Rode Kruis Vlaanderen weigert bloed en plasma donaties van trans personen
Het Rode Kruis Vlaanderen gaf recent toelichting bij de wijziging van hun criteria voor hun donoren. Een bijkomende vraag die ze sinds een aantal weken stellen aan potentiële bloeddonoren is “of ze van geslacht zijn veranderd”. Indien je daar "ja" op antwoordt, weigert het Rode Kruis Vlaanderen je voortaan als donor.
Het Rode Kruis Vlaanderen haalt met haar uitspraken rond trans*gender donoren een aantal begrippen door elkaar. Geslacht is niet hetzelfde als seksuele voorkeur, en al helemaal niet hetzelfde als seksueel gedrag. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat trans* personen omwille van hun transgender identiteit ongeschikte donors zouden zijn.
Daarbij komt dat het geslacht op iemands identiteitskaart niets te maken heeft met iemands lichaam, medische voorgeschiedenis of de status van hun bloed. Sinds 2018 zijn er immers geen medische eisen meer voor het veranderen van de gendermarker op je identiteitskaart. Trans personen die geen nood hebben aan een medische transitie kunnen legaal hun gendermarker aanpassen, maar kunnen dan geen bloed of plasma meer doneren. Enkel en alleen omdat ze trans zijn.
Mensenlichamen zijn mensenlichamen. Van de artsen en verpleegkundigen die werken voor en met het Rode Kruis Vlaanderen zou je verwachten dat ze weten hoe een mensenlichaam biologisch en fysiologisch in elkaar zitten, ongeacht iemands genderidentiteit.
Kiezen voor een medische transitie is géén risicogedrag
Anderzijds zijn er ook trans personen die wel de nood voelen om een vorm van medische transitie te ondergaan. Ook hier is er echter geen enkele reden om aan te nemen dat een medische transitie enig effect zou hebben op de kwaliteit van het bloed en plasma van trans* personen. Ten eerste zorgt een hormonale behandeling met anti-androgenen en/of oestrogenen of met testosteron op geen enkele manier voor verhoogd risicogedrag. Het Rode Kruis Vlaanderen sluit bijvoorbeeld cisgender en gender-nonconformerende vrouwen (en voorheen ook personen die bij geboorte het vrouwelijk geslacht toegewezen kregen) die de pil nemen niet uit, wat eveneens een hormoonbehandeling is.
Ten tweede zijn er gender-bevestigende operaties. Als een trans persoon ervoor kiest om één of meerdere operaties te ondergaan, zou die uitgesloten moeten worden op basis van het ondergaan van een operatie, niet op basis van welke operatie die onderging. Na een zware operatie moet een donor vier maanden wachten. Of dit nu gaat om top surgery voor een trans masculien persoon of een borstverkleining van een cisgender vrouw zou geen verschil in wachttijd mogen geven. Een operatie is een operatie, ongeacht de reden.
Veiligheid van de donor?
Bij de toelichting die het Rode Kruis Vlaanderen gaf aan de VRT werd aangegeven dat het niet enkel gaat om de veiligheid van het bloed, maar ook om de veiligheid van de donor. Mannen zouden meer bloed mogen geven dan vrouwen, gaat de argumentatie.
Dit is een logica die geen steekhoudt, want puur op basis van lengte en gewicht van de donor kan je perfect bepalen hoeveel bloed iemand kan geven. We gaan ervan uit dat de mensen in het centrum ook per individueel geval kunnen beslissen om toch maar een beetje minder bloed af te nemen, dat ze dit niet puur baseren op de (binaire) genderindicatie op je paspoort. Bovendien is er, zeker bij plasmadonatie, de gewoonte om de donatie geleidelijk aan op te bouwen. Het biologisch argument faalt dus niet enkel voor transfoben, maar ook voor het Rode Kruis Vlaanderen.
Preventieve uitsluiting
Het Rode Kruis Vlaanderen liet ook nog optekenen: “Indien onderzoek aantoont dat transgenders geen risicogroep zijn, kan de maatregel geschrapt worden.”
Op basis van die criteria kunnen er nog veel andere groepen worden uitgesloten in afwachting van een onderzoek dat niet heeft plaatsgevonden. Standpunten neem je in op basis van kennis van de materie. Dus alvorens een standpunt in te nemen (over een situatie die tot op heden geen enkel probleem heeft gesteld) kan er best eerst het nodige onderzoek naar gebeuren.
Bovendien stelt het Europees Hof van Justitie (2015) dat er wel mogelijkheid is tot uitzonderingen op de niet-discriminatiewetgeving specifiek voor het doneren van bloed, maar dat deze goed gekaderd én gemotiveerd dienen te zijn met recente gegevens betreffende epidemiologie (studie van ziektes binnen en tussen bevolkingsgroepen, red) en wetenschappelijke kennis specifiek per land. Het Rode Kruis Vlaanderen geeft expliciet aan dat ze dit niet hebben gedaan, en dus preventief en ongefundeerd overgaan tot deze discriminerende maatregel.
Het blindelings overnemen van studies uit andere werelddelen is geen wetenschappelijk waterdichte methode en voldoet niet aan de eerder vermelde vereisten van het Europees Hof van Justitie. “Er zijn enkele studies uit in Zuid-Amerika en Azië die aantonen dat de kans van HIV-besmettingen bij de trans populatie op 20 procent ligt. Die studies zijn niet helemaal representatief,” aldus Joz Motmans van Transgender Infopunt. Daarbij bevragen deze studies slechts een klein deel van de groep “trans personen,” zoals trans* vrouwen of trans* sekswerkers, en zal geen enkel zichzelf respecterende wetenschapper dat extrapoleren naar een volledige groep.
Mannen die seks hebben met mannen
In België werd recent het verbod op donatie van bloed voor mannen die seks hebben met mannen omgezet in een sperperiode van twaalf maanden. Arc-en-Ciel Wallonie (de Waalse koepelvereniging voor LGBTQ+ rechten, red.) heeft deze periode van twaalf maanden reeds eind 2017 aangevochten voor het grondwettelijk hof. Ze noemden de omzetting van een levenslang verbod naar een verbod gedurende twaalf maanden een hypocriete beslissing.
De criteria voor donatie kunnen ook vertrekken van risicogedrag, zonder daarbij iemands seksualiteit (tussen de lijnen door) te bevragen. Momenteel kan een cisgender heterokoppel onbeschermde anale seks hebben en mag vier maand later opnieuw bloed geven. Als ze al langer dan vier maanden een monogame relatie denken te hebben, is er zelfs geen wachtperiode. Voor een homokoppel, ongeacht de relatiestatus of de manier ze seks hebben, zijn de regels anders; twaalf maanden wachten, of het nu een nieuwe partner is, een partner uit een lange monogame relatie, of een vaste partner in een open relatie.
Gedrag versus seksualiteit
Het Rode Kruis beweert dat ze een risicogroep uitsluiten op basis van het gedrag dat die groep stelt, namelijk “mannen die seks hebben met mannen” en niet op basis van hun seksuele voorkeur. Hoewel ze daarmee gedrag denken te beschrijven, doen ze dat niet. Er zijn immers veel manieren waarop iemand man kan zijn, en veel manieren waarop mannen seks kunnen hebben met elkaar.
Het is dus niet alleen ongegrond om trans personen een risicogroep te noemen, het is ook vrijwel onmogelijk om te bepalen wie er tot die groep behoort en wie niet. Hetzelfde geldt voor “mannen die seks hebben met mannen”. Door het gebrek aan duidelijkheid ontstaat willekeur en worden bestaande assumpties alleen maar in stand gehouden en versterkt.
Bloedtekorten
De impact van dit soort discriminerende uitsluiting op basis van genderidentiteit of seksuele voorkeur mag niet worden onderschat. Zo zijn er verschillende bekende Nederlandse homomannen die vorig jaar omwille van dit soort discriminaties, weigerden zich te laten opnemen als orgaandonor, om zo de hypocriete houding van het Rode Kruis aan te kaarten. YouTube-ster Rutger Vink liet toen optekenen: “Als ze me niet meer vies vinden, word ik ook donor."
Gay is not a blood type, Egale Canada Human Rights Trust
Ook anderen kunnen om die reden weigeren om nog bloed of plasma te doneren aan een organisatie die vertrekt van vooroordelen in plaats van feiten voor het bepalen van wie wel en wie niet geschikt is als donor. En dat leidt alleen maar tot nog meer tekorten in de beschikbaarheid van bloed en plasma voor wie het nodig heeft.
Hoe dan wel?
Met de regels zoals ze nu zijn, gaat het Rode Kruis Vlaanderen af op vage, onuitgesproken definities van wat ‘mannen’, ‘partners’ en ‘seks’ zijn. Donoren in plaats daarvan selecteren op basis van hun effectieve gedrag zou al een wereld van verschil maken. Als het Rode Kruis Vlaanderen bepaald risicovol gedrag kan uitsluiten, nemen ze het stigma weg van genderidentiteit en seksuele voorkeur en kunnen ze de veiligheid van donatiebloed op een objectievere manier verzekeren. Zo groeit de groep potentiële donoren terwijl de veiligheid van patiënt en donor gewaarborgd blijft.
Bovendien verschilt de aanpak sterk van land tot land. In Canada bijvoorbeeld is er geen specifieke wachtperiode of verbod die gerelateerd is aan de genderidentiteit van de donor. In Australië is er enkel een wachtperiode gebaseerd op type seksueel gedrag. In Italië is er dan weer geen ban of wachtperiode specifiek voor homo- en biseksuele mannen, en geldt dezelfde wachtperiode als voor heterokoppels. Een inclusievere, niet-stigmatiserende aanpak is dus perfect mogelijk.
Dit artikel werd geschreven door Misha Verdonck, Ro Van Hamme en Sven Van den Bossche.
Eigen verslaggeving