Met spijt in ons hart delen we mee dat ZIZO, het (online) magazine van çavaria, er na bijna 30 jaar mee ophoudt. Wil je weten waarom? Je leest er hier meer over. Çavaria blijft via al hun communicatiekanalen inzetten op mooie verhalen en LGBTI+ nieuws. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan hier snel in voor de nieuwsbrief van çavaria. |
Queers love drama | Welke rol speelt muziek in het leven van queer personen?
Er zijn natuurlijk Lady Gaga, Yasmine en ABBA, maar muziekbeleving voor queer people gaat nog een pak breder en dieper. Wie daar alles over weet is Marion Wasserbauer. Zij rondde haar doctoraat Queer voices af, dat gaat over de rollen van muziek in het leven van LGBT+ ’s. Daarnaast is ze volbloed activiste en dus - als polyamoreuze Belgisch-Oostenrijkse queer - de persoon bij uitstek om uit de doeken te doen dat identiteit vele laagjes telt.
Onlangs stond ABBA’s 'Dancing Queen' nog te blinken op nummer één in de Homo Top 100, op de voet gevolgd door 'Smalltown Boy' van Bronski Beat en Lady Gaga’s 'Born this way'. Die top 100 biedt een mooie doorsnee van de grootste hits voor de LGBT+ gemeenschap. Zo’n lijst bewijst ook hoe specifiek én belangrijk muziek kan zijn op sleutelmomenten in onze levens.
“We weten allemaal nog naar welke nummers of artiesten we luisterden toen we twaalf of twintig waren”, vertelt Marion Wasserbauer (30). “Via muziek kan je een tijdlijn van je leven maken.” Dat deed zij ook in haar doctoraat aan de Universiteit Antwerpen, waarvoor ze 22 diepte-interviews afnam bij holebi’s
en trans personen tussen 18 en 60 jaar. “De woorden vinden om te praten over gender en seksuele identiteit is niet altijd makkelijk. Muziek kan erg helpen om een levensverhaal te structureren.”
Eén van die belangrijkste momenten voor LGBT+ ’s is de coming-out. Welke rol speelde muziek daarin voor jouw respondenten?
“Bijna alle LGBT+ mensen gaan door een periode waarin ze voelen dat ze ‘anders’ zijn, niet hetero of cisgender. Die coming of age leidt dan vaak tot een coming-out. Eén vrouw die ik interviewde, vertelde hoe ze dit besefte in een platenzaak, waar ze albums kocht van Ani DiFranco en Skunk Anansie. Toen de vrouw van de platenzaak met een toestemmende glimlach knikte en zij dit leuk vond, bedacht ze zich: ok, misschien ben ik dus lesbisch. (lacht) Maar evengoed vertelden mensen me dat ze tijdens hun coming-out door een duistere periode gingen of het gevoel hadden dat ze de enige persoon ter wereld waren die anders was. In muziek vonden ze dan een grote troost en herkenning.”
Van Sarah Bettens tot Céline Dion
Is er een verschil in de muziekbeleving tussen homo’s en lesbiennes, bijvoorbeeld?
“Ik probeerde in mijn onderzoek juist om niet vergelijkend te werken, maar te vertrekken vanuit individuele verhalen. Eén van de artiesten waar veel mensen, ongeacht genderidentiteit, naar luisteren is Yasmine, bijvoorbeeld. Maar wat me toch sterk opviel is, wanneer ik mijn vertellers vroeg om zichzelf te identificeren naar seksuele voorkeur, gender en geslacht, veel mannen eenvoudig stelden: ik ben man en homo. Bij personen die zich als vrouw omschreven, lag dat genuanceerder: zijn ze lesbisch, queer, panseksueel? Bij vrouwen lijkt seksuele voorkeur meer fluïde te zijn dan bij mannen. Veel vrouwen gaan dan ook op zoek naar rolmodellen waarin ze zich herkennen of aan kunnen spiegelen.
Samen probeerden we te weten te komen waarom zo veel homomannen fan van diva’s zijn
Denk aan een stoere vrouw als Annie Lennox. Of de Riot Grrrl Movement: een underground punk/grungebeweging, ontstaan uit protest tegen mannelijke stereotypes in muziekgenres, waarin feminisme erg belangrijk is. Veel van die artiesten zien er wat alternatief, genderfluïde of androgyn uit.”
“Maar bij iedereen valt het op hoe belangrijk Nederlandstalige rolmodellen zijn. En er zijn er niet veel. Sarah Bettens en Yasmine worden heel vaak genoemd. Nabijheid is heel belangrijk: weten dat je muzikale helden opgegroeid zijn in een gelijkaardige omgeving, helpt.”
Je onderzocht ook het gegeven ‘fandom’.
“Mijn jongste verteller is enorme fan van Lady Gaga en investeert veel tijd en geld in Gaga, bijvoorbeeld voor gadgets en concerttickets. Een andere man met wie ik sprak, had een seriële bewondering voor diva’s uit alle muziekgenres: van Céline Dion en Britney Spears tot Maria Callas en Cecilia Bartoli, maar evengoed Dolly Parton.
Samen probeerden we er meer over te weten te komen, waarom zo veel homomannen fan van diva’s zijn. Hij omschreef het als de spanning tussen ‘Ben ik verliefd op haar?’ en ‘Wil ik zijn zoals zij?’. Als jongeman was hij wat slungelig en onzeker, dus keek hij op naar zo’n grote zelfbewuste sterren die stralen. Die liefde voor het grote drama en intense gevoelens zie je niet alleen bij homomannen, ook bij vrouwen. We love drama, eigenlijk.” (lacht)
Wat ben je te weten gekomen over de muzikale impact bij trans personen?
“Iemand vertelde me dat die als kind veel naar 'Kinderen voor Kinderen' luisterde. Eén lied sprak die in het bijzonder aan: Met één been op de stoep, met één been in de goot. Dat gaat letterlijk over een kind op straat dat scheef loopt, maar het gaf ook perfect weer hoe die zich voelde: een soort van anders zijn, queer zijn. Op een onbewuste manier sprak die dat al aan als kind en nu nog drukt het uit hoe die zich als volwassen persoon voelt: soms man, soms vrouw, soms alle twee, soms geen van beiden.”
Mijn muzieksmaak reflecteert mijn leven wel zo’n beetje: ik hou van gelaagdheid en intensiteit, doorheen uiteenlopende genres
“Muziek kan een therapeutische, cathartische functie hebben. Maar natuurlijk is dit niet alleen zo voor holebi’s en trans personen. Dat is precies mijn punt: it’s not LGBTQ only. Over muziek heeft iedereen wat te vertellen, ongeacht gender of seksuele geaardheid.”
Tegen hokjesdenken ingaan
Hoe ziet de soundtrack van jouw leven eruit?
“Ha! (lacht) Als kind was ik dol op de Backstreet Boys. Op mijn dertiende had ik een obsessie met ABBA-cassettes van mijn ouders. Op mijn vijftiende hoorde ik op de radio in Oostenrijk, waar ik ben opgegroeid, Not an addict van K’s Choice, niet wetende wie Sarah Bettens was of dat ze lesbisch of Belgisch was. Nog diezelfde namiddag ben ik naar de platenwinkel in het dorp gegaan. Wat me dan zo aantrok in dat nummer? Haar diepe, zwoele stem. En die uitbarsting: zo’n dramatisch nummer.”
“Toen ik zestien was, heb ik in Italië een Belgische jongen met gouden krullen ontmoet. Hij was mijn eerste grote liefde. Samen luisterden we vooral naar Franz Ferdinand en Bloc Party. Door hem kwam ik op mijn achttien naar België. Op de trein van Oostenrijk naar hier heb ik Röyksopp grijsgedraaid. En een nummer van de Duitse punkpopzangeres Mia, 'Mein Herz tanzt'. Zo voelde ik me ook: het was zomer, ik ging van huis weg, ik was erg idealistisch, mijn hart danste. Een superbangelijke tijd.”
“Sinds mijn dertiende wist ik al dat ik biseksueel was. Ik ben opgegroeid in een klein dorp in Oostenrijk. Ik ging er naar een katholieke school, een klooster zelfs. Al vrij snel voelde ik me aangetrokken tot de groep waar alle ‘deviante’ mensen in samenkwamen: de theaterclub. Daar heeft een goede vriend zich geout als bi. Ik diezelfde avond – na wat drankjes – ook. Nu beschrijf ik me liefst als queer, wetende dat deze term juist tegen hokjesdenken ingaat. Ik ben polyamoreus: ik geloof dat een mens met meerdere personen diepgaande relaties kan hebben. Via mijn twee partners leerde en leer ik nog steeds veel nieuwe muziek kennen.”
“Mijn muzieksmaak reflecteert mijn leven wel zo’n beetje: ik hou van gelaagdheid en intensiteit, doorheen uiteenlopende genres. Behalve metal misschien
- daar heb ik echt geen voeling mee.”
Fierce activisme
In oktober was je voor het eerst deelnemer op het ILGA-Europe congres, het Europees netwerk rond LGBT+ thema’s. Hoe was dat?
“Ik ben het gewend om naar academische congressen te gaan, maar dit was mijn eerste activistische congres. En het was gewéldig! Enorm motiverend om al die mensen uit Europa en Centraal-Azië te ontmoeten en de soms schrijnende verhalen te horen uit hun land van herkomst. Het deed me wederom beseffen hoe goed we het hier hebben in België en hoe ver we staan als LGBT+ beweging – al denk ik dat we pas tevreden mogen zijn als alle landen de rechten van onze gemeenschap respecteren. Het werkte echt empowerend om te zien hoe fierce de activisten uit andere landen zijn. Het heeft me nog meer gemotiveerd om activistisch te zijn. Tegen mijn studenten op de Universiteit Antwerpen, waar ik het vak Popular Culture doceer, zeg ik: ‘Ik ben jullie gastdocente, maar jullie zullen in mijn lessen vast mijn activistische insteek wel opmerken!’” (lacht)
Je zit ook nog mee in het organisatieteam van Strangelove, een queer festival in Antwerpen. Je hebt je handen goed vol, zoveel is duidelijk.
“Mijn leven is één groot regenboogfestival, ja. (lacht) Al moet dit interview nu ook weer geen goednieuwsshow worden over al mijn verwezenlijkingen. Er zijn ook heel wat dagen waarop ik het moeilijk vind om uit bed te komen en de wereld te facen. Ik ben iemand die vrij goed functioneert in het dagelijkse leven, maar zoals we weten is mentaal welzijn niet altijd zichtbaar aan de buitenkant. Het omgaan met prikkels, angsten en depressie is een continu leerproces en maakt deel uit van mijn leven.”
Hoe zorg je dan dat je daarmee om kan gaan?
“Ik ken niet zo veel van fysica, maar ik weet dat één van de principes is dat energie nooit verloren kan gaan of uit het niets ontstaan. Ik heb twee tattoos op mijn polsen die hiervoor symbool staan: een plus- en een minteken. Zo zie ik het leven ook. Als het soms zwaarder wordt, probeer ik erop te vertrouwen dat het weer lichter gaat worden. Die plus en min herinneren me eraan dat die balansoefening maar normaal is. Dat zijn nu eenmaal onze ‘emotional landscapes’, om het met Björk te zeggen.”
Eigen verslaggeving