Kathleen: “Sinds mijn coming-out als trans vrouw is mijn relatie met mijn moeder en kinderen inniger geworden”
Het was even spannend, maar door de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad afgelopen woensdag gaat Moederdag naar goede gewoonte door op de tweede zondag van mei. ZIZO sprak met Kathleen (43), een trans vrouw, over haar relatie met haar moeder en dochters.
“Vorig jaar vierde ik mijn eerste Moederdag met mijn kinderen. Ik kreeg een handtas en make-up”, vertelt Kathleen aan ZIZO. “Dat was een emotioneel moment. Slechts een paar maanden eerder was ik uit de kast gekomen als trans vrouw.”
De coming-out van VTM-journaliste Bo Van Spilbeeck in 2018 was een eerste aanzet voor Kathleen om over haar eigen genderidentiteit te durven praten. Een jaar later, in januari 2019, zette ze de stap naar het Transgender Infopunt om haar transitieproces in gang te zetten. “Ik vertelde het eerst aan mijn vrouw, daarna aan mijn kinderen. Zij hadden al langer in de gaten dat ik ermee speelde”, vertelt Kathleen.
Haar dochters, de oudste zestien en de jongste vijftien jaar oud, namen het nieuws positief op en steunen Kathleen in haar transitie. “Toen ik mijn echte zelf voor de eerste keer aan hen toonde, als vrouw dus, zeiden ze zelfs dat ik er beter uitzag dan voordien. Dat deed deugd. Ik voelde mij beter in mijn vel en dat zagen ze.”
Enkele dagen nadien lichtte ze haar moeder in. “Ik vertelde haar dat ik naar een psycholoog ging omdat ik in de knoop zat met mezelf en dat dat door genderdysforie kwam. Uiteindelijk nam ze het goed op en steunde ze mij, net zoals mijn vader.” Toen Kathleens transitie zichtbaar werd, kreeg haar moeder het er wel even moeilijk mee. “Dat kon ik haar niet kwalijk nemen. Ze heeft mij meer dan 40 jaar als een man gekend, op korte tijd ben ik op lichamelijk vlak een vrouw geworden. Het was wennen voor haar, maar uiteindelijk zei ze zelf dat als ik gelukkig ben, zij dat ook is.”
“Innigere relatie”
Dat het in Kathleens familie goed onthaald werd, betekende niet dat dat in haar omgeving ook zo was. Voor haar transitie werkte ze als vrijwilliger bij een vereniging voor kansarme kinderen, waar ze voorlopig mee stopte toen ze aan de transitie begon. “Ik kwam in een emotionele rollercoaster terecht en ik trok me terug om mezelf mentale rust te gunnen”, zegt ze.
Haar kinderen en een aantal van hun schoolgenoten zaten ook in die vereniging. “Vorig jaar zijn ze een tijd lang gepest door mijn transitie”, zegt Kathleen. “Dat deed me veel pijn en verdriet. Maar mijn kinderen zijn mij zelfs dan blijven verdedigen en hebben voet bij stuk gehouden. Na gesprekken met de school en de lokale politie is het pesten geleidelijk aan gestopt.”
Sinds haar coming-out merkt Kathleen een verandering in haar relatie met haar kroost. “Vroeger nam ik meer een beschermende rol aan in de opvoeding van mijn kinderen. Ik dacht veel rechtlijniger. Nu ik mij beter in mijn vel voel en mij warmer naar hen toe durf op te stellen, merk ik sneller op als mijn kinderen met iets zitten”, zegt ze. “Ik vraag hen nu wanneer er iets is en daardoor durven ze er sneller over te praten.”
“Dat is trouwens ook zo met mijn ouders. Onze relatie is veel inniger geworden. We praten nu meer met elkaar, ook veel openhartiger”, zegt ze. Hoewel haar moeder een eindje van haar woont, bellen ze elkaar bijna dagelijks. “Zeker nu met de coronacrisis bellen we regelmatig om te horen hoe het met elkaar gaat.”
Eigen verslaggeving