Karel Tuytschaever: Portret van een maker en een speler
We hebben afgesproken in een knus cafeetje aan de Vrijdagsmarkt, vlak bij het Plantin Moretus-museum. Ik loop eerst nog een blokje om, want ik ben wat te vroeg en het weer balanceert op dat heerlijk punt tussen koud en fris waarop de lente doorbreekt. Perfect om even het hoofd te klaren voordat ik Karel Tuytschaever ontmoet, het figuur achter BARRY en maker van en speler in TOM.
Eenmaal binnen, zet ik me aan een raampje. Vanachter mijn koffie zie ik een man met muts aan komen fietsen. Karel is er, tijd om te praten over performance, dans, toneel, maar vooral de dingen waar het gesprek ons heen leidt. Vooreerst wil ik weten hoe ik hem mag omschrijven.
"Goh," zegt Karel, "dat is al direct een goeie vraag. Ik probeer mijn werk zo weinig mogelijk te labelen. Vandaar dat ik BARRY heb opgericht; het is voor mij een soort andere identiteit. Wat ik zelf maak, vertrekt altijd vanuit lichamen, dus niet uit een discipline. Het is daarom dat ik mezelf niet zomaar theatermaker of filmmaker of schrijven wil noemen. Ik wil graag iets onderzoeken en van daaruit kies ik de mensen. Soms zijn dat dansers, soms zijn dat acteurs, soms zijn dat beeldende mensen of soms zijn dat amateurs die geen techniek hebben. Daarna zoek ik pas naar de juiste vertaling in vorm. Vandaar dat het soms een installatie wordt, soms een film, soms een essay, soms een theaterstuk."
Identiteitscrisis
"Ik heb zelf lang moeten zoeken naar een omschrijving van mezelf. Ik ben opgeleid als speler, als acteur, maar ik beweeg en dans ook en ik maak ook. Dat zijn eigenlijk de twee bronnen: speler en maker." Die hang naar wat achter het label, wat verder of breder ligt, klinkt heel bekend. Voor Karel heeft die ontwijkende houding tegenover labels een praktische oorsprong. "Ik merk dat de nood bij anderen om mij in hokjes te plaatsen heel hard speelt omdat ik dans én acteer. Tijdens mijn afstudeerproject belandde ik in een identiteitscrisis omdat ik niet wist wat ik was. In acteursvoorstellingen was ik de danser en in dansvoorstellingen was ik de acteur. Hoe komt dat nu? Ik ben toch gewoon wie ik ben?"
"Ik was als mens aan een acteursopleiding begonnen en heb dan vier jaar lang heel hard aan introspectie gedaan. En dan moet je jezelf plots profileren omdat je afstudeert. Toen begon ik mezelf de vraag te stellen hoe het komt dat mensen altijd naar context kijken en niet naar de inhoud of wat die lichamen of de mensen willen vertellen."
"Op het Koninklijk Conservatorium Antwerpen ben ik de enige docent die les geeft aan verschillende disciplines. Wat ik daar doe, is echt met de mensen werken, los van een vakgebied hun zijn naar buiten brengen. Dat vind ik het mooiste om te doen. Ik heb daardoor geleerd dat inclusief kijken en werken me meer tot de essentie en de noodzaak van maken en spelen brengt."
Bare Romance
Dat is ook waar Karels film Bare Romance (2014) vertrekt. De film vertelt over een jongen en een meisje, maar vooral over lichamen en identiteit.
"Die jongen en dat meisje kennen elkaar niet, ze hebben geen identiteit voor mekaar. Eigenlijk gebruiken ze elkaar om hun seksualiteit te ontdekken. Ik geloof dat die drang naar het vinden van je identiteit heel hard speelt bij mijn generatie. Ofwel denk je dat je gaat vastroesten, ofwel ben je zo open of fluïde dat je het gevoel hebt dat je niemand bent, dat je overal tussen glijdt. Mijn film gaat over ontmoeting en innerlijke frictie. Ik ben niet zozeer geïnteresseerd in conflicten tussen mensen."
Die innerlijke frictie hoeft trouwens niet alleen in de spelers aanwezig te zijn, het publiek mag ook meevoelen. Karel legt uit: "Mensen hebben toch nog steeds labels nodig om daarna te kunnen loslaten. Ze moeten het eerst even heel hard begrijpen voordat ze het kunnen voelen. Het is ontroerend om mensen in het publiek te zien die keihard met zichzelf geconfronteerd worden, ook al menen ze dat ze het niet snappen of dat het te traag gaat. Dan denk ik: Ja! Het doet iets, het vertelt iets, het confronteert u met iets dat bij u vanbinnen zit! Niet dat ik het bewust daarom maak, maar... Wat was de vraag weer?"
Ik vraag hem of hij het belangrijk vindt dat mensen geconfronteerd worden met nieuwe manieren van kijken in zijn werk. "Mijn werk schuurt soms. Alles krijgt tijd en ruimte, het is vaak heel traag. Daardoor zet het zichzelf buiten wat vandaag de dag bestaat. Je moet als kijker door die tijd en ruimte en dan komen mensen zichzelf tegen. Er zijn veel mensen die alleen een identiteit hebben via anderen en die zichzelf niet meer ontmoeten. Dat is jammer." Er valt een stilte. Je hoort onze gedachten in de lucht tussen ons kronkelen.
"Kijk je anders naar dansvoorstellingen?" vraagt hij. Ik weet even niet wat zeggen. Hoe kijk ik naar dansvoorstellingen? Ik laat me meestal overspoelen. Ik heb geen theoretische onderbouwing in theater of dans, en heb het al lang geleden opgegeven om mezelf af te vragen of ik de voorstelling wel 'begrijp', wat dat ook moge betekenen. Wat voor mij telt zijn de bewegingen, de interactie, de energie. Ik zie Karel aandachtig knikken.
"Ik heb ook het liefst een 'blanco' publiek dat zo weinig mogelijk context meeneemt,” zegt Karel. “De kracht van theater is dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. Ik vind het zo ontroerend als je over een performance praat en de ander heeft iets helemaal anders gezien. Dat is toch super schoon!”
Confronterend
"TOM daagt zeker uit om je manier van denken in kaart te brengen, om oprecht en open te kijken. Mijn werk is zeer oprecht en dus heel fragiel. En nu – heel spannend! - speel ik voor de eerste keer in zeven jaar opnieuw in mijn eigen werk. Het was confronterend om zowel maker als speler te zijn. Normaal projecteert de maker zijn gevoelens op de speler en blijft de intimiteit tussen de spelers privé, maar als je zowel speler als maker bent moet je dat allemaal gaan ontleden."
"Wat de lichamen in TOM doen is ook heel breekbaar, bijna transparant. Ik noem de lichamen in mijn werk transparante lichamen of doorgeeflichamen omdat ze niet pretenderen een waarheid te verkondigen. Als mensen dan na een voorstelling zeggen 'Ik word daar zo rustig van' of 'Ik ben echt helemaal weggeweest' of dat ze er nog steeds over aan het nadenken zijn, dat is zo mooi. Dat zegt me dat het toegankelijk is."
Die oprechtheid en openheid vindt Karel door zijn werk zo veel mogelijk uit te zuiveren. Je zal wel een vleugje narratief vinden, "dat heb je nu eenmaal nodig om mensen mee te nemen," vertrouwt Karel me toe, "maar de focus ligt op de momenten tussen de woorden, voordat mensen beginnen te praten." En zo neemt het gesprek een wending van beeldtaal naar verbale taal.
"In een film bepaalt de camera waar je naar kijkt. In TOM gebruiken we woorden om de kijkers met zachte handschoenen naar een perspectief te duwen. Toch heb ik beslist om de voorstelling in het Engels te doen. Het was te eng om de voorstelling in het Nederlands te doen. Engels is... tegelijk afstandelijker en opener. Je hebt er minder woorden nodig om iets helder te zeggen."
Uitzuiveren
"Ik kan echt uren filosoferen over de vertaling van een woord met Koen De Smet, mijn vertaler. 'Dat woord moet er uit', of 'dat woord moet anders', of 'dat woord heeft een connotatie met de toekomst en dat wil ik niet'. Ik hou er erg veel van om alles uit te zuiveren. Om de essentie in woorden, beelden, bewegingen te vinden. Je zal dat ook zien in TOM. Dat vertrekt heel hard vanuit beweging maar alles is heel traag, nauwelijks bewogen. En toch gaat dat voor mij om beweging."
Ook met de andere artiesten die meewerkten aan TOM sprong Karel meteen in het diepe. Zo was er Luuk Weers, zijn medespeler, waarmee hij meteen op dezelfde lijn zat. Toch voelt Karel zich soms alleen tijdens het maakproces.
"De partners van TOM zijn allemaal mensen die uit het theater komen en op zoek zijn naar mengvormen. Ze kijken allemaal vanuit hun eigen kader. Er was een beeldhouwer, een mimer, een dans-dramaturg, een kostuumontwerpster (die ook decors maakt), een decorontwerpster (die oorspronkelijk illustrator is), een fotograaf en een geluidsontwerper. Met die groep zijn we gaan filosoferen over hoe we naar lichamen kijken en van daaruit hebben we de voorstelling gemaakt. We delen dezelfde inhoud, kijken op dezelfde manier, enkel vanuit een andere discipline. En toch voel je dat je soms op sommige momenten niet aansluit; en dit komt enkel door de taal die we spreken. Vandaar dat de beeldtaal in TOM zo belangrijk is geworden."
Ook Joery Erna kwam van een andere discipline. Hij is de fotograaf die een intiem portret maakte gedurende de repetitieperiode. "Het was heel confronterend en toch heel mooi oprecht," zegt Karel, "Mijn demonen als speler en als maker, dat proces was heel intiem. Joery heeft me overal gevolgd, tot in de badkamer. Dit was de eerste keer dat we samenwerkten, waardoor hij me heel blanco leerde kennen. We zijn toen meteen heel intiem diep gegaan. Hij wist meteen dat een making-of te koud zou zijn. Hij zei: 'Het enige dat ik kan doen is proberen u te begrijpen.'"
We laten het allemaal even bezinken terwijl we onze laatste slokjes opdrinken. Ik heb in ieder geval genoeg stof tot nadenken. Een volledig blanco blad zal ik op 9 mei niet zijn, maar dit gesprek was het zeker waard.
***
TOM van BARRY gaat in première op woensdag 9 mei. Tickets en meer info
Bekijk de documentaire 'Joery kijkt naar TOM' hier.
Eigen verslaggeving