat elke keer veel volk trok. Bi+-personen hebben er wel degelijk nood aan om samen te komen. Coördinatrice Rachael Moore (die zelf biseksueel en bi+-activiste is, red.) doet inspanningen om activiteiten voor niet-monoseksuele mensen te organiseren. Het is fijn om in een omgeving te kunnen vertoeven waar we onze identiteit niet keer op keer moeten uitleggen of moeten discussiëren of biseksualiteit wel of niet kan.”
Bekvechten over labels en definities
De benamingen voor mensen die zich als niet-monoseksueel identificeren zijn divers: biseksueel, panseksueel, omniseksueel, polyseksueel, heteroflexibel, homoflexibel … Vooral over de termen ‘biseksueel’ en ‘panseksueel’ wordt volgens Wolke op sociale media hevig gediscussieerd. “Beide termen betekenen bijna hetzelfde, maar iedereen vult ze anders in. De ene verwijt de andere dat ze hun naam stelen, of zeggen dat biseksualiteit enkel over aantrekking tot mannen en vrouwen gaat en niet tot andere genders”, zegt ze.
Nutteloos gekibbel, vindt ze. “Wat ons verbindt, is dat we niet-monoseksueel zijn. Het is verstandiger om solidair met elkaar te zijn in plaats van te bekvechten over labels en definities. Ik noem mezelf biseksueel en ik ben aangetrokken tot verschillende genders zonder differentiatie. Anderen noemen dat panseksueel, maar ik voel me goed bij mijn label.” Die discussies blijven grotendeels beperkt tot sociale media, benadrukt Wolke. “Ik heb nog maar een keer meegemaakt dat een panseksueel persoon mij in het echte leven kwam vertellen dat ik panseksueel ben, terwijl ik blij ben met mijn biseksuele label. Die discussie heb ik stopgezet want ik vond dat idioot.”
“Daarnaast zijn al die prefixen die we gebruiken – bi, pan, omni en poly – etymologisch gezien van Griekse en Latijnse oorsprong, dus westers. Daardoor krijgen we een enorm eurocentrisch wereldbeeld. Ik wil Zwarte en POC personen dat niet nog eens opleggen”, voegt ze eraan toe.
Als we de labels dan opzij laten liggen, hoe moeten we dan wel naar niet-monoseksualiteit kijken? “Daar volg ik de Amerikaanse bi-activiste en schrijfster Robyn Ochs in. Zij zegt dat bi- en panseksualiteit de mogelijkheid is om je aangetrokken te voelen tot personen van je eigen en van andere genders. Dat hoeft niet per se tegelijkertijd, in dezelfde mate of met dezelfde intensiteit.”
“Ballroomgemeenschap verruimt mijn bestaan”
Twee jaar geleden kwam Wolke in aanraking met het Brusselse ballroomcollectief For All Queens! (FAQ!) op een colloquium in de Pianofabriek, een gemeenschapscentrum in het Brusselse Sint-Gillis. Ballroom is een subcultuur die in de jaren twintig in New York ontstond als veilige plek voor Zwarte en POC LGBTI+-personen, die in het dagelijkse leven met racisme geconfronteerd worden. Wolke kende ballroom op dat moment enkel van de documentaire ‘Paris is Burning’ en de meer recente Netflixserie ‘Pose’.
Zelda Fitzgerald, MC en de drijvende kracht achter FAQ!, was een van de sprekers op het colloquium. Wolke herinnert zich nog levendig hoe erg ze onder de indruk van haar was. Na afloop raakte ze aan de praat met andere mensen van FAQ!, die haar uitnodigden op een van hun ballroomworkshops in het kunstencentrum Zinnema in Anderlecht. Ze ging op dat aanbod in en voor haar ging er een nieuwe wereld open, eentje waar ze haar identiteit als trans femme volledig tot ontplooiing kon brengen.
Tijdens de bijeenkomsten kon Wolke eens een jurk of crop top dragen en experimenteren met make-up. Ook nu, tijdens ons gesprek, heeft ze haar ogen prachtig opgemaakt met felroze oogschaduw en zwarte eyeliner. “Bij de workshops van FAQ!, onder de vleugels van Mother Lasseindra Ninja en Mother Nikki Gucci, kon ik alles uittesten. Die ruimte heb ik daar, omdat je je niet aan conventionele genderrollen hoeft aan te passen.” Haar ogen fonkelen van plezier als ze erover vertelt. “Het bracht meteen herinneringen terug naar toen ik als klein kind midden in de nacht een tutu van papier had gemaakt. Ik wilde geen mannelijke balletdanser worden, ik wilde in een tutu dansen.”
Bij FAQ! ervaart Wolke geen limieten op haar bestaan, niet als trans vrouw en niet als biseksuele vrouw. Ze mag er haar gender uitdrukken zoals zij dat zelf wil en haar ogen de kost geven aan alle genders die aanwezig zijn. “Maar het blijft belangrijk om te benadrukken dat ballroom door en voor Zwarte trans vrouwen is”, zegt ze. “Daar ligt de nadruk altijd op. Ik profiteer van de gemeenschap die zij hebben opgericht en dat is iets dat ik altijd in mijn achterhoofd moet houden. Mijn taak naar hen toe is dat ik mezelf moet blijven onderwijzen over racisme en cisheteronormativiteit.”
Op balls, de wedstrijden, kunnen deelnemers in een categorie naar keuze walken. Die categorieën variëren van lip-syncs, naar dans en paraderen in zelfontworpen kostuums. In maart nam Wolke deel aan een ball in Rotterdam, waar ze haar eerste Grand Prize won in de nieuwe categorie aesthetic resistance. Die categorie gaat over hoe trans femmes zich kleden en op straat lopen. “Wij doorbreken de norm elke dag opnieuw en stellen die in vraag door wat wij dragen. Het is dankzij Zwarte trans femmes dat (de biseksuele) Harry Styles in een jurk op de cover van modemagazine Vogue kon sieren.” Haar outfit was een aangepaste versie van een oud kostuum dat een FAQ!-vriendin van haar, Naomi Quashie, had ontworpen. Onderaan het kostuumvest had Naomi een lange, elegante jurk van tule vastgenaaid.
Wat Wolke andere bi+-personen nog wil meegeven? “Ik hoop dat jullie ook zo’n ervaring als ik in Mothers and Daughters mogen meemaken. Dat jullie ook even kunnen ontsnappen aan die monoseksuele norm en kunnen beseffen dat je geen keuze hoeft te maken.”
Volg Wolke op Instagram.
De Werkgroep Bi+ van çavaria organiseert, samen met de Vlaamse bi+-verenigingen, activiteiten om de bi+-community te versterken. Daarnaast zetten de vrijwilligers zich ook in om bi+ beter bekend te maken binnen de regenbooggemeenschap en de brede samenleving.
Eigen verslaggeving