Positieve houding ten opzichte van diversiteit betekent wereld van verschil voor kwetsbare leerlingen
Deze ochtend was het in de trein opvallend drukker dan de voorbije weken. De zomervakantie zit erop. Vol spanning vertrekken alle scholieren naar hun eerste lesdag. Vakantieverhalen worden uitgewisseld, de eerste bijnamen voor hun leerkrachten worden verzonnen en met een beetje tegenzin zal al snel ook het eerste huiswerk mee de trein op gaan.
In gedachten dwaal ik af naar een artikel dat vorige week verscheen. Kleine Jamel uit Denver outte zich op 9-jarige leeftijd aan zijn ouders en bij de start van het schooljaar ook aan zijn klasgenoten. Vier dagen later zou men ontdekken dat hij nooit meer op school zou verschijnen. De pesterijen van slechts vier dagen waren hem te veel en hij besloot een einde aan zijn jonge leven te maken. Nieuws waar ik intriest van werd. Ik heb enorm veel bewondering voor de kleine Jamal die op zó een jonge leeftijd zoveel kracht had. Dit brengt me in gedachten ook terug naar mijn schooltijd, die ik ongeveer tien jaar geleden afsloot. Ik was een graag geziene en babbelgrage leerling. Toch waren er onderwerpen die ik steevast uit de weg ging. Meisjes, liefde of seksualiteit? Dat deed niet ter zake. Of dat probeerde ik toch zo te doen uitschijnen.
Ontdekken dat je holebi of transgender bent, is voor ieder kind een moeilijk proces. Vaak wordt hier pas over gesproken wanneer de jongeren in kwestie zelf al een lange periode van twijfels en onzekerheid achter de rug hebben. Het vraagt een veilig klimaat en erg veel zelfzekerheid. Uit recent onderzoek van çavaria kwamen opvallende resultaten. Ongeveer één derde van de LGBT+ scholieren voelt zich onveilig op school. 98 procent van hen werd het laatste schooljaar geconfronteerd met negatieve benamingen ten aanzien van LGBT+ en slechts de helft van de leerkrachten reageerde hierop. En dit is jammer, want los van een inclusief LGBT+ beleid in de school kan iedere leerkracht met enkele kleine inspanningen zorgen voor een LGBT+vriendelijk schoolklimaat.
Gay pennenzak
“Jouw pennenzak is wel héél gay” hoor ik enkele scholieren in de trein spotten. Ik word meteen terug bij de realiteit gebracht. De meeste treinreizigers kijken niet op en zien dit vast als onschuldige jongerentaal. En toch... het woord ‘homo’ wordt net zoals ‘jeannet’, ‘lesbo’ en ‘pot’ nooit als compliment gebruikt. In mijn schooltijd was er zelden een leerkracht die dit afkeurde of weerlegde. “Holebi of transgender zijn is deel van iemands identiteit, het is geen scheldwoord”. Wat zou het deugd gedaan hebben mochten mijn leerkrachten op deze manier gereageerd hebben. Wat zou Jamel daar deugd van gehad hebben. Niet om deze jongeren het zwijgen op te leggen, wel om aan mij en tal van andere kinderen te tonen dat wij evenveel waard waren als al de rest.
Doorheen de jaren hoopte ik dat mijn ervaring op school tot de tijdsgeest van toen hoorde. Toch sprak ik onlangs nog een meisje dat net van de schoolbanken af is. “Me outen op school had betekend dat ik een vogel voor de kat was geweest en dat de mogelijke pesterijen die het had opgewekt, me volledig in de put hadden geduwd”. Het LGBT+ onderwerp was onbestaande en taboe. Ze koos ervoor te veranderen van school. “Ik kwam toe op m’n nieuwe school en zag openlijke LGBT+ leerlingen in vrijwel alle jaren om me heen. Dit op zich was al een indicator dat ik in een veilige omgeving was terecht gekomen. Ook het feit dat leerkrachten het onderwerp niet schuwden en er heel normaal mee omgingen zorgde ervoor dat ik mezelf snel outte.
Actief aandacht schenken
Een leerkracht heeft de verantwoordelijkheid voor élke jongere op school een veilig klimaat te creëren. En dat is soms minder moeilijk dan gedacht. Op 17 mei (IDAHOT) de regenboogvlag ophangen of deelnemen aan een scholenactie als Paars maakt het thema zichtbaar. Leerlingen stimuleren een GSA (Gay Straight Alliance) op te starten en samen met andere leerlingen de handen in elkaar te slaan voor meer aanvaarding van iedere identiteit. Organisaties als çavaria en Wel Jong Niet Hetero ondersteunen scholen met brochures of brengen met hun scholenwerking vrijwillige getuigenissen van jongeren over seksuele en genderdiversiteit. En iedere leerkracht kan vanuit de eigen passie en creativiteit in het vakgebied een LGBT+ voorbeeld opnemen in de eigen lessen. Bewust een positieve houding aannemen ten opzichte van diversiteit kan een wereld van verschil betekenen voor de meest kwetsbare leerlingen. Gewoon jezelf zijn, en de ruimte creëren zodat anderen dit ook kunnen is helemaal voldoende. Maar dat lukt pas echt wanneer leerkrachten hier actief aandacht aan schenken. En wanneer dat niet enkel blijkt uit onze woorden maar bovenal uit onze daden.
“Ik ben niet gay! Ik ben bi”. Voor een tweede maal haalt het groepje jongeren me uit mijn gedachten. Het groepje reageert enthousiast en nieuwsgierig op dit leuke nieuws. Ik zet mijn treinreis verder met een grote glimlach op mijn gezicht. Deze jongen heeft een sterk netwerk en start het nieuwe schooljaar met goede moed. Hoopvol droom ik verder over de positieve reacties op school, en leerkrachten die de tijd nemen om deze jongen opnieuw te leren kennen. Want eigenlijk is jezelf kunnen zijn, toch het beste wat er is.
Sander Cornelis is Algemeen Coördinator van Wel Jong Niet Hetero, een jongerenvereniging voor holebi- en transgenderjongeren in Vlaanderen en Brussel..
Meer informatie over wat je als school of leerkracht kan doen om een veilig klimaat voor je leerlingen te creeeren vind je op schooluitdekast.be.
ZIZO wil een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over LGBT+ thema’s. Daarom publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van hun/haar/zijn vereniging en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.
Eigen verslaggeving