Boekrecensie: Lieve Ganymedes - Homo-erotische gedichten uit de Middeleeuwen
Bij vzw Poëziecentrum verscheen recent een opmerkelijk boek: “Lieve Ganymedes – Homo-erotische gedichten uit de middeleeuwen”. Prof. dr. Stijn Praet selecteerde tweeëntwintig Latijnse gedichten, vertaalde ze, voorzag ze van commentaar en schreef een verhelderend nawoord. ZIZO-redacteur Eddy Brouwer ging op de koffie bij Stijn Praet: “Ik heb getracht om mooie poëzie te schrijven en de geest van het gedicht te behouden; geen belegen ‘schoolbankvertaling’ maar hopelijk wat aangename lectuur voor de hedendaagse lezer.”
ZIZO: Als wij aan de middeleeuwen denken stellen wij ons die voor als een verloren millennium, gehuld in culturele duisternis en intellectuele stilstand, waarin ook de kennis van de cultuur van de oudheid verloren ging.
Stijn Praet: Niets is minder waar! Een eerste aanzet tot dat negatieve en ook incorrecte vooroordeel werd al gegeven tijdens de Italiaanse renaissance, door schrijvers die zich wilden afzetten tegen bepaalde “onklassieke” tendensen in de middeleeuwse Latijnse letteren. Maar het is eigenlijk pas in de achttiende en negentiende eeuw dat die kwalijke reputatie van de middeleeuwen werd bezegeld onder invloed van de ideologieën van de Verlichting en de Romantiek. De middeleeuwers waren overigens wel degelijk vertrouwd met de cultuur van de oudheid; antieke Latijnse auteurs, zowel heidens als christelijk, zijn namelijk steeds een fundamentele rol blijven spelen in het middeleeuwse onderwijs. Intussen verdween het Oudgrieks in het Latijnse christendom wel bijna volledig van het toneel. De oudheid van de middeleeuwen is voornamelijk een Latijnse oudheid.
Er zijn waarschijnlijk nog heel wat meer middeleeuwse homo-erotische gedichten te vinden die nooit eerder door onderzoekers in kaart zijn gebracht
ZIZO: Bestaat er nog voldoende bronnenmateriaal? Sommige teksten zijn bijna 1000 jaar oud.
Stijn Praet: Het is haast niet te bevatten over hoeveel historische Latijnse teksten we vandaag nog beschikken. Daarvan werd naar schatting maar een kleine 0,01% gecomponeerd tijdens de Romeinse oudheid; het absolute merendeel van alle Latijnse teksten komt van na die periode en werd geschreven door niet-moedertaalsprekers. Voor onderzoekers is er dus nog ontzettend veel werk aan de winkel. In mijn zoektocht naar gedichten voor de Ganymedes-bundel heb ik wel beroep kunnen doen op bestaande wetenschappelijke Latijnse tekstedities; ik ben dus niet zelf middeleeuwse manuscripten gaan doorwroeten. Maar er zijn waarschijnlijk nog heel wat meer middeleeuwse homo-erotische gedichten te vinden die gewoon nooit eerder door onderzoekers in kaart zijn gebracht.
ZIZO: Je vertalingen zijn gedichten op zich.
Stijn Praet: Ik heb inderdaad getracht om mooie poëzie te schrijven en de geest van het gedicht te behouden; geen belegen ‘schoolbankvertaling’ maar hopelijk wat aangename lectuur voor de hedendaagse lezer. De bundel begint ook meteen met de gedichten zelf, vanuit de gedachte dat die in principe grotendeels op zich moeten kunnen staan. Wie toch wat dieper wil graven kan er dan ook de commentaren en het nawoord nog eens bijnemen.
ZIZO: De gedichten zijn homo-erotisch: ze beschrijven de zinnelijke verlangens van mannen naar andere, meestal jongere mannen.
Stijn Praet: Daarbij moeten we dan wel opletten dat we onze eigen moderne kijk op affectie tussen mannen niet te veel terug willen gaan projecteren op de middeleeuwse wereld. Vanaf de late oudheid duikt er bijvoorbeeld een nieuw soort poëzie op, die ik “passionele vriendschapspoëzie” wil noemen. Daarin wordt de “pure” liefde van de vriendschap geïdealiseerd en op een hoger plan getild als een transcendente spirituele relatie in en met God – vaak ook in een heel fysieke, zelfs erotische taal die voor moderne lezers misschien “verdacht” lijkt. Het is al te makkelijk om daar lacherig over te doen en zo’n gedichten te willen gaan lezen als de ontboezemingen van gefrustreerde monniken, maar dan ga je toch voorbij aan de sociale en spirituele context van die tijd.
De meeste gedichten in de bundel zijn nadrukkelijk vleselijk erotisch
Stijn Praet: De meeste gedichten in de bundel zijn echter wel meer nadrukkelijk, vleselijk erotisch. Dat kan misschien wat verbazen, zeker aangezien die teksten voornamelijk afkomstig zijn van clerici, schoolmeesters en studenten, en dat ze ook openlijk werden gecirculeerd. Intussen is het wel degelijk zo dat seksueel contact tussen mannen – “sodomie” – werd geproblematiseerd door Kerkelijke en wereldse autoriteiten. Rond 1049 schreef de Italiaanse Benedictijnermonnik Petrus Damiani bijvoorbeeld nog een heel traktaat om het probleem van de sodomie binnen de rangen van de Kerk aan te klagen en paus Leo IX ertoe te bewegen strenger op te treden tegen deze uitwassen (wat voor zover we weten niet echt is gebeurd). De openlijk homo-erotische gedichten in de bundel moeten waarschijnlijk voor een stuk worden opgevat als een soort literair spel voor Latijns geschoolden, waarin dichters zich konden bedienen van verschillende dichterlijke “maskers”– niet alleen de jongensminnaar, maar evengoed de vrouwenzot, de moraalridder, de bijtende satiricus, de rouwende monnik... Daarbij wordt ook creatief gespeeld met tekstuele modellen en inspiratiebronnen uit de Romeinse oudheid.
ZIZO: Maar de herenliefde bestond natuurlijk ook in die periode.
Stijn Praet: Zeker. Opvallend is wel dat erotische relaties tussen leden van het mannelijk geslacht zoals die worden weergegeven in middeleeuwse teksten zo goed als altijd betrekking hebben op een (jong)volwassen man enerzijds en een adolescent anderzijds, waarbij van de volwassene wordt verwacht dat hij een penetratieve rol opneemt (een volwassen man die zich liet penetreren, dat werd echt beschouwd als “de wereld op zijn kop”). Datzelfde geldt in Europa trouwens evengoed voor zowel de Griekse en Romeinse oudheid als voor de vroegmoderne tijd. Dat twee oudere, volwassen mannen met elkaar naar bed zouden gaan en mogelijk zelfs een langdurige erotische relatie met elkaar zouden willen onderhouden, dat lijkt al bij al een relatief moderne sociale en culturele benadering van de herenliefde te zijn. Het is een mooi voorbeeld van hoe romantische liefde, erotiek en seks helemaal niet zo tijdloos en universeel zijn als ze soms worden voorgesteld. De geschiedenis leert ons hoe ook de bredere culturele context een rol speelt in hoe onze verlangens zich ontwikkelen.
ZIZO: Ik dacht dat de Kerk in de middeleeuwen sodomie op een vreselijke manier vervolgde en bestrafte?
Stijn: Dat klopt niet helemaal. Het is eigenlijk pas vanaf de veertiende en vijftiende eeuw – de periode van de Italiaanse renaissance – dat men in bepaalde hoeken van Kerk en Staat begon over te gaan op de actieve vervolging en bestraffing van sodomie. Het was ook vaak een heel lokaal verschijnsel dat werd aangewend door bepaalde machtsgroepen als er een zondebok of vijand moest gevonden worden in tijden van crisis (zoals dat ook vandaag nog gebeurt). Er waren ook grote geografische verschillen: in het vroegmoderne Firenze, bijvoorbeeld, waren erotische ontmoetingen tussen jongens en mannen haast cultureel ingeburgerd. Indien ze al vervolgd werden, kwamen ze er vaak al vanaf met een milde geldboete. Intussen bracht men in andere Italiaanse steden, maar ook in meer noordelijke steden als Brugge en Gent wel degelijk mannen ter dood op grond van vermeende sodomie. Wie daarover meer wil weten, kan ik verwijzen naar het werk van mijn sympathieke UGent-collega Jonas Roelens, die gespecialiseerd is in die materie.
ZIZO: Vanwaar de titel “Lieve Ganymedes”?
Stijn Praet: In de klassieke mythologie is Ganymedes een Trojaanse prins die door de verliefde oppergod Jupiter werd ontvoerd naar de Olympus en daar tot zijn persoonlijke wijnschenker en bedgenoot werd gemaakt. De Latijns geschoolde middeleeuwers waren goed vertrouwd met deze mythe. Tegen de twaalfde eeuw is de naam “Ganymedes” bijna niet weg te denken in teksten die het hebben over de mannenliefde, en hij duikt ook meermaals op in de bundel Vandaar dat ik dit een toepasselijke titel vond.
ZIZO: Het boek bevat ook een verhelderend nawoord.
Stijn Praet: De overgrote meerderheid van de lezers zijn (hopelijk) geen geschoolde mediëvisten; de bundel is ook echt bedoeld voor een breder publiek Ik vond het dus wel handig om de gedichten te voorzien van wat extra literaire en historische context voor hen die daarin geïnteresseerd zijn. Maar zoals ik al zei: ook zonder al die extra bagage zouden de vertaalde gedichten een prettige lezing moeten kunnen opleveren.
Godfried van Cambrai, ‘Fijn geschapen’
Wie jou ziet, beste Speerman
denkt dat je dubbel bent:
van achteren een jongen,
van voor een echte vent.
In bed speel je de jongen:
je kontje incasseert.
Hoewel men ook je forse
geslachtsdeel adoreert.
Klik hier voor meer info.
Interesse? Je kan het boek aankopen in de LGBTI+-boekhandel: Kartonnen Dozen.
Eigen verslaggeving