Wim Peumans onderzoekt het kruispunt waar seksualiteit, migratie en Islam samenkomen
Voor zijn doctoraat onderzocht Wim Peumans het kruispunt waar seksualiteit, migratie en Islam samenkomen. Dat leidde tot het toegankelijke boek “Queer Muslims in Europe: sexuality, religion and migration in Belgium”: een stevige uiteenzetting van zijn methodes en bevindingen, maar vooral van de verhalen van de mensen die hij tijdens zijn onderzoek ontmoette en hun context.
Peumans begint het boek met een paar van de vooroordelen over het onderwerp die hij binnen en buiten academische kringen hoorde. Blijkbaar stellen veel mensen nog steeds in vraag of iemand zowel moslim(a) als LGBT+ kan zijn. En leeft de aanname dat het ‘daar’ (niet het ‘Verlichtte Westen’) toch een flink pak erger moet zijn voor holebi’s en trans* personen.
Vaak gestelde vragen als “Maar ik dacht dat dat niet mocht, hoe kunnen ze dan bestaan?” schijnen toch nog te leven, ontdekte Peumans. Dat er aardig wat dingen zijn die mensen doen die eigenlijk niet mogen, wordt door velen onder de mat geveegd. En dan hebben we nog niet eens gesproken over of er ruimte is voor een niet-heteroseksuele beleving van seksualiteit binnen andere minderheidsgroepen.
Accepterende stilte
Die ruimte is er wel degelijk binnen groepen met een migratieachtergrond en/of groepen waarin Islam een belangrijke plaats heeft (hetzij omdat zij moslim(a) zijn, hetzij omdat hun familie moslim is). De personen met wie Peumans sprak, vullen die ruimte gewoon anders in; in plaats van de nood aan expliciet uit de kast komen, kan holebiseksualiteit stilzwijgend aanvaard worden, net zoals heteroseksualiteit.
Er is dus niet noodzakelijk sprake van leugens en intriges over de seksualiteitsbeleving van de personen die Peumans interviewde. Ze leggen gewoon de nadruk op de veelvuldigheid van hun identiteit, waar ‘LGBT+’ en ‘migratieachtergrond’ en/of ‘moslim(a)’ toevallig een deel van zijn. Een deel dat niet over de daken geschreeuwd hoeft te worden, net zoals ik mijn witte non-binaire genderidentiteit niet aankondig wanneer ik een ruimte betreed.
Sommigen van de geïnterviewden vonden het belangrijk om een label uit te spreken tegenover (een deel van) hun familie, anderen lieten hun seksualiteit in het midden. Natuurlijk waren er ook personen die hun liefdes- en seksleven strikt gescheiden houden van hun familieleven, net zoals sommige mensen zonder migratieachtergrond of sommige niet-moslim(a)s. De hoofdzaak die Peumans in “Queer Muslims in Belgium” naar voren brengt, is dat de moslimgemeenschap niet lijnrecht tegenover de LGBT+ gemeenschap staat. Daarbij wijst hij terecht op de veelheid aan manieren waarop queer zijn ingevuld kan worden, ook door personen met een migratieachtergrond en/of moslim(a)s.
Intersectionaliteit
Een sterk punt van het boek is dat de verhalen van de groep naar voren worden gebracht in plaats van de visie van de onderzoek(st)er. Peumans heeft ook aandacht voor zijn eigen privileges en vestigt hier waar nodig de aandacht op. Als witte homoman is zijn beleving van acceptatie anders dan pakweg die van een lesbische vluchtelinge. Zoals de bevooroordeelde vragen in de inleiding al aangeven, is er weinig aandacht voor mensen die op meerdere manieren tot een minderheid behoren, in dit geval seksualiteit en migratieachtergrond en/of geloofsbelevenis.
Het minpunt van Queer Muslims in Belgium is dat Peumans geen trans* personen vond die aan het onderzoek mee wilden of konden doen, hoewel zij ook onder de noemer ‘queer’ vallen. Het zou nochtans heel wat verhalen naar boven brengen die niet vaak gehoord worden, en zou zeker interessant zijn in het kader van zijn bevindingen over ‘stilte als discours’.
Door te focussen op de verhalen van de geïnterviewden, door zijn eigen positie te relativeren en door op een heldere manier te verwijzen naar academisch werk van personen van kleur en moslim(a)s creëert Peumans een goed onderbouwd boek dat makkelijk te begrijpen is voor zowel leken als belezen geïnteresseerden.
Eigen verslaggeving