Holebi- en trans representatie op de Vlaamse televisie: Eigenlijk doen we het zo slecht nog niet!
GLAAD is de Amerikaanse organisatie die de representatie en afbeelding van LGBT+-personen op het Amerikaanse scherm beoordeelt. Volgens de organisatie zijn er in 2018 heel wat records verbroken voor de holebi- en trans representatie op tv. Uit hun diversiteitsstudie blijkt dat 8,8 procent van de 857 onderzochte series personages kent die zich openlijk op het LGBT+-spectrum bevinden.
Hoe zit het nu eigenlijk in Vlaanderen? Hoe lang moeten wíj zappen voordat we een LGBT+-personage in beeld zien?
Geen unicum
Ongeveer een kwart van alle Vlaamse fictieseries brengt minstens één belangrijk holebi- of trans personage in beeld. Algemeen gesteld lijkt het dan ook best goed te gaan met de representatie van seksuele en genderdiversiteit op het Vlaamse kleine scherm. Mensen die niet (enkel) op het andere geslacht vallen zijn al lang geen unicum meer in ons televisielandschap. Met rollen als die van Lewis, een trans jongen in zijn tienerjaren in de Ketnet-productie ‘4eVeR’, of Axelle, een preoperatieve gedetineerde in ‘Gent-West’, lijkt er ook qua genderdiversiteit een onmiskenbare kentering gaande.
Vanwege de aantoonbare focus op sociaal-realisme in de Vlaamse televisiesector hoeft dat ook niet meteen te verbazen. Als het doel is om televisiefictie te maken die in grote lijnen aansluit bij de leefwereld van hedendaagse Vlaamse kijker, zou het wat bizar zijn om het licht van de zon te ontkennen en de samenleving voor te stellen alsof ze uitsluitend zou bestaan uit vrouwen die op mannen vallen (en vice versa), of mensen die als mannen geboren zijn en zich daar compleet op hun gemak in voelen. Seksuele en genderdiversiteit zijn een sociale realiteit en televisiefictie die nastreeft om deze realiteit te reflecteren kan daar dan ook moeilijk omheen.
Kwaliteit boven kwantiteit
Het is natuurlijk kort door de bocht om te zeggen dat het prima gesteld is met de representatie van seksuele en genderdiversiteit op basis van het feit dat holebi- en trans personages relatief vaak voorkomen – ook al liggen die aantallen relatief gezien hoger dan in televisieseries uit pakweg de Verenigde Staten. Representatie op zichzelf is niet noodzakelijk positief. De beeldvorming van verschillen op vlak van gender en seksualiteit in populaire cultuur kan zelfs een uitzonderlijk kwalijke rol spelen in de manier waarop de samenleving omgaat met mensen die in mindere mate beantwoorden aan maatschappelijke regels.
Bij de vraag hoe seksuele en genderdiversiteit op het Vlaamse kleine scherm in beeld gebracht worden, mogen cijfers dan ook niet centraal staan, maar de kwaliteiten van de individuele personages en verhalen die samen de holebi- en trans gemeenschap op tv vormen.
Ongeveer een kwart van alle Vlaamse fictieseries brengt minstens één prominent holebi- of trans personage in beeld
Welke thema’s komen aan bod bij de verhaallijn van een trans personage? Zijn er merkbare verschillen in de manier waarop holebiseksuele dan wel heteroseksuele relaties in beeld gebracht worden? Is een biseksueel personage méér dan een rol die gedefinieerd wordt door een verlangen dat geen of minder onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen?
Vergeleken met een ietwat eenvoudige peiling naar de seksuele en genderdiversiteit in Vlaamse series, stelt dat soort vragen ons veel beter in staat om te begrijpen welke rol televisie speelt in de maatschappelijke positie van holebi- en trans personen.
Zonder poespas
Een eerste observatie die daaruit kan en moet voortkomen is dat Vlaamse series – in tegenstelling tot veel buitenlandse televisieculturen – geen uitgesproken audiovisuele traditie van stigmatisering en ridiculisering hebben met betrekking tot gender en seksualiteit.
Hoewel een personage als de aanstellerige Bonaventuur Verastenhoven uit ‘De Collega’s’ – van wie meer dan eens gesuggereerd werd dat hij op mannen zou vallen – op een impliciete manier de draak stak met homoseksualiteit, werden de eerste openlijke holebipersonages in Vlaamse series in de jaren 90 geïntroduceerd zonder al te veel poespas. Ze beantwoordden ook al helemaal niet aan stereotyperingen van vrouwen die op vrouwen vallen of mannen die op mannen vallen.
Vlaamse holebi- en trans personages zijn zelden karikaturen die tot hun seksueel of genderverschil gereduceerd worden
Zo eindigde de eerste seizoensfinale van ‘Thuis’ in 1996 met een passionele kus tussen Elke en haar Nederlandse vriendin Jessica en ging ‘Flikken’-voorloper ‘Heterdaad’ in haar tweede seizoen in op de onterechte maar wijdverspreide verdenkingen van kindermisbruik waarmee homo’s tijdens de Dutroux-affaire geconfronteerd werden – waarop de ruige maar sympathieke publiekslieveling Willy Martens zich tijdens diezelfde afleveringen outte.
Dat de tijd twee jaar later al rijp was voor een openlijk homoseksueel personage in een kinderserie – Steve in ‘W817’ – toont aan hoe snel de introductie van seksuele en genderdiversiteit in Vlaamse televisiefictie plaatsvond en hoe weinig controverse ze opwekte. Te meer omdat de aanwezigheid van holebi- en trans personages in content voor kinderen in veel landen vooralsnog op weinig bijval kan rekenen.
Personages met diepgang
In de voorbije decennia lijkt deze actieve maar doorgaans ingetogen omgang met seksuele diversiteit in Vlaamse series dan ook een belangrijke leidraad geweest te zijn. Holebi- en trans personages zijn zelden karikaturen die tot hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit gereduceerd worden. Het zijn mensen die naast andere, doorgaans meer aanwezige, lagen van hun persoonlijkheid ook toevallig op bepaalde mensen vallen. Of mensen die zich niet met hun geboortegeslacht identificeren. Deze tendens lijkt de laatste jaren een nieuwe fase in te gaan, waarbij de seksuele identiteit van personages helemaal niet meer benoemd wordt.
Liese Meerhout in ‘Coppers’ had seks met mannen en vrouwen – zonder dat de makers van de serie de behoefte voelden om haar verlangen expliciet te labelen. Arno, de teruggetrokken zoon van John Beckers in ‘Over Water’, mocht dan wel een stormachtige romance beleefd hebben met een klasgenoot, maar ook in zijn geval ging de reeks voorbij aan een gewichtige coming-out - hoewel hij bij zijn klasgenoten op weinig begrip of steun kon rekenen.
De relatie tussen Elke en Dominique in ‘Marsman’ vormde dan weer het enige functionele koppel in de serie, die voor de rest bevolkt werd door een verzameling hetero’s die op geen enkele manier in staat was om op een volwassen manier samen te zijn. In een dorp vol bedrog en overspel waren ze zowaar de enigen die je van enige ‘normaliteit’ zou kunnen beschuldigen.
Gewoon, da’s al gek genoeg
De notie van ‘normaliteit’ lijkt dan ook een vrij dynamisch begrip in Vlaamse series, die zelden gelinkt wordt aan op wie mensen vallen of hoe ze zich identificeren. Integendeel, holebipersonages en wie weet binnenkort ook trans personages zijn vaak onmogelijk te onderscheiden van ‘de rest’. Als Ann en Tania in ‘Thuis’ niet regelmatig zouden kussen of knuffelen, zou geen mens vermoeden dat een van beiden op vrouwen zou vallen.
Hetzelfde gaat op voor een personage als Elias, de opgefokte gijzelnemer in ‘De Dag’. De onthulling dat hij niet uit winstbejag, maar uit wraak handelt voor zijn overleden vriend is zelfs volledig opgebouwd rond de verwachting dat het de kijker zou verbazen. Die kijker zou misschien uit zichzelf niet overwegen dat zo’n ‘mannelijk’ personage op mannen kan vallen.
Flamboyante of extravagante mannelijke homopersonages komen amper voor, net als minder verfijnde of elegante lesbische rollen
De beslissingen die televisiemakers nemen bij het uitschrijven en vormgeven van holebipersonages lijken bijna een vorm van omgekeerde stereotypering. De welbekende clichés en karikaturen dienen als voorbeelden van hoe het zeker niet moet. Ook dat is in zekere zin een pluim op de hoed van de Vlaamse televisiesector, want het heeft er alle schijn van dat schrijvers en makers zich zeer bewust zijn van de gevoeligheden rond representatie en de gevestigde stereotypen bewust vermijden.
Het mag ook weleens flamboyant, hoor
Vreemd genoeg is net dat een van de grootste problemen in de manier hoe Vlaamse scenaristen omgaan met seksuele en genderdiversiteit. Het is enerzijds lovenswaardig dat televisiemakers zich ervan bewust zijn dat programma’s de holebi- en trans gemeenschap vaak op een stigmatiserende of ridiculiserende manier in beeld brengen, en dat ze zo’n beeldvorming natuurlijk uitdrukkelijk aan de kaak moeten stellen.
Het is echter ook belangrijk om te erkennen dat er grote verschillen zijn tussen een personage dat een stereotiepe karaktertrek heeft en een stereotiep personage. Door alles wat naar gevestigde karikaturen ruikt angstvallig te vermijden, worden bepaalde groepen binnen de holebi- en transgemeenschap van het scherm gewist. Flamboyante of extravagante mannelijke homopersonages komen amper voor, net als minder verfijnde of elegante lesbische rollen. Bij trans personages, aan de andere kant, gaat het zelden om mensen die het midden houden tussen mannelijkheid of vrouwelijkheid, maar bijna altijd om mensen die een volledige transitie ambiëren.
Het heeft er alle schijn van dat schrijvers en makers zich zeer bewust zijn van de gevoeligheden rond representatie
Uiteraard hoeft dat niet te betekenen dat holebi- of trans personages allemaal een clichématig kantje zouden moeten hebben, maar het gebrek aan diversiteit binnen het idee van seksuele en genderidentiteit op tv is simpelweg onmiskenbaar, ondanks de beste bedoelingen die daarachter zitten. Het hoeft weinig uitleg dat dit nogal haaks staat op de sociaal-realistische manier waarop Vlaamse televisiemakers de samenleving proberen te weerspiegelen, die heus niet alleen holebi- of trans mensen telt die amper te onderscheiden zijn van cishet (cisgender en hetero, red.) Jan met de pet.
Waar is de intersectionaliteit?
Dat gebrek aan diversiteit uit zich nog op andere vlakken, niet in het minst in de kleur van holebi- of trans personages. Intersectionaliteit vindt amper weerklank op het Vlaamse kleine scherm. Niet-heteroseksuele of niet-cisgender rollen met een andere huidskleur of etno-culturele achtergrond zijn nog steeds zeldzamer dan een welbespraakte en beleefde reactie onder een artikel van Het Laatste Nieuws. Met Vincent in ‘D5R’, Baïna in ‘Coppers’ en recent ook Elias in ‘Dertigers’ begint de alomtegenwoordige witheid van Vlaamse LGBT+-personages eindelijk kleine barstjes te vertonen.
Maar de holebigemeenschap op tv wordt voorts ook miraculeus bespaard van fysieke of mentale beperkingen. Ook financiële problemen of klasse-ongelijkheden lijken eerder het twijfelachtige privilege van de vele cisgender hetero’s die het Vlaamse kleine scherm rijk is.
Met Vincent in ‘D5R’, Baïna in ‘Coppers’ en recent ook Elias in ‘Dertigers’ begint de alomtegenwoordige witheid van Vlaamse LGBT+-personages eindelijk kleine barstjes te vertonen
Naast een meer genuanceerd perspectief op stereotypering heeft onze televisiesector dan ook hoge nood aan een besef dat de holebi- en trans gemeenschap even divers is als de samenleving in het algemeen. Dat een realistische weerspiegeling van de maatschappij ook met zich meebrengt dat we ‘verschil’ op een diverse manier in beeld moeten brengen.
It’s not all bad
Naast deze kanttekeningen wijzen de ontwikkelingen van het afgelopen decennium echter bovenal op televisiemakers die het belang van representatie erkennen en ook willen ingaan op de gevoeligheden die eraan verbonden zijn. Het is dan ook aan ons om niet enkel expliciet te stellen wat fout gaat, wat altijd het risico met zich meedraagt dat we het kind met het badwater weggooien, maar om ook op een toegankelijke manier te wijzen op wat goed gaat - en vooral hoe het beter kan.
Florian Vanlee werkte tussen 2015 en 2019 voor de UGent aan het project 'Seksuele diversiteit op het kleine scherm: Een kwalitatieve studie naar de representatie van en het publiek debat over holebi's in Vlaamse televisiefictie', waarbij hij de beeldvorming rond seksualiteit en gender vanuit een queer theoretisch perspectief benaderde.
Eigen verslaggeving