Door de Bi+ - gemeenschap zichtbaar te maken worden anderen heus niet onzichtbaar
Leopold Lindelauff, coördinator van de Limburgse Bi+ vereniging ertussenin, schreef een opiniestuk over bi+.
In 2015 schreef ik een opiniestuk met de titel “Ik ben bi en ik ben boos”. Bi ben ik nog steeds, mijn boosheid is sindsdien fors afgenomen. Even terug naar 2015. Het bestaan van de *bi+-gemeenschap werd door velen binnen zowel de homo- als heteroseksuele gemeenschap ontkend. Vooroordelen als “onbetrouwbaar”, “ze kunnen niet kiezen”, “het is een fase”, “dan is er zeker nog een derde in de relatie” waren standaard reacties zodra je als biseksueel uit de kast kwam. Deze vooroordelen zijn zeker nog niet verdwenen, laat dat duidelijk zijn. Nog steeds worden we – helaas – hiermee geconfronteerd. En toch is mijn boosheid minder. Omdat ik vijf jaar ouder en wijzer ben intussen, misschien? Dat zal zeker een rol spelen. Vooral echter omdat ik de afgelopen jaren met veel medestanders kennis heb mogen maken en die o.a. heb ontmoet tijdens de B Curious dagen, hét moment rond seksuele fluïditeit en genderidentiteit waar de bezoekers erkenning en herkenning ervaren. Er is de afgelopen jaren een beweging ontstaan die steeds meer aandacht vraagt en een plek opeist binnen de regenbooggemeenschap (LGBTQI+) en daarbuiten. De afgelopen jaren zijn termen en woorden geïntroduceerd (zoals fluïde, pluriseksueel en non-monoseksueel) die ik zelf niet had kunnen bedenken én artikelen rond dit onderwerp gepubliceerd, die datgene verwoorden dat ik reeds gedurende vele jaren heb gevoeld en ervaren.
Vooroordelen en stigma's
Zoals hierboven reeds gezegd, wil dat niet zeggen dat we als bi+-gemeenschap niet meer met vooroordelen en stigma’s te maken hebben. Wanneer je het boek “Bisexuality in Europe Sexual Citizenship, Romantic Relationships, and Bi+ Identities” samengesteld door Emiel Maliepaard en Renate Baumgartner leest (te downloaden en online te lezen via hier), lees je over een veelheid van vooroordelen en stigma’s in grote delen van Europa die iedereen die zich identificeert met de bi+-gemeenschap wellicht zeer herkenbaar zal vinden. Én het feit dat studenten van de Belgische Medische Studenten Associatie (BeMSA) besluiten om de ‘Stigma Challenge’ dit jaar rond het thema bi+ te organiseren, omdat ze zelf op de een of andere negatieve wijze die stigma’s hebben ervaren, bevestigt de aanwezigheid van die stigma’s nogmaals.
Namens Regenbooghuis Limburg geef ik, samen met anderen, o.a. vormingen aan leerlingen van secundaire scholen waarbij biseksualiteit zeer zeker ook aan de orde komt. Heel vaak reageren de leerlingen met “och, dat moet iedereen zelf weten”. Zodra ze echter tijdens een stellingenspel echt ‘stelling dienen te nemen’ waarbij het over een toekomstige (biseksuele) partner gaat, slaat de twijfel bij hen toe. “Is zo’n partner nog wel betrouwbaar?” is dan vaak de vraag die ze zelf stellen.
Sensibilisering
Bij de opstart van de çavaria bi+-werkgroep in 2014 was het bestaan van stigma’s en vooroordelen binnen de homogemeenschap onze eerste zorg. Mijns inziens zijn we er – als bi+-gemeenschap – gezamenlijk in geslaagd om hier fors verbetering in aan te brengen. Nu is de heterogemeenschap aan de beurt. Sensibilisering vanaf jonge leeftijd kan, middels vormingen zoals we die in Limburg geven, hier beslist een rol bij spelen. Ook de media zouden een steun in onze rug kunnen zijn door het thema te benoemen, de stigma’s en vooroordelen plus de mentale problemen die daardoor kunnen ontstaan aan de kaak te stellen, rolmodellen naar voren te schuiven enzovoorts. Zo lang we onzichtbaar blijven of enkel in een negatief daglicht worden geplaatst, niet herkend én erkend worden, zal het met het mentaal welzijn binnen de bi+-gemeenschap slecht gesteld blijven.
Accepteer ons, respecteer ons, waardeer ons, herken en erken ons, zodat we kunnen zijn wie we zijn, kunnen liefhebben wie we – met consent (toestemming) – lief willen hebben. Wij passen nu eenmaal niet in de (door anderen) voorgestanste en genormeerde hokjes.
*Waarom we ‘bi+’ gebruiken i.p.v. ‘biseksualiteit’ (zie ook de woordenlijst van çavaria)
Bi+ is een paraplubegrip (of koepelterm) die gebruikt wordt om iemands seksuele en/of romantische oriëntatie weer te geven. We spreken over bi+ wanneer een persoon romantisch en/of seksueel aangetrokken is tot personen van meer dan één genderidentiteit. Tot welke genderidentiteit je aangetrokken wordt, kan variëren doorheen de tijd en in intensiteit.
Onder de koepelterm bi+ vind je heel wat termen. Samen zijn ze het bi+-spectrum. Bi+ personen gebruiken verschillende termen om zichzelf te benoemen:
Biseksueel betekent dat je aantrekking kan voelen tot mensen van meer dan één, maar niet noodzakelijk alle genderidentiteiten. Sommige mensen verkiezen de term polyseksueel om aan te geven dat ze zich tot meer dan twee genderidentiteiten aangetrokken voelen. Als je het aspect genderidentiteit geen belangrijke factor vindt bij een potentiële partner, kan je jezelf omschrijven als panseksueel. Panseksuele mensen noemen zichzelf soms ‘genderblind’. Als je merkt dat je aantrekking verandert doorheen de tijd dan kan je die fluïde noemen.
-------------------------
Leopold Lindelauff is coördinator van “ertussenin”, de Limburgse Bi+ vereniging, voorzitter van Regenbooghuis Limburg en lid van de çavaria Bi+-werkgroep.
ZIZO wil een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over LGBTI+-thema’s. Daarom publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van hun/haar/zijn vereniging en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.
Eigen verslaggeving