Niet queer genoeg: gatekeeping in de LGBTI+-community
“Ben je zeker dat het geen fase is?”
“Dus je bent gewoon een slet/preuts/maagd?”
“Wacht maar tot je de juiste persoon ontmoet, dan verander je wel van mening.”
“Eigenlijk ben je een undercover hetero.”
“Je wil gewoon experimenteren, geef maar toe.”
Het zijn opmerkingen die maar al te bekend in de oren klinken voor zowel biseksuele mensen als aseksuele mensen. Bijna dagelijks worden ze geconfronteerd met dezelfde vooroordelen en misvattingen over hun seksuele geaardheid, niet enkel bij vrienden of familie maar ook binnen de LGBTI+-gemeenschap. Sommigen gaan zelfs verder en stellen openlijk in vraag of aseksualiteit wel deel uitmaakt van het acroniem, of vinden dat biseksuele mensen in heteroseksuele relaties niet thuishoren in LGBTI+-ruimtes.
Ik sprak met jongeren over hun ervaringen, zowel online als in het echte leven. Elk van hen is biseksueel, panseksueel, aseksueel of aromantisch, of daar tussenin en voelt een zekere afstand met de LGBTI+-gemeenschap. Maar waarom? De gemeenschap heet inclusief, liefdevol en accepterend te zijn en toch lijken de poorten te sluiten voor sommigen onder ons.
Wie wel, wie niet?
Er bestaat een term voor het fenomeen waar veel biseksuele en aseksuele mensen mee te maken krijgen: gatekeeping. Kortweg betekent het dat bepaalde mensen of groepen binnen een gemeenschap het op zich gaan nemen om te beslissen wie wel en wie niet deel kan of mag uitmaken van de gemeenschap.
Aan de poort beslissen wie binnen mag en wie niet, dus. In dit geval: wie is queer genoeg om deel uit te maken van de LGBTI+-gemeenschap? Het woord is niet inherent negatief. Gatekeeping kan ook broodnodig zijn, om veilige plaatsen veilig te houden. Maar soms gaat het te ver en zorgt het ervoor dat mensen die een veilige plaats nodig hebben geen toegang krijgen omdat ze niet zouden voldoen aan arbitraire voorwaarden.
Het bestaat niet
“Ik ben nog maar een paar jaar actief binnen de gemeenschap, maar ik zie vooral op het internet een scheiding ontstaan tussen ‘inclusionisten’ en ‘exclusionisten’”, vertelt Roos, die aseksueel en biromantisch is (romantische aantrekkingskracht tot je eigen en andere genders, red.).
“Die laatste groep vindt bijvoorbeeld dat SAM (Split Attraction Model dat het verschil tussen seksuele en romantische aantrekking definieert, red.) niet bestaat en dat heteroromantische cisgender aseksuele mensen (aseksuele mensen die niet transgender zijn en niet op het eigen gender vallen, red.) ‘indringers’ zijn binnen de LGBT+-gemeenschap.
Hun ideeën zijn vaak vrij verregaand. Zo vinden sommigen dat een aseksueel persoon niet verkracht of aangerand kan worden, de basis hiervan is afobie (haat tegenover aseksuele mensen, red.) en dat de term ‘correctieve verkrachting’ (de verkrachting van een persoon met een andere seksuele geaardheid om hen heteroseksueel te maken, red.) alleen gebruikt mag worden door de lesbische gemeenschap.”
Wanneer het over het aseksueel spectrum gaat heb ik de indruk dat veel mensen het er niet mee eens zijn dat wij bij de gemeenschap horen - Féline
Libido en seksdrive
Roos is niet alleen. Ook Féline voelt zich niet altijd even welkom in de LGBTI+-gemeenschap. Zij identificeert zichzelf als panromantisch (romantische aantrekkingskracht tot alle genders, red.) en demiseksueel.
Féline voelt alleen seksuele aantrekkingskracht voor mensen waar ze een sterke emotionele band mee heeft. Daarmee bevindt ook Féline zich op het spectrum van aseksualiteit. “Wanneer het over het aseksueel spectrum gaat heb ik de indruk dat veel mensen het er niet mee eens zijn dat wij bij de gemeenschap horen. LGB gaat namelijk over seksuele geaardheid, T over genderidentiteit en A over ‘libido en seksdrive maar niets meer dan dat’.”
Jacoba, zowel aseksueel als aromantisch, sluit zich hier bij aan. “De gemeenschap lijkt geen plaats te hebben voor ons. Alsof je niets hebt om voor te strijden als je niet aan romantische of seksuele relaties doet! Maar net zoals homo’s of lesbiennes wil ik geaccepteerd worden voor wie ik ben, ook al doet de maatschappij alsof mijn identiteit niet bestaat.”
Onder de radar
Dat de maatschappij vaak nog weinig begrip kan opbrengen blijkt uit het verhaal van elke getuige die ik interview. Elk van hen heeft het over dokters die het gebrek aan seksuele aantrekkingskracht wijten aan mentale problemen, medicatie of zelfs autisme. Die medicalisering voelt gelijkaardig aan de manier waarop vroeger met homoseksualiteit werd omgegaan.
Ook de omgeving reageert weinig begripvol, van ouders die droevig zijn omdat hun dochter altijd alleen zal blijven tot vrienden die halsstarrig volhouden dat alles wel zal veranderen na een eerste kus en ongevraagd uitgehoord worden over je seksdrive en masturbatiegewoontes. Deze verregaande interesse in het seksleven van een persoon is iets wat ook biseksuele mensen herkennen. Vaak wordt hen gevraagd hun seksuele ervaringen op te rakelen als ‘bewijs’ dat ze wel degelijk biseksueel zijn. Hun seksualiteit wordt niet verklaard door mentale problemen of een hormonaal probleem, maar is te wijten aan verwarring, experimenteergedrag of zelfs ‘gulzigheid’.
De meeste mensen lijken te denken dat afobie iets is dat zich enkel online afspeelt. Ze zijn zich niet bewust van hoe de medische wereld ons behandelt - Sarah
Volgens Sarah, een Ierse studente, blijft afobie en de gevolgen hiervan nog teveel onder de radar. Zelf is ze vocaal over haar aseksualiteit en deelt ze dagelijks haar ervaringen op Twitter, waar ze ook anderen zoals zij een hart onder de riem steekt. “De meeste mensen lijken te denken dat afobie iets is dat zich enkel online afspeelt. Ze zijn zich niet bewust van hoe de medische wereld ons behandelt of de dagelijkse vooroordelen waar we mee te maken krijgen.”
Dat zorgt er ook voor dat de reacties van de gemeenschap lauw blijven. “Als iemand een holebifobe uitspraak doet, wordt er meteen gereageerd. Dat is niet het geval bij afobie. Ik ken mensen die verschrikkelijk afobe dingen gezegd hebben maar niemand spreekt hen daar op aan.” Maar ook het bredere onderwerp aseksualiteit wordt gemeden door de gemeenschap. “Vaak krijg ik de opmerking dat ze ‘beide kanten van het debat’ begrijpen maar er niet bij betrokken willen raken. Dit is geen debat, dit is mijn leven. Dit is wie ik ben.”
De wondere wereld van het internet?
Op het internet vinden vele aseksuele mensen een toevluchtsoord. Websites zoals AVEN bieden uitgebreide informatie over aseksualiteit en alles wat er bij hoort. In Facebookgroepen of op Twitterprofielen vinden ze dan weer lotgenoten die elkaar steun en raad geven. “In het begin durfde ik niet over mijn gevoelens en seksualiteit praten, omdat ik het gevoel kreeg dat het een probleem was dat ik moest oplossen.
Ik krijg dagelijks haatreacties omdat ik praat over wie ik ben en wat ik meemaak - Sarah
Als ik erover praatte, kreeg ik enkel medelijden of werd ik raar bekeken. Maar langzaam vond ik mensen die wel wilde luisteren, zowel online als in het echt. Ik begon vaker ervaringen te delen en kreeg meer volgers,” vertelt Sarah over hoe haar activisme online begonnen is. “Ik realiseerde me dat mensen bijleerden en meer begrip kregen voor aseksualiteit, gewoon omdat ik er over praatte. Ik ging me verdiepen en zag al snel dat er veel te weinig gebeurde rond het onderwerp. Ondertussen was ik het zo beu om te blijven wachten tot iemand zou opstaan en zou vechten voor deze gemeenschap dat ik de beslissing nam om het gewoon zelf te doen.”
Hoe geweldig het internet ook kan zijn, het is ook de plaats waar sommige aseksuele mensen te maken krijgen met geweld en haat. En dat ervaart ook Sarah. “Ik krijg dagelijks haatreacties omdat ik praat over wie ik ben en wat ik meemaak. Zelfs mijn partners krijgen die berichten als ze bijvoorbeeld tweeten over onze QPR (Queer Platonic Relationship, een relatie die verder gaat dan traditionele vriendschap maar niet romantisch is, red.).” Maar het gaat ook verder, tot persoonlijke aanvallen en bedreigingen toe. “Er is een trend om aseksuele mensen toe te voegen aan groepschats met tientallen afobische leden. Die bedreigen de aseksuele persoon dan met verkrachting, moord, stalking,... Zelf ben ik al aan zeventien verschillende groepen toegevoegd geweest.” Het argument dat aseksuele mensen niet onderdrukt worden, zoals sommigen beweren, kan dus al van tafel geveegd worden.
Straight-passing
Maar waarom? Wat bezielt iemand om te beslissen wie er bij mag horen en wie niet? Dat is een vraag waar zowel biseksuele mensen als aseksuele mensen zich het hoofd over breken, elke keer ze geconfronteerd worden met gatekeeping. Volgens Elisa, zelf biseksueel, is een mogelijke verklaring te vinden in een soort victim-blaming (het slachtoffer de schuld geven, red.). “Ik denk dat sommige mensen het gevoel hebben dat ze al genoeg geweld en haat hebben meegemaakt. Zij gaan krampachtig proberen op te gaan in de massa door zo straight-passing (de indruk geven dat je heteroseksueel en dus ‘normaal’ bent, red.) als mogelijk te zijn.
Als gevolg gaan zij proberen ook andere mensen te dwingen zich aan te passen, uit angst dat hen iets zou overkomen. Maar voor mij is dat dezelfde redenering als je niet uitdagend kleden om toch maar niet aangerand te worden.” Roos ziet dan weer een vorm van zelfbescherming in het fenomeen. “Ik denk dat bij een grote groep mensen de angst bestaat dat ze verworven rechten, inclusief bestaansrecht, zullen kwijtraken als ze zich associëren met groepen die minder geaccepteerd worden door de samenleving. Door zich van die groepen te distantiëren kunnen ze opgaan in ‘de meerderheid’ en kunnen zijzelf misschien makkelijker door het leven. De haat is immers gericht op een groep waar zij geen deel van uitmaken. Da’s uiteraard een illusie maar toch zie ik die reflex vaak terugkomen.”
Er heerst nog altijd het idee dat je als biseksueel persoon niet full-on gay bent en je je nog kan verstoppen tussen de hetero’s - Féline
Féline merkt echter ook dat minder traditioneel gezinde leden van de gemeenschap zich schuldig maken aan gatekeeping, vooral dan naar biseksualiteit toe. Net omdat biseksuelen sneller beschouwd worden als straight-passing. “Er heerst nog altijd het idee dat je als biseksueel persoon niet full-on gay bent en je je nog kan verstoppen tussen de hetero’s. Je kan ervoor kiezen om ‘gewoon een heterorelatie’ te hebben en je seksualiteit niet aan de grote klok te hangen. Daar worden sommigen binnen de gemeenschap jaloers en boos om.” Dat idee hangt dan weer samen met het vooroordeel dat biseksuele mensen simpelweg niet willen of kunnen kiezen tussen hetero of homo. En zo blijven we in cirkeltjes lopen.
Toch lijkt de gemeenschap weinig aandacht te hebben voor de verhalen van biseksuele en aseksuele mensen. “Mensen denken nog te vaak dat het alleen maar over online discussies gaat. Ze denken alles te weten over aseksualiteit en weigeren te luisteren naar de stemmen van mensen voor wie het een dagelijkse realiteit is. We zijn een bijzaak,” zegt Sarah. Ook Elisa is het er mee eens dat de gemeenschap nog een lange weg te gaan heeft. “En dat is een trieste zaak, omdat de marginalisatie en haat die we als biseksuele mensen meemaken exact hetzelfde is als de haat waartegen de rest van de gemeenschap vecht.”
Bi-ace solidarity
Dat betekent niet dat er geen lichtpuntjes zijn. Biseksuele en aseksuele mensen slaan de handen in elkaar om elkaar te steunen en te beschermen. Het fenomeen staat online bekend als bi-ace solidarity, ofwel solidariteit tussen twee groepen binnen de gemeenschap die het gevoel hebben dat ze nergens echt bij horen.
Dat komt omdat beide groepen zich zo herkennen in elkaars strijd. “Als je biseksueel of aseksueel bent, sta je meteen een beetje apart. Je bent niet homoseksueel maar ook niet heteroseksueel, je past niet in het zwart-wit denken. Mensen die aan gatekeeping doen recyclen ook gewoon hun argument voor beide groepen: je bent straight-passing, jullie worden niet écht onderdrukt, het is gewoon een fase... ,” legt Faustina uit.
Ook de LGBTI+-gemeenschap is niet immuun voor vooroordelen, misvattingen en onverdraagzaamheid
Voor Sarah was die solidariteit noodzakelijk in haar zoektocht naar zichzelf. “Ik kende niemand die ook aseksueel was tot ik twintig jaar was. Ik kon niet bij lotgenoten terecht, maar wel bij de biseksuele mensen in mijn leven. Zij kwamen voor me op, luisterden naar me en gaven me de kans om over mijn ervaringen te spreken. Ik vond mijn plaats in de LGBTI+-gemeenschap dankzij die bi-ace solidariteit.”
Ook in de media vindt er langzaamaan een kentering plaats. De populaire Netflixserie ‘Sex Education’ ging het thema aseksualiteit niet uit de weg en de scène waarin een van de hoofdpersonages op een simpele maar hoopgevende manier over de geaardheid sprak wordt massaal gedeeld online. Steeds meer aseksuele personages duiken op in boeken, series en podcasts. Niet altijd even nadrukkelijk maar toch herkenbaar. En ook biseksualiteit komt steeds prominenter in beeld. Denk maar aan de hoofpersonages van ‘Assassin’s Creed: Odyssey’, een razend populaire game franchise, of Harley Quinn. Ook in het echte leven komen steeds meer sterren uit de kast as biseksueel, zoals Kristen Stewart, Halsey, Cara Delevingne, Alan Cumming en Billie Joe Armstrong.
Dat er nog werk aan de winkel is, daar is iedereen het over eens. Ook de LGBTI+-gemeenschap is niet immuun voor vooroordelen, misvattingen en onverdraagzaamheid. Maar biseksuele en aseksuele mensen zijn er en zullen blijven praten over hun ervaringen. Nu moet er alleen nog geluisterd worden.
-------------------------
Heb je naar aanleiding van dit bericht nood een aan een gesprek? Contact opnemen met de Lumi kan via www.lumi.be of 0800 99 533.
Meer info over aseksualiteit.
Meer info over biseksualiteit.
Waar leer ik meer bi mensen kennen?
Op zoek naar een bi-vereniging? Selecteer 'Bi's' bij 'doelgroep en thema'.
Eigen verslaggeving