Trans* vrouw Marleen: “Het is beter om vragen te stellen en fouten te maken, dan om onze community te negeren"
Negen op de tien Belgen vindt dat holebi’s vrij moeten zijn om hun leven te leiden zoals zij dat willen. Eén op de tien vindt nog altijd van niet. Dat blijkt uit het Call It Hate-project. Maar wat zijn de verhalen achter de cijfers? Bibliotheekmedewerker en activist Marleen Hufkens vertelt hoe zij de haters van weerwoord dient.
Hey Marleen, wanneer ben je aan je transitie begonnen?
Marleen Hufkens: "Bij mij ging het in verschillende fases. Ergens rond het jaar 2000 ben ik gescheiden van mijn toenmalige vrouw, omdat ik me zelf een vrouw voelde.
Daarna ben ik vier jaar zwaar uitgegaan. Ik denk dat ik in die periode elke discotheek in België heb gezien. Dat waren heftige jaren, want ofwel werkte ik in het weekend, ofwel ging ik zwaar uit. Pas toen ik opnieuw een relatie kreeg, ben ik het rustiger aan gaan doen en ben ik me stap voor stap beginnen outen.
Op 2 december 2005 17.45 uur heb ik mijn eerste hormonenpil ingenomen. Vanaf het begin vertelde ik op mijn toenmalige werk dat ik in transitie ging. Helaas kon mijn baas daar geen begrip voor opbrengen. De personeelschef zei toen 'Bart', zo heette ik toen nog, 'hier moeten we iets aan doen'. Ik was toen vakbondsafgevaardigde, ik heb de beste ontslagformule voor mezelf uitgekozen en ben nog diezelfde dag vertrokken.
Na mijn ontslag heb ik in één keer al mijn mannenkleren weggesmeten. Alleen mijn legerbottines hield ik bij, want die staan fantastisch onder een kort rokje (lacht). In 2006 ben ik naar hier in de buurt van de Permeke bibliotheek verhuisd, toen was het voor veel mensen nog wat onduidelijk of ik een man of vrouw was. Ik liep hier door de straten met een kort rokje en met mijn lang blond haar. 'Ey poepeke' riepen twee jongens vanuit een auto, en dan ging ik aan hun raampje staan. Met mijn zware stem, die uit het diepste van de kelder kwam, vroeg ik of ik hen kon helpen. Ik heb nog nooit twee gasten zó snel zien wegrijden (lacht)"
Ik heb door mijn transitie gemerkt dat je als vrouw veel minder assertief mag zijn
Gedragen mensen zich nu anders tegen jou dan toen je nog een man was?
"Ik heb een grote mond, ik kan goed commanderen en ik laat niet gauw over me heen lopen. Dat zit in mijn karakter. Toen ik nog Bart was sprak ik al op een directe toon, en dan werd dat zonder meer aangenomen. Nu vinden mensen me snel agressief. Ik heb door mijn transitie gemerkt dat je als vrouw veel minder assertief mag zijn."
Wat heeft er zich in je hoofd afgespeeld voor je transitie?
"Ik ben nu 52, toen ik geboren werd, was de wereld anders dan nu. Er was geen internet en bibliotheken waren bastions waar je niet binnen durfde. Laat staan dat je het woord ‘transitie’ zou opzoeken, want dat woord kende ik zelfs niet. Ik voelde me een freak. Nu zou ik veel vroeger in mijn transitie gaan. Toen was er gewoon nog geen informatie."
Dana International was voor mij de revelatie
Wat had je er, naast informatie, bij kunnen helpen om je sneller of vlotter te outen?
"Goh, ik ben eigenlijk echt vol in de ontkenning gegaan. Ik kocht vrouwenkleren en gooide die weer weg en dan kocht ik er nieuwe en gooide die weer weg. En dan ging ik de mannelijkheid net opzoeken om mijn vrouwelijkheid te verdrukken. Ik heb vijf jaar in het leger gezeten. Dat was vluchten voor mijn vrouwelijkheid.
Eigenlijk was Dana International de revelatie (De Israëlische trans* vrouw die in 1998 het Eurovisiesongfestival won, red.). Ik bestá, dacht ik. Het kán. Maar ik had natuurlijk een vrouw en kinderen en mijn vrouw kon er niet mee om. Ik snap dat ook hoor. Zij wilde niet met een vrouw samenzijn, zij wilde een man. Daarom ben ik ook gescheiden. Mijn kinderen zie ik ook niet meer, al wil ik daarover liever niet uitwijden hier."
Hoe reageerden de andere mensen uit je omgeving?
"Van mijn oude vriendenkring heb ik niemand over. Niet dat er iemand bruut heeft gezegd dat de vriendschap ophield. Die mensen waren vriendelijk in mijn gezicht, maar dat contact stopte geleidelijk aan. Tijdens mijn transitie ben ik voor goudsmid gaan studeren. Op die school ben ik me stelselmatig beginnen outen. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag ging ik als man naar school, maar op woensdag was ik een vrouw, want die leerkracht was heel open minded. Tijdens die opleiding heb ik vrienden voor het leven gemaakt."
Krijg je er, nu trans* persoon-zijn meer in de media komen, nog veel vragen over?
"Nu een stuk minder, maar toen ik nog maar pas in de bibliotheek werkte wel. Ik ben begonnen bij de dienst toezicht. Daarbij moet je mensen soms op het matje roepen. En als mensen naar hun voeten krijgen, dan zoeken ze een stok om terug te slaan. Bij mij was die stok snel gevonden.
Op een gegeven moment zit er een halfdronken man aan het toilet met een biertje. Ik zeg ‘meneer, in de bib mag u niet drinken’. ‘Wa goade gij tegen mij zeggen?’, antwoordde hij. Toen zijn vrouw, al even dronken, uit het toilet kwam, heb ik hen vriendelijk verzocht naar buiten te gaan. Vlak voor hij buiten ging draaide hij zich om en riep ‘Zedde gij nu eigenlijk ne vent of een wijf?’ Ik heb luid teruggeroepen. En dat lukte goed, want toen had ik nog een diepe stem: 'Ik ben meer man dan gij ooit zult zijn, en meer vrouw dan gij ooit zult kunnen krijgen.' Ik heb er een applaus van de hele bibliotheek voor gekregen.
Sinds mijn adamsappel weg is en mijn stem wat heser is, krijg ik minder vragen. Jonge tieners kunnen in groep nog wel heel ambetant worden. Dan beginnen ze me uit te lachen."
Ik krijg constant vragen maar ik vind het niet vervelend om daarop te antwoorden
Hoe ga je met dat uitlachen om?
"Ik pak altijd de aanstoker aan, daarmee ga ik in gesprek. Die herken ik intussen wel. Dat is meestal niet degene die het hardst roept. Tegen de groep zeg ik dan dat ik hoop dat niemand van hen transgender is, want dat ze door hun vrienden dan niet zouden geaccepteerd worden.
Een tijd geleden was er een student die hier in de bibliotheek kwam studeren en die was mij altijd aan ’t uitlachen. En oké, met een goede mop kan ik één keer lachen, of misschien twee keer. Maar als je vier keer dezelfde flauwe mop maakt, dan is het niet grappig meer. Ik heb de politie op hem afgestuurd, zij hebben hem stevig op de rooster gelegd. Nadien is hij zijn excuses komen aanbieden."
Krijg je soms ronduit vervelende vragen?
"Ik krijg constant vragen en, anders dan sommige trans* personen, vind ik dat niet erg. 'Ben je geopereerd?', dat vinden veel mensen een lastige vraag. Of 'heb je dan een man?' Ik vind het niet vervelend om daarop te antwoorden. Nee, ik ben niet geopereerd en nee, ik heb geen man. Ik heb een vriendin in een open, polyamoureuze relatie. Dat heeft vooral als voordeel dat ik niks moet verstoppen. Als ik over iemand praat, dan moet ik niet voorzichtig zijn. Mijn vriendin is niet jaloers en ik ook niet. Dat is eigenlijk gewoon één grote opluchting."
Zijn er ook positieve kanten aan trans* vrouw zijn?
"Je gaat niet in transitie om de voordelen, laat ik je dat even duidelijk stellen. Je hebt geen keuze, je doet het omdat je niet anders kunt. Ikzelf noem mezelf cross-gendered. Mijn testikels zijn weg, maar ik heb mijn spierkracht nog. Ik vind het wel leuk om sterk te zijn. Een typisch meisje meisje ben ik nooit geweest. Ik vind het belangrijk om die stoere kant te behouden. Als ik hoe ik me voel in procenten zou moeten gieten, dan is het 80 procent vrouwelijk en 20 procent mannelijk. Ik heb ook – anders dan andere trans* vrouwen, nooit een aversie gehad van mijn geslachtsdeel. Ik heb bewust de keuze gemaakt om me niet te laten opereren."
Hoe heb je je naam gekozen?
"Daar heb ik lang over nagedacht. Ik wilde geen verbastering van Bart, ik wilde ook geen naam die eindigde op een -y, want dan klink je te snel als een meisje van plezier en het trans*-zijn wordt daar te snel aan gelinkt. Ik heb wel echt iets met de maan, maar een naam als Luna of Moon is te jong voor iemand van 52. Ik wilde een naam die bij mijn leeftijd paste. Ik heb een lievelingstante die haar dochter ‘Marleen’ wilde noemen, maar dat mocht niet van haar man. Om die tante te eren heb ik voor Marleen gekozen."
Is er iets wat het beleid zou kunnen doen voor meer inclusie?
"Nog veel! Er kan aan gewerkt worden in de opleidingen. Scholen moeten stoppen met actief te genderen. Er hoeft bijvoorbeeld geen onderscheid te zijn tussen jongens- en meisjestoiletten. Ook in de hulpverlening moet dat thema meer aandacht krijgen."
Wat kan de gemiddelde persoon in de straat doen?
"Houd een open geest. Ga niet veronderstellen dat je het weet, maar durf vragen te stellen. Wees niet bang en durf fouten maken, maar wees ook bereid om dan een weerwoord te krijgen en daar naar te luisteren. Want het is beter om je te verspreken en fouten te maken, dan om er bang voor te zijn en de hele community te negeren. Als het om voornaamwoorden gaat bijvoorbeeld, dan vraag ik de mensen gewoon hoe ze willen worden aangesproken. En ik ben de eerste om toe te geven dat ik zelf ook soms fouten maak."
Eigen verslaggeving