column
Vleeskeuring
Bruno De Lille is fractieleider van Groen in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Zijn column op ZiZo verschijnt tweemaandelijks.
Ik heb mijn man versierd (of beter: hij liet zich door mij versieren) op de tonen van La Bamba, ook wel gekend als de kusjesdans. In de jaren 90 verliepen holebifuiven volgens een vast stramien: eerst kreeg je liedjes allerhande, alles wat goed was om mensen op de dansvloer te krijgen, rond middernacht begonnen de Bamba’s. Niet één Bamba maar verschillende Bamba’s. Aan drie minuten kusjesdans hadden we niet genoeg, dus draaiden de DJ’s wel twintig minuten lang Bamba na Bamba.
Kussen en gekust worden
Er vormde zich een grote kring van stilstaande mensen die zij aan zij hun meest sexy blik opzetten. Binnen die eerste kring was er een tweede kring van mensen die rondliepen. Af en toe kusten ze iemand uit de buitenste ring, waarna de zoener en de gezoende van plaats wisselden.
Mensen die niet van de Bamba hielden, noemden dit ‘de vleeskeuring’. Daar had het wel wat van, maar het was tegelijk ook erg spannend. Niet het feit of je er uitgepikt werd, maar wel of je avances wederkerig waren of niet. Als jij iemand gekust had en die man deed een rondje en kwam jou dan opnieuw kussen, dan wist je: hier zit iets in. Liep hij je straal voorbij, dan… enfin, dat begrijp je wel.
In mijn ogen was het meer dan een vleeskeuring. Het was een (verfijnde?) manier van communiceren, ook voor de meer verlegen mensen. Het tafereel bespaarde je ook gezichtsverlies. Je moest niet echt ‘durven’ iemand te kussen, want iedereen deed het. Je moest niet al je moed bijeenrapen om te zeggen “Ik zie je wel zitten”, een simpele kus volstond. En maak je geen illusies, het was meestal een kus op de wang. Zag de ander je niet zitten, dan sloeg hij je bij de volgende ronde over. Je was daarna natuurlijk teleurgesteld maar voorbijgelopen worden blijft aangenamer dan recht in je gezicht afgewezen te worden met “Bol het af.”
De aanhouder wint
Als je genegeerd werd, kon je het nog eens proberen, maar dan moest je al erg overtuigd zijn. Pas op, soms werkte het. Was ik niet ronde na ronde blijven proberen, dan was ik nu geen 230 maanden met mijn man samen. Ik kende hem van kort voor de fuif maar had tot dan niet de moed gehad om te vragen of hij me zag zitten. En dus ging ik die avond voluit. Ik heb die avond meer met en rond hem gedanst dan in de negentien jaar die er tot nu op gevolgd zijn.
Na de twintig minuten durende paringsdans, kwamen de slows. Dan zag je al die mensen die elkaars interesse even uitgetest hadden, naar elkaar toeschieten en in elkaars armen, ogen en vaak ook mond verdwijnen. Of het daarna tot een relatie kwam, dan wel bij een stomende nacht bleef, was dan een kwestie van geluk en de bereidheid om elkaar beter te leren kennen.
Onwetende DJ
Het grappige was dat veel mensen echt naar dat moment toeleefden. De avond dat ik mijn man versierde, liep het trouwens bijna fout. De DJ had nog nooit op holebifuiven gedraaid en kende de traditie niet. Ze hadden hem wel gezegd dat hij om middernacht een Bamba-moment moest voorzien, dus draaide hij plichtsgetrouw de hit van Los Lobos. Maar meteen daarna volgde een slow. De twee kringen hadden zich nog maar net gevormd. Het kussen was nog niet op gang gekomen. Je zag overal mensen verward en teleurgesteld staan kijken.
Gelukkig greep de organisator kordaat in en kregen we na die ene slow toch nog onze twintig minuten kusjesdans. Ik weet niet of ze die DJ later nog teruggevraagd hebben. Op onze trouw hebben we voor de zekerheid toch maar een andere gekozen. Eén keer het lot tarten is genoeg, niet?
Grindr, de virtuele kusjesdans
Door het vleeskeuringsimago durfde ik een tijd niet aan mijn heterovrienden zeggen dat ik mijn man door een kusjesdans leerde kennen. Dat is iets wat ik vandaag nog steeds hoor, maar dan in een andere variant.
Ik ken een koppel dat elkaar heeft gevonden via de app Grindr, de virtuele paringsdans op onze smartphones. Ze zijn intussen ook al enkele jaren samen, maar meestal doen ze alsof ze elkaar via Facebook gevonden hebben. Door de gemeenschappelijke interesses, begrijp je? Eigenlijk had hun ontmoeting iets minder om het lijf.
Wat echt telt
Vreemd toch dat we vandaag tientallen nieuwe manieren hebben om elkaar te leren kennen en dat we die zelf opdelen in ‘goed’ en ‘slecht’. Terwijl het toch het resultaat zou moeten zijn dat telt. Of je eerst op het uiterlijk gevallen bent, of bent afgegaan op de interessante persoonlijkheid van de ander, dat maakt toch niet uit? Als je maar mensen leert kennen waar je fijne momenten mee kunt hebben. Als we elkaar maar een beetje gelukkiger proberen te maken. Dat is uiteindelijk wat echt telt, niet?
Bruno De Lille
Fractieleider Groen
Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Bron:
Eigen verslaggeving
Lees meer over: