Radicale zachtheid : STRANGER verkent verschillende soorten mannelijkheden via verschillende disciplines
De laatste keer dat performer en regisseur Karel Tuytschaever en ik elkaar uitgebreid spraken, was het om het over zijn creatie TOM te hebben. Omdat een paar ankerpunten belangrijk zijn in een wereld van fluïditeit, vleien we ons neer op dezelfde locatie. Dit keer gaat het over zijn nieuwe project: STRANGER. Allons-y!
Voordat we in STRANGER duiken, wil ik eerst weten of het een organisch gevolg van zijn ander project TOM is. Beide projecten zetten namelijk één of meerdere lichamen centraal, om er daarna naar te kijken en mee te interageren. “Na TOM merkte ik dat ik lichamelijkheid het interessantst vind. Zeker de grijze zone tussen wat je effectief doet met een lichaam in een scène en wat mensen erin lezen,” vertelt Karel.
Mannelijkheid vanuit verschillende perspectieven
“In TOM was ik zowel maker als speler. Wat verschoven is, is dat ik als speler uit STRANGER ben gebleven.” Hij vertelt me dat hij veel heeft geleerd uit de dubbele identiteit van speler en maker zijn in hetzelfde project. “Ik kom nu nog dichter op belichaming. In TOM stond het lichaam in functie van de vorm: de tekst, de choreografie, het geluidsdecor, de set. Nu leg ik in STRANGER de focus alleen op het lichaam zélf.”
In STRANGER staat één lichaam centraal, dat van de danser Laurent Delom de Mézerac. “Laurent en ik zijn een gelijkwaardige relatie aangegaan, de uitvoerder naast de maker. Ik had al onderzoek gedaan naar verschillende visies op man-zijn, o.a. door verschillende mannen te interviewen. Tijdens de repetities gingen we dan op zoek naar de ‘innerlijke veruiterlijking’ van hoe Laurent met man-zijn bezig is. Het gaat dus om Laurents visie op zijn lichamelijkheid en mannelijkheid, zijn binnenwereld. Daaruit hebben we een solodans gedistilleerd.”
Als man zijnde wil ik niet pretenderen dat ik weet hoe het is om een vrouw te zijn
“Laurent doet het echt ontroerend mooi.” Dansers zijn het gewoon om met (letterlijke) spiegels te werken in de studio, maar die waren er niet tijdens de repetities. “De enige spiegel die Laurent had, waren mijn ogen. Dan krijg je een soort dubbele gelaagdheid. Een vriendin die mij goed kent, maar Laurent niet, kwam kijken naar een doorloop. En die zei ‘het is zo Laurent, en het is ook zo gij.’ Dat die twee visies in één lichaam kunnen huizen vind ik mooi. Dat zij die mij kent, me leest in de keuze, in de esthetiek, in de bewegingstaal. En dat het toch ook zo van Laurent is, dat hij dat belichaamt.”
Dubbels en spelen met perceptie
STRANGER is echter niet ‘enkel’ een danssolo. Naast de performance van Laurent zet Karel zijn visie op man-zijn, in de vorm van een film met Laurent. “Film is een heel fijn medium omdat je letterlijk met beeldtaal manipuleert. Tegelijkertijd gebruik ik dus ook (net als hijzelf) Laurents lichaam om mijn perspectief op hem een stem te geven. En die twee disciplines gaan met elkaar in dialoog tijdens de voorstelling.” Die wrijving tussen een binnenwereld en een buitenwereld (of perceptie) fascineert Karel. “Als iemand je ziet, is dat maar één facet. Het fantastische aan podiumkunsten is dat je de volheid of volledigheid van een figuur tastbaar kan maken, en dat het nog mag bestaan! Dat is ook de kracht van STRANGER, dat het over deelfacetten gaat.”
Ik doe zo veel mogelijk onderzoek op voorhand, zodat we in de studio kunnen focussen op uitzuiveren, blootleggen, iets van de binnenwereld naar de buitenwereld vertalen
We komen terug op de eerste vraag die ik hem stelde tijdens onze eerste ontmoeting: “met welke woorden mag ik je omschrijven?” Karel houdt meer van de vraag ‘wie ben je’ dan de vraag ‘wat ben je’. “Veel programmatoren vragen naar labels. Dat is moeilijk met het werk dat ik maak. Ik heb geleerd dat die vertaling gemaakt moet worden, maar ik vind het tegenstrijdig.” Het legt een kader op waarin kijkers zijn werk interpreteren, terwijl Karel wilt dat mensen vanuit hun zintuigen kijken. “Dat is zo moeilijk vandaag, om te mogen reageren vanuit je zintuigen. Ik ben dan ook heel benieuwd naar wat mensen hierin gaan lezen.”
Ajuintjes pellen
In zijn eerste publicatie, Cut the crap (2014), gaat Karel al op zoek naar het identiteitsloos lichaam. Die vraag houdt hem nog steeds bezig in STRANGER. “We waren op zoek naar wat dat ‘lichaam’ kon vertellen over man-zijn, hoe kunnen we sociale codes zo veel mogelijk vermijden en het lichaam laten vertellen.”
Karel omschrijft het hele proces als een ajuintje pellen. “Van thema’s naar rollen, naar een figuur. Maar die figuur heeft kleren aan, dus zelfs als die stil staat vertelt die al dingen. Dan lag er voor ons hét vraagstuk op tafel: hoe kan je, als je je niet verbergen kan achter sociale codering van kleding, je ook nog eens mentaal blootgeven? Dan kom je uit bij het lichaam zélf.”
Huid is ook letterlijk hét canvas van projectie bij uitstek
Voelen met huid en haar. Maar vooral huid. Voor elk project focust Karel graag op één zintuig. Voor TOM was dat het oor, en voor STRANGER is dat de huid. “Huid is echt de sleutel in de voorstelling. Huid is voor mij het zintuig dat veel mensen niet meer weten correct te gebruiken. Huid liegt nooit. Huid is altijd in het moment omdat het instant reageert. Je kan ook alles in een huid lezen, alles zit daarin.” Een vluchtige aanraking vanuit de andere kant van de tafel. “Het is ook het dichtste om toch bij iemand anders te komen. Dus we zijn vanuit het zintuig huid vertrokken.”
Er wordt te weinig gevoeld, vertrouwt Karel me toe. “Veel mensen zijn bang om te voelen omdat ze dan zichzelf tegenkomen. Omdat je dan binnenin jezelf moet kijken.” Een moment van stilte valt, terwijl we allebei zijn woorden naar binnen laten komen. “Eén van de fijnste ontdekkingen van mijn leven was het moment dat ik mezelf leerde toe te laten om naar binnen te slaan. Dat heeft met zachtheid te maken, met rust te maken, met geen oordeel te maken, met minder labels te maken.” Het heeft hem gevoeliger gemaakt als mens, vertelt Karel. “Door echt te luisteren naar mensen ga je over laagjes nadenken, als membranen. En over gaatjes prikken.”
De radicaliteit van zachtheid
Dan wijkt het gesprek even af van Karels project om het over het grotere plaatje te hebben. We hebben het over een maatschappij in transit, en de vrouwenbeweging die genderstereotypen in vraag stellen. “Elke herpositionering hangt samen met groei en dichter bij jezelf en anderen komen. Dat komt vanuit zachtheid en naar binnen willen (en durven) keren,” gelooft Karel.
“Veel mensen interpreteren de zachtheid in mijn voorstellingen als radicaliteit en kunnen daar heel opgefokt op reageren omdat ze dat niet naar binnen willen laten. Ze willen iets enkel interpreteren vanuit inhoud, vanuit statements, vanuit standpunten. Enkel met het hoofd.” Laat dat nu net niet zijn wat Karel wilt bereiken met zijn werk. “Zachtheid zit in iedereen. Maar het is ook een van de eerste dingen die je verleerd.” Met de zachtheid in zijn werk geeft hij het signaal: dit is een veilige ruimte. “Toch denk ik niet dat zachtheid iets is dat je inplant. Je kan dat losmaken of triggeren, maar een ander kan tegenover jouw zachtheid net zo goed hardheid zetten.”
Labelen om te ontlabelen
Karel werkte voor een inclusieproject al samen met mensen met een fysieke beperking. Tijdens dat project kwam hij tot de vaststelling dat je eerst iets moet labelen om het daarna te kunnen ontlabelen. “Met mijn werk wil ik die golf teweegbrengen. Soms vergaloppeer ik me daarin en ben ik al aan het ontlabelen wanneer de mensen rondom me het eerst nog willen labelen.”
Dingen die we niet kennen, vinden we eng, vervolgt Karel: “Als je bijvoorbeeld een man bent die soms een rok draagt en soms er heel mannelijk uitziet, niet iedereen begrijpt dat. Als iemand dat niet kent of niet kan plaatsen, boezemt dat angst in. Dat zegt dan meer over de persoon die het niet kan plaatsen dan de man die soms een rok draagt.” De kink in de kabel zit ‘m in de verbinding. “Daarom geloof ik extra veel in zachtheid, om die verbinding te maken. Er zijn ook kunstenaars die voor het shockeffect gaan, maar ik zet dan liever in op zachtheid als tegenwerking.” Karel lacht een beetje bij zichzelf. “En blijkbaar wordt dat als heel radicaal gezien.”
Ik hoop dat mensen naar de voorstelling komen kijken vanuit hun zintuigen
Ik werp op dat in een maatschappij waar alles snel, hard, en sensationeel moet zijn, intimiteit, zachtheid en fragiliteit misschien net radicaal is. “En dat het radicaal is om te uiten dat je die zachtheid nodig hebt!” vult Karel aan. “Het is jammer dat daar vaak geen tijd en ruimte voor is en als je die ruimte wel inneemt, je tegen de stroom moet zwemmen.”
Als je zin hebt om samen met Karel Tuytschaever en Laurent Delom de Mézerac tegen de stroming in te zwemmen, kan je op 13 september de première bijwonen in Antwerpen (Zuidpool). Op 14 september voeren ze STRANGER op in Genk (C-TAKT # 3 festival) en op 26 september in Tilburg (De Nieuwe Vorst).
Eigen verslaggeving