Benny Andersson: een man en zijn piano
ABBA mag dan een van de grootste popacts in de muziekgeschiedenis zijn, de gemiddelde muziekfan heeft amper weet van wat de vier leden hebben uitgevreten nadat het doek viel over de groep in 1982. Ja, ‘die blonde’ en ‘die rosse’ hebben nog wat platen uitgebracht, en Benny en Björn hebben een musical geschreven… Toch?
Jawel, maar er is nog zoveel meer te vertellen. Het is trouwens nog maar sinds kort dat er naar buiten wordt gekomen met het feit dat de rollen bij Benny Andersson en Björn Ulvaeus verdeeld waren. Tot recent werd er aangenomen dat ze beiden evenveel bijdroegen tot de composities, maar in de herschreven versie van ABBA-kenner Carl Magnus Palms ‘The Complete Recording Sessions’ komen we te weten dat naarmate de jaren vorderden Björn vooral zwoegde op de teksten en als klankbord en katalysator diende voor de muzikale ideeën van zijn boezemvriend Benny.
Muzikaal genie
Na ABBA volgde er inderdaad de musical ‘Chess’ (1984) met de monsterhit ‘One Night In Bangkok’ en de klassieker ‘I Know Him So Well’. Hierna zou de muzikale tandem nog wat Zweedse acts van muziek voorzien, waarbij het interessant is op te merken dat die internationaal meer en meer aan belang gingen inboeten. Alleen Gemini zou bij ons nog een hitje scoren met een volledig herwerkte versie van het nooit uitgebrachte - en daarom mythische - ABBA-nummer ‘Just Like That’.
Benny en Björn bleven echter intensief samenwerken. Benny werd hoe langer hoe meer beïnvloed door klassieke componisten uit de Noordse landen, zoals Jean Sibelius en Edvard Grieg. Dit werd heel duidelijk in de epische musical ‘Kristina från Duvemåla’. Deze musical zou uitgroeien tot een van de succesvolste in Scandinavië. En tussendoor bleef Benny zich amuseren met zijn hobbyclubje BAO (Benny Anderssons orkester), waarmee hij tot de dag van vandaag platen opneemt en optreedt op de talrijke zomerfestivals van Zweden. In zijn thuisland heeft de componist de status van muzikaal genie.
Klassiek
Talrijk zijn de anekdotes waarvan er gewag wordt gemaakt: gelegenheden waar Benny plots verdwenen was en men de man terugvond aan een piano waar hij zo opging in de klanken dat hij tijd en ruimte vergat. Het is dan ook niet te verwonderen dat hij voor zijn laatste soloplaat ervoor koos om die alleen met zijn geliefkoosde instrument op te nemen.
‘Piano’ is een plaat die klassiek werd opgevat in alle betekenissen van het woord. Op de vooravond van zijn eenenzeventigste verjaardag blikt de artiest terug op zijn rijkgevulde carrière en bewerkt hij een twintigtal van zijn composities tot stukken voor piano. De liedjes worden uitgekleed tot de naakte essentie. Zes ABBA-liedjes, zes stukken uit 'Chess' en twee uit 'Kristina'. De rest wordt aangevuld met composities voor BAO en het prestigieuze ‘En skrift i snön’ dat hij in 2012 schreef in opdracht voor de inauguratie van het grootste orgel ter wereld.
Piano is een goed gekozen titel, want hij is kort en puur. Bovenal betekent het ook ‘zacht’ in muzikaal jargon. Iets wat de lading van de plaat helemaal dekt. De composities voor ABBA tonen in deze naakte versies dat de vrolijke deuntjes eigenlijk intrinsiek melancholisch zijn. ‘My love, my life’ wordt ontdaan van alle ballast en ontroert. ‘Thank You For The Music’ blijkt zonder de samenzang eigenlijk een pure ragtime te zijn in de stijl van Scott Joplin.
Autodidact
Het is haast niet te geloven dat de sympathieke Zweed nooit een muzikale opleiding heeft genoten en een echte autodidact is. Zijn pianospel is beheerst en zwierig, en hij heeft een unieke stijl en klank. De manier waarop Benny het universum van ‘The Day Before You Came’ weet op te roepen met slechts tien vingers is verbluffend. Alles lijkt er te zijn: de synthesizerriedels, de coloratuur van Frida, de melancholische lijnen van Agnetha… en toch is het alleen Benny en zijn piano. Een van de hoogtepunten van de plaat.
Iets gelijkaardigs kan ik zeggen over de bewerkingen van de nummers van de musicals. ‘You and I’ en ‘I gott bevar’ - respectievelijk uit 'Chess' en 'Kristina' - worden ontdaan van hun orkestrale bombast, maar klinken desondanks even avontuurlijk en vol.
‘Piano’ duurt zesenzeventig minuten en ondanks de minimale opzet, verveelt het geen moment. Integendeel. Het is een wonderlijk avontuurlijke tocht met als gids een van de grootste nog levende hedendaagse muzikale genieën die je bij de hand neemt en begeleidt langs slechts enkele punten van zijn rijke verleden. Puur, zacht en melancholisch. Intiem ook, want niets gaat dieper dan een componist die zijn eigen werk uitvoert. Een plaat die per luisterbeurt wint aan diepgang.
Eigen verslaggeving