Pride voor politiek: "Soms moet je zelf de vertegenwoordiging zijn die je wil zien"
Vijftig jaar na datum lijken we in België niet alleen in tijd en ruimte ver verwijderd van de Stonewall-rellen: ons land doet het best goed op vlak van LGBT+-rechten. Of is de vooruitgang minder groot dan we willen geloven? Met de Belgian Pride staan ook de regionale, federale en Europese verkiezingen voor de deur.
Een moment om stil te staan bij de toekomst met de coördinatoren van de Belgische regenboogkoepels: Yves Aerts van çavaria (Vlaanderen), Tom Devroye van Arc-en-Ciel Wallonie (Wallonië) en Rachael Moore van RainbowHouse Brussels (Brussel).
België prijkt op de tweede plaats op de regenboogindex. Reden om te vieren?
Tom: “Het hangt ervan af hoe je die index bekijkt. België doet het goed op vlak van rechten voor holebi’s en transgenders: de antidiscriminatiewet, het holebihuwelijk…
Ook de transgenderwet is een grote stap vooruit, al is ze niet perfect. Maar die tweede plek geeft de Waalse politici soms wel het gevoel dat met die wetten alles al verwezenlijkt is en ze op hun lauweren kunnen rusten.”
Rachael: “Het probleem is ook dat de index niet voor alle letters van onze community spreekt. Vele mensen uit onze community worden niet gehoord. Het is geweldig om in België LGBT+ te zijn… Zolang je tot de witte middenklasse behoort. En laat onze politici nu toevallig veelal net dat zijn.”
Yves: “Erger nog: ook voor die witte middenklasse is het niet altijd zo fantastisch. Er heerst het idee dat we in België in een paradijs leven. Vele politici lijken te denken dat we op vlak van LGBT+-rechten zowat alles bereikt hebben, dus wordt er niet zo op ingezet. Maar er is een verschil tussen wetgeving en het gedrag van mensen. Was de LGBT+-beweging succesvol? Het welbevinden bij LGBT+-personen is de afgelopen 25 jaar niet in dezelfde lijn gestegen…”
Hoe verklaar je dat?
Yves: “Het heeft vooral te maken met genderstereotypen en heteronormativiteit. Zaken die een gevoel van onbehagen teweegbrengen bij leden van minderheden, een impact hebben op onze mentale gezondheid. Dat leidt tot risicogedrag dat we vertaald zien in onder andere druggebruik en zelfdoding. Daar werd en wordt onvoldoende aandacht aan besteed.
Misschien omdat we dachten dat als we de wetgeving aanpasten, de rest wel zou volgen? Nu moeten we onder ogen durven zien dat de rest niet gevolgd is. Dat er veel meer nodig is dan enkel wetten.”
Betrokkenheid
Wat kan de politiek beter doen?
Tom: “Het is niet zozeer een gebrek aan politieke wil of slechte ideeën, maar we worden onvoldoende betrokken bij het beleid.”
Rachael: “Zo werden bij de lancering van de nieuwe transgendercampagne van de federale regering de uitnodigingen op het laatste moment uitgestuurd. Het is belangrijk om ons van bij het begin bij zulke campagnes te betrekken. Wij kunnen nuances leggen en eventueel nog bijsturen.”
Het is interessant om subsidies te krijgen voor projecten. Maar wat na afloop? De mensen, het netwerk, de kennis, de structuur: dat valt allemaal in het niets wanneer het geld op is en het project ten einde - Tom
Tom: “In Wallonië staat er nu een project op stapel om een opvangtehuis voor LGBT+-jongeren op te richten. Op zich een goed initiatief dat focust op welzijn maar er wordt steeds meer projectmatig gesubsidieerd bij de drie koepels.
Dit betekent dat het tijdelijke financiering is in plaats van structurele financiering. Het is interessant om subsidies te krijgen voor projecten. Maar wat na afloop? De mensen, het netwerk, de kennis, de structuur: dat valt allemaal in het niets wanneer het geld op is en het project ten einde. We hebben nood aan een coherente visie. Projecten moeten deel uitmaken van een bredere strategie.”
Yves: “In Vlaanderen hebben we geluk: we zijn een van de best gesubsidieerde LGBT+-organisaties ter wereld. Geld is niet het grootste probleem, wel het gebrek aan een gecoördineerde aanpak. Veel politici geven aan dat ze meer willen doen, alleen weten ze niet wat. Om een visie te vormen, moet je dichter bij de verschillende organisaties staan.
Hetzelfde probleem geldt op federaal niveau - waar geld dan weer wel ontbreekt. Minstens twee regeringen wisten niet wie Gelijke Kansen op zich zou nemen. Dat zou een van de eerste toegewezen bevoegdheden moeten zijn.
Wat we de afgelopen jaren op het politiek toneel zagen was vrijwel een kopie van het voorgaande beleid. Dat terwijl we nog vooruit kunnen en moeten. Wat is de volgende stap?”
In plaats van een ideetje hier en daar van een willekeurig geïnteresseerde minister van bijvoorbeeld Sport in een plan te gieten hebben we een overkoepelend plan nodig - Yves
Wat zou die volgens jou moeten zijn?
Yves: “In plaats van een ideetje hier en daar van een willekeurig geïnteresseerde minister van bijvoorbeeld Sport in een plan te gieten hebben we een overkoepelend plan nodig waarvan wetgeving, een duidelijke tijdlijn en fondsen slechts enkele nauw verbonden elementen zijn. Een globaal LGBTI+-plan dat impact heeft op het dagelijkse leven van onze community, van de schoolbanken over de werkvloer tot in het woonzorgcentrum.”
Andere kijk op ‘anders-zijn’
In Vlaanderen zijn genderidentiteit en seksualiteit onderdeel van de eindtermen van het eerste middelbaar. Is onderwijs de manier om invloed te hebben op ons dagelijkse denken?
Yves: “Onderwijs is ontzettend belangrijk, maar het moet verder gaan dan alleen de eindtermen van de middelbare school. We moeten die mensen opleiden die anderen gaan onderwijzen. Eigenlijk iedere plaats waar mensen gesocialiseerd worden: de school, maar ook het gezin.
Alleen kunnen we als kleine organisatie onmogelijk naar iedere school, ieder dorp en huis trekken om te vertellen hoe kinderen kunnen worden opgevoed. Dat moet deel uitmaken van het curriculum van lerarenopleidingen.”
Tom: “In Wallonië hebben we al enkele jaren subsidies van de Franse Gemeenschap voor de GrIS-werking. Het concept: holebi’s ontmoeten jongeren op scholen en in verenigingen. Tijdens die ontmoetingen kunnen de jongeren al hun vragen over seksuele oriëntatie stellen zolang de vragen respectvol zijn. De vrijwilligers antwoorden al hun vragen in in de ik-vorm. Zo worden de jongeren bewust van wat holebi-zijn en uit de kast komen voor iemand kan betekenen.”
Onze samenleving heeft het er moeilijk mee onze verschillen te aanvaarden. We worden continu verteld hoe we horen te zijn - Rachael
Welke maatschappelijke verandering is vooral nodig?
Tom: “De samenleving is niet gender- of seksueel inclusief, maar nog steeds normatief. We moeten niet enkel politici overtuigen, ook binnen onze eigen gemeenschap is er werk aan de winkel.”
Yves: “Het probleem is niet zozeer dat we een minderheid zijn, maar het feit dat we ons daar zo tegen verzetten. Sommigen strijden om deel uit te maken van de meerderheid, maar ik geloof dat we moeten streven naar meer diversiteit en het omarmen van verschillen. Als we onszelf niet aanvaarden als minderheid draagt dat alleen maar bij tot het gevoel er niet bij te horen. Dat weegt ook op het mentale welzijn.”
Rachael: “Onze samenleving heeft het er moeilijk mee onze verschillen te aanvaarden. We worden continu verteld hoe we horen te zijn. Dan heb je een initiatief als de Pride waarbij je één dag van het jaar voluit voor de minderheid gaat en je persoonlijkheid vrij in de verf zet, om dan de rest van het jaar maar weer ‘normaal’ te doen.
Op maatschappelijk vlak moeten mensen zich meer openstellen. Mensen van kleur bestaan en zijn geen gevaar voor de samenleving, we maken er deel van uit.”
Verbondenheid
Vijftig jaar na het begin van de pride-beweging keert de Belgian Pride terug naar de roots. De slogan luidt ‘All For One’ en het thema is intersectionaliteit. Wat betekent dat concreet?
Rachael: "Dat betekent dat een mens op meerdere niveaus discriminatie kan ervaren. Ik kan gediscrimineerd worden als vrouw, omdat ik zwart ben of omdat ik biseksueel ben. Elk persoon is uniek en heeft recht op een plek in de maatschappij.”
Tom: “Pride is een plaats voor vrijheid, plezier, dansen en seks, maar ook debat en campagnes. Het is meer dan een groot openluchtfeest, er is een boodschap die verbindt.”
We kunnen racisme en holebifobie alleen bestrijden als we met witte en heteropersonen samenwerken - Rachael
Het wordt een gewichtige Belgian Pride, vlak voor de verkiezingen. Niet alleen regionaal en federaal, maar misschien nog belangrijker: Europees.
Yves: “Ik schat dat de Europese Unie maar liefst 75 procent van onze wetten beïnvloedt. Het Europese niveau heeft veel invloed op ons dagelijkse leven. Het is bovendien niet ondenkbaar dat de LGBT+-rechten erop achteruit zullen gaan. Kijk maar naar Polen, Hongarije, Italië en Spanje. Het is niet omdat we nog niet echt een antigenderbeweging in België merken, dat we dat de komende jaren niet zullen doen.
Die tendens is er, kijk maar naar Schild & Vrienden. Wat ons land kan doen om die negatieve invloed in te dijken, is op het Europese toneel het voortouw nemen op vlak van reproductieve rechten, gender- en LGBT+-zaken. Want als WIJ het niet doen, wie wel?
Wij streven naar een beweging die zo inclusief mogelijk is en iedere gemeenschap een plaats biedt - Tom
Rachael: “Het is ook belangrijk dat we beseffen dat de verschillende minderheden hun krachten moeten bundelen. Vrouwen hebben het stemrecht niet gekregen door enkel met vrouwen te werken. Daarvoor was samenwerken met mannen nodig. We kunnen racisme en holebifobie alleen bestrijden als we met witte en heteropersonen samenwerken."
Er lijkt een gebrek aan eenheid binnen de LGBT+-community. Niet iedereen heeft het op die politieke deelname aan het evenement. Sommigen vinden Pride bijvoorbeeld te commercieel geworden, anderen hebben problemen met de aanwezigheid van politici, politie en de bedrijfswereld.
Tom: “Er is niet één gemeenschap, maar een hele resem bewegingen. Er is dus ook niet één Pride. Mensen hebben zo hun eigen redenen om het te vieren. Wij streven naar een beweging die zo inclusief mogelijk is en iedere gemeenschap een plaats biedt.”
Hoe krijg je iedereen achter dezelfde missie, hoe hou je de slogan in eer?
Yves: “Veel mensen voelen zich deel van een grotere beweging en dat is positief denk ik. Met sociale media zijn meer en meer mensen verbonden maar ondanks die virtuele wereld hebben we nog steeds behoefte aan écht contact, ontmoetingen en gesprekken met échte mensen. Zaken als Pride en de Regenbooghuizen zijn daar dan weer een mooi voorbeeld van.”
De eerste zijn
Bieden die social media naast een gevoel van verbondenheid ook inspirerende rolmodellen die de beweging vooruit trekken?
Yves: “De vertegenwoordiging laat te wensen over. We moeten daar zelf ook meer het voortouw in nemen. Als we als team meer diversiteit voor de dag brengen, kunnen we als beweging ook meer verschillende mensen aantrekken die zich tot een minderheid binnen de minderheid rekenen en zich eindelijk in de beweging herkennen.”
Rachael: “Het is een kwestie van de eerste te zijn. Alleen is dat een beetje een enge gedachte, wetende dat het in het verleden niet altijd goed afliep met wie de eerste was.
Als activiste van een minderheid voor wie het systeem niet werkt, geloofde ik lange tijd ook niet in dat systeem. Het is niet gemaakt door of met zwarte biseksuele individuen zoals ik in gedachte. Daardoor is het verleidelijker om zich er tegen af te zetten dan ermee te werken.
Ik vind het nu belangrijk om naar de gemeenschap te gaan en uit te leggen dat het systeem is wat het is, dat we van daaruit moeten vertrekken. Soms moet je zelf de vertegenwoordiging zijn die je wil zien. Soms moet je zelf de verandering zijn.”
Eigen verslaggeving