Jasper ontdekt online daten in de coronacrisis: plots ga ik op die eerste wandeldate
Jasper is middenin de coronacrisis vrijgezel geworden. Stap voor stap ontdekt hij de wereld van het online daten. Met de daarbij horende twijfels, clichés en blunderverhalen. In zijn maandelijkse column ontdek je zijn stapjes mee vanop de eerste rij.
All I wanted for Christmas is er achter komen of je nu van die lelijke wandelschoenen mag dragen als je op wandeldate gaat met je online uitverkorene. Want mijn perfect gepoetste, spierwitte sneakers zien af in de modderige Vlaemsche velden. Al wil ik mijn schoenencollectie gerust opofferen aan Cupido. Als gentleman de rekening op restaurant betalen, al ben ik eerder Team Splitten, kost je uiteindelijk ook geld. Offeren of niet, misschien moet ik mijn eigen collectie starten: schoenen geschikt voor wandeldaten; stijlvol, te dragen in de vier seizoenen en er duurder uitzien dan dat ze eigenlijk zijn. Zelfs als het op imponeren aankomt, laat covid-19 je creatief uit de hoek komen.
Hartjes geven
Je leest het goed: ik ben op wandeldate geweest. En het is zelfs niet bij één keer gebleven. “Sloerie! Dat loopt vlotjes”, hoor ik je denken. Niet dus. Want met heel veel mannen raak je niet aan het ‘Wauw, die lijkt me intrigerend genoeg om te ontmoeten’-level. Je mag al blij zijn als er een deftige reactie komt op je ijsbreker. Al kan je pas aan die tot nu toe alles behalve levensveranderende gesprekken beginnen als je een match hebt met elkaar. Hartjes geven dus.
“Is dit 2dehands.be?”
In mijn eerste column vroeg ik me af of ik veel matches en leuke gesprekken zou hebben. Hoe naïef van me. Nee, is het antwoord. De heren die op mijn schermpje passeren, zijn - hoe zal ik het zeggen - merkwaardig. Poesjes, kindertekeningen, auto’s (oei, heb ik per ongeluk 2dehands.be geopend?) en zelfs ‘Free Palestina’-vlaggen. Het zijn profielfoto’s, zeg maar etalages, die ik allemaal voorgesteld krijg. Dan moet je niet verwachten dat ik die vitrine ga uitpluizen, laat staan mijn bankkaart bovenhaal. Het valt op hoe weinig tijd en moeite ze steken in hun profiel. Foto’s gemaakt met hun klak op half zeven en bio’s – als die er al zijn – waarin het zoeken is naar een leesteken. Oh, wat hou ik van leestekens. Punt.
Beter willen krijgen
Ik ontvang regelmatig hartjes, maar geef ze zelden terug, omdat ze van personen komen waarvan mijn buikgevoel zegt: daarmee wil je niet gezien worden. Kan ik niks beter krijgen? Ja, dat heb ik al gedacht. Jij ook. Toch? Om kleur te bekennen: in totaal zijn er zo’n tiental matches geweest. Dan start het gesprek. Of niet. Want een match wil niet zeggen dat er een chat van komt. Waarom weet ik niet. Het is een beetje als zwaaien, terugzwaaien en dan allebei blijven staan. Zoals je doet bij die ambetante oud-leraar. Maar komaan jongens, op een dating app mag het veel meer zijn.
Ik merk dat ik bij een online babbel, zonder nuance noch stem en interactie, héél vaak afknap op het woordgebruik van mijn potentiële prins. Een zin kan voor mij genoeg zijn om het te willen opgeven. Een ‘hihi’, ‘hehe’ of nog erger ‘lol’ is voor mij genoeg om mijn dvd’s van ‘Golden Girls’ weer voorrang te geven. Ben ik te streng? Ik worstel er al eens mee.
Dan toch connectie
Van die matches bleven ongeveer drie mannen over waarmee ik een connectie voelde. Zie het als pastaslierten die toch door de gaatjes van het vergiet glipten. De gesprekken zijn tof en vlot, onze interesses matchen en de persoon aan de andere kant van het schermpje ziet er niet slecht uit. Al denk ik soms dat ik op dat vlak dan weer te mild ben. Onderschat aantrekking niet!
Uiteindelijk valt het hoge woord: afspreken! Maar hoe en waar? Ongemakkelijk tegenover elkaar zitten in een veel te druk café, zit er momenteel niet in. Wandeldaten dan maar. Ik stel een route dicht bij mij thuis voor. Veel moeite moet ik niet doen. Dat neemt deze virusvolle periode weg: welk restaurantje kies ik uit, wat ga ik aandoen, gaan we het dessert delen? Nee, veel verder dan de juiste sjaal combineren met de warmste winterjas kom ik niet. En sneakers kiezen die de wandeling overleven.
Daten in de gietende regen
Ik had zelfs geen zenuwen om mijn allereerste date te ontmoeten. Achteraf gezien een teken aan de wand. Van de connectie die ik voelde via WhatsApp (dat is ook een level in online daten: van de dating app zelf naar een meer persoonlijk platform) bleef in het echte leven heel weinig over. Bij de eerste ‘hallo’ voelde ik het: hij is mijn type niet en er zit geen rek op.
Waar wel rek op zit dezer dagen, is het weer. Viel er toch geen gietende regen naar beneden, zeker! Twee uur wandelen waarbij elke harde druppel mijn gezicht nog meer deed verkleumen. Zonder paraplu noch regenjas. Hij was slimmer geweest. Dat zag ik aan het kasticket dat nog aan zijn regenjas hing. Dat allemaal terwijl ik voelde: dit is het niet. De eerste pijl van Cupido was een wel heel losse en natte flodder. Wat een teleurstelling. Waar zijn de ‘Sex & The City’-scenario’s?
Resultaat van het liefdesexamen
Het afscheid was dan ook kort: bedankt en tot de volgende keer. Terwijl ik wist dat het bij één keer zou blijven. Ik was teleurgesteld dat ik niet assertiever was. Dat gevoel overheerste nadien. Want terwijl ik mijn kleren te drogen legde, stuurde hij het befaamde ‘opvolgberichtje’ na de date. Polsen naar hét resultaat van het liefdesexamen. Ik was geslaagd, hij niet. Sorry.
Bruggen opblazen
Wat heb ik me daar slecht over gevoeld. Want in godsnaam: wie ben ik om na één ontmoeting te mogen zeggen: you’re not the one that I want. Je bent met mensen bezig. Maar daten is kwetsen. Na veel te lang wachten, kom ik over de brug. En terwijl blaas ik ze op. Een onzeker gevoel bekruipt me. Neem ik dit te serieus? Waar ben ik toch mee bezig? En weet ik wel wat ik wil? Ja, hoor. Blaas me toch gewoon van mijn sokken.
Eigen verslaggeving