Ouder zijn
Redactrice Annelies werd enkele maanden geleden mama. Ze schreef een column over ouderschap. Of toch een poging tot.
Ze zeggen dat een kind krijgen heftig is. Dat je nooit helemaal voorbereid kan zijn. Ze hebben gelijk. Maar ze zeggen er nooit bij hoe het voelt om ouder te worden.
Ik heb me nog nooit zo nietig gevoeld als op de dag dat jij geboren werd. Alle controle glipte me uit handen, mijn hoofd werd troebel. Ik kon alleen maar toezien hoe het leven een loopje met me nam. Machteloos, volledig overgeleverd aan de oerkracht van moeder natuur.
Ik weet nog goed hoe ik na de bevalling terug voor onze eigen deur stond, Maxi-Cosi in de hand. Dezelfde voordeur als een paar uur geleden, maar toch was niets nog hetzelfde. Want wij waren nu ouders. Ik voelde me hulpeloos, had geen idee wat het wilde zeggen om ouder te zijn. En al helemaal niet wat het wilde zeggen om niet-biologische ouder te zijn.
Zou je mij wel aanvaarden als mama, ook al geeft je andere mama je de borst? Zou je wel van mij kunnen houden, zonder gedeeld DNA? Of zou je me als een soort tweederangsouder zien, een soort opvoeder? Zou je in mij de vader zien die je altijd zal moeten missen? Toen we aan dit traject begonnen, was ik zo zeker dat mijn liefde genoeg voor jou zou zijn. Dat ouderliefde los staat van gender. Dat DNA overroepen is. Maar nu wist ik ineens niets meer.
Maar net voor mijn hulpeloosheid omsloeg in paniek, keek je me aan. Een klein streepje licht in die verfrommelde oogjes. Ik pakte je op, een fragiel hoopje bewegingsloos gewicht, en legde je tegen mijn borst. Je zuchtte, legde je hoofd in mijn nek en gaf je helemaal over. En mijn paniek golfde weer weg.
Je legde je lot in mijn handen en je vel op dat van mij. Je stelde je geen vragen bij mijn ouderlijke capaciteiten, je verwachtte geen ingewikkelde antwoorden van mij. En je hoefde geen DNA als bewijs. Je wilde gewoon graag gezien worden. Zonder meer en voor altijd. Ik begrijp het nu. Juist dat is ‘ouder zijn’. Meer niet.
Eigen verslaggeving