Veiligheidservaringen van LGBT+ in onze hoofdstad: Brussel minder tolerant dan gedacht
Dat wetten hebben die LGBT+-gelijkheid zouden bewerkstelligen, niet gelijk staat aan aanvaarding, blijkt uit een recent Brussels onderzoek naar veiligheidservaringen van LGBT+. Op basis van diepte-interviews komt een beeld naar voren van een zeer diverse en open stad. Toch is er in Brussel te weinig tolerantie voor mensen met een andere seksuele voorkeur of genderidentiteit.
In de Regenboogindex van ILGA (International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association) staat België op de tweede plaats te pronken. De index stelt een ranking op van 49 landen in Europa op basis van hun wetten en beleid rond LGBT+-gelijkheid. Het onderzoek toont echter duidelijk aan dat een top drie niet noodzakelijk gelijk staat aan algemene aanvaarding van de maatschappij in haar geheel.
Ondanks de grote diversiteit in Brussel, heeft geen enkele respondent het gevoel dat er voldoende openheid en tolerantie is ten aanzien van LGBT+-personen
Diversiteit ≠ aanvaarding
Via een focusgroep en diepte-interviews werden LGBT+-inwoners van Brussel gevraagd naar hun ervaringen met zowel psychisch / verbaal geweld als fysiek, seksueel en materieel geweld. Over één ding zijn de correspondenten het helemaal eens: Brussel is divers. “Er zijn hier zoveel culturen, zoveel religies, zoveel verschillende mensen. Het is een echte mix. Dus het is dan normaal dat je hier ook holebifoben hebt”, aldus Olivier (19), een van de respondenten.
Ondanks de grote diversiteit in Brussel, heeft geen enkele respondent het gevoel dat er voldoende openheid en tolerantie is ten aanzien van LGBT+-personen. Een vrije beleving van je LGBT+-identiteit is dus nog steeds moeilijk.
Privileges
De buurt rond de Kolenmarkt, waar ook het RainbowHouse Brussels is te vinden, wordt gezien als een buurt waar meer acceptatie heerst, althans voor witte homomannen, beweert Alice, ook een deelnemer aan het onderzoek. “Voor witte homomannen is het oké in Brussel. Er is een straat voor hen. Voor de rest heersen er meer problemen.” Pedro bevestigt: “Er is een plek voor de geprivilegieerde cis homo. Als we witte heteromannen nadoen, is er geen probleem.”
Er is een plek voor de geprivilegieerde witte homo . Als we witte heteromannen nadoen, is er geen probleem - Pedro
Volgens de respondenten zijn er geen absolute no-go zones als je LGBT+ bent maar het valt wel op de dat veilige/onveilige zones de traditionele opdeling in Brussel tussen het noordwesten en het zuidoosten volgt. In het zuidoosten heerst er zowel op socio-economisch vlak als sociaal-geografisch vlak meer welvaart. In het noordwesten vindt er meer sociale achterstelling plaats, wat volgens de respondenten ook één van de voornaamste verklarende factoren voor LGBT+-geweld in Brussel is.
Geweld minimaliseren
De meeste van hen minimaliseren verbaal geweld ook, of ze doen er zelfs lacherig over. Verbaal/psychisch geweld is dan ook hetgeen dat het vaakst voorkomt. Sommige Brusselaars zijn er al aan gewend. Pedro getuigt: “Als we tussen vrienden zijn, lachen we erover. We zeggen ‘weet je wat mij nu is overkomen’, lachen en gaan verder met ons leven.” Toch kunnen verbaal en psychisch geweld een grote negatieve impact hebben op het dagelijks welzijn en innerlijke rust.
Nadat ik het haar al gevraagd had, bleef een werkneemster bij het OCMW weigeren om mij Diana te noemen
Daarnaast lopen trans personen nog een veel groter risico op discriminatie. Een aantal voorbeelden waar zij oneerlijk werden behandeld, zijn gemeentelijke overheden, welzijnsorganisaties, politie, het gerecht, op het werk en in het uitgaansleven. “Nadat ik het haar al gevraagd had, bleef een werkneemster bij het OCMW weigeren om mij Diana te noemen”, getuigt Diana.
Het onderzoek duidt ook duidelijk aan hoe seksisme en LGBT+-fobie hand in hand gaan. De intersectie tussen het seksistisch en LGBT+-foob gedrag van mannen in de stad leidt voor vrouwen tot dubbele agressie.
Oplossingen
Maar wat valt er nu aan te doen? Na het analyseren van het onderzoek, worden er ook een aantal oplossingen aangereikt. Ten eerste moeten er meer en nieuwe structurele maatregelen worden genomen om meer gelijkheid te creëren en om zo ook de uitzichtloosheid van de situatie te verminderen.
Op vlak van educatie rond LGBT+-onderwerpen moet er vroeger aan begonnen worden, liefst al vanaf de kleuterklas. Ook in de kunst- en cultuurwereld moet dit thema meer aangehaald worden. In het algemeen is er meer nood aan zichtbaarheid van LGBT+-personen, zowel in de media als in het straatbeeld. Via publieke discussies en campagnes kan er ook meer gewerkt worden aan sensibilisering binnen de maatschappij.
Om repressie tegen te gaan zijn de meeste correspondenten het erover eens dat ze geen extra politie in het straatbeeld willen zien. Stadswachters zouden een oplossing kunnen bieden, of eventueel een terugkeer naar de aanwezigheid van een wijkagent. Daarnaast moeten er ook duidelijke straffen zijn als het personeel in een instituut, zoals bijvoorbeeld een ziekenhuis, holebi- of transfobe uitspattingen doet. Dat is ook van de redenen waarom LGBT+-personen niet snel een klacht indienen bij de politie, uit angst voor onbegrip.
Traning en sensibilisering
Uit eerder onderzoek van het Steunpunt Gelijkekansenbeleid bleek dat al negen op de tien LGBT+-personen te maken kreeg met verbaal of psychisch geweld en drie op de tien met fysiek geweld. Om hier duiding bij te creëren, voerde studiebureau Méthos een onderzoek uit naar de onveiligheidsgevoelens, de discriminatie- en geweldservaringen van LGBT+-personen in de publieke sfeer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit deden ze in opdracht van Brussels Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bianca Debaets en haar administratie equal.brussels in samenwerking met een aantal Brusselse LGBT+-middenveldsorganisaties.
"De studie sterkt ons in de beleidskeuzes die we hebben gemaakt. We hebben ondertussen driehonderd agenten gevormd rond hoe ze moeten omgaan met homofoob geweld, maar dat is verre van genoeg, meer agenten van over het hele gewest moeten opgeleid worden want de politie komt niet goed uit dit onderzoek", zegt Debaets aan Bruzz.
Meerlagige identiteit
Volgens Rachael Moore, coördinator van Rainbowhouse Brussel, moet het opleiden van de politie ook een prioriteit zijn. “Er is nood aan structurele veranderingen. Tijdens hun opleiding moet vanaf het begin gemeld worden hoe ze moeten omgaan met LGBT+ kwesties.”
Er moet een meldingspersoon zijn waar slachtoffers meteen naar kunnen bellen. Je hebt geen idee bij wie of in welke situatie je terecht zou komen als je naar een kantoor gaat
Ook de manier waarop je een incident kan melden, moet volgens haar worden aangepast. “Er moet een meldingspersoon zijn waar slachtoffers meteen naar kunnen bellen. Je hebt geen idee bij wie of in welke situatie je terecht zou komen als je naar een kantoor gaat. Zeker voor trans of non-binaire personen is er nog meer risico.”
“Er moet rekening worden gehouden met de meerlagige identiteit van een persoon”, voegt Moore toe. “Niet enkel als biseksuele vrouw maar ook als een zwart persoon heb niet meteen de neiging om naar de politie te bellen. Ik bedenk eerst hoe ik het zelf kan oplossen omdat ik mij niet 100% veilig voel.”
Heb je naar aanleiding van dit bericht nood een aan een gesprek? Contact opnemen met de Lumi kan via www.lumi.be of 0800 99 533.
Wil je weten wat je kan doen bij holebifoob of transfoob geweld? ZiZo bracht een uitgebreid artikel over het onderwerp. Meer informatie v
Eigen verslaggeving, Bruzz